5.1.1 Voorbereiding
Voordat u de E-pomp op de netvoeding aansluit, dient u de zaken
die in onderstaande afbeelding vermeld staan in acht te nemen.
Aardlek-
L1
schake-
L2
laar
(ELCB)
L3
PE
Afb. 2 Op de voeding aangesloten pomp met netschakelaar,
reserve zekering, aanvullende beveiliging en bevei-
ligde aarding.
5.1.2 Bescherming tegen elektrische schok - indirect contact
Waarschuwing
De pomp moet worden geaard in overeenstemming
met de nationale voorschriften.
Aangezien de lekstroom van 4 - 7,5 kW motoren gro-
ter is dan 3,5 mA, dienen extra voorzorgsmaatrege-
len genomen te worden bij het aarden van deze
motoren.
EN 50178 en BS 7671 specificeren de volgende voorzorgsmaat-
regelen bij een lekstroom van meer dan 3,5 mA:
•
De pomp moet stationair en permanent geïnstalleerd zijn.
•
De pomp moet permanent zijn aangesloten op de voedings-
spanning.
•
De aardaansluiting moet dubbel uitgevoerd worden.
Aarddraden dienen altijd een geel/groene (PE) of geel/groen/
blauwe (PEN) kleur te hebben.
5.1.3 Reservezekeringen
Raadpleeg paragraaf
20.1 Voedingsspanning
zekeringswaarden.
5.1.4 Aanvullende beveiliging
Als de pomp is aangesloten op een elektrische installatie waar
een aardlekschakelaar (ELCB) als aanvullende beveiliging wordt
gebruikt, dient de schakelaar gemarkeerd te zijn met de volgende
symbolen:
Deze stroomonderbreker is type B.
Er moet rekening gehouden worden met de totale lekstroom van
alle elektrische apparatuur in de installatie.
De lekstroom van de motor bij normaal bedrijf is te vinden in
paragraaf
20.3
Lekstroom.
Bij een ongelijke fasespanning en tijdens het opstarten kan de
lekstroom hoger zijn dan normaal, waardoor de aardlekschake-
laar kan worden aangesproken.
5.1.5 Motorbeveiliging
Voor de pomp is geen externe motorbeveiliging nodig. De motor
beschikt over thermische beveiliging tegen langzame overbelas-
ting en blokkering (IEC 34-11, TP 211).
5.1.6 Overspanningsbeveiliging
De pomp is beveiligd tegen netspanningspieken d.m.v. inge-
bouwde varistoren tussen de fasen en tussen fasen en aarde.
L1
L2
L3
voor aanbevolen
Aardlekschakelaar
(ELCB)
5.1.7 Voedingsspanning en netvoeding
3 x 380-480 V - 10 %/+ 10 %, 50/60 Hz, PE.
De voedingsspanning en -frequentie staan vermeld op het type-
plaatje van de pomp. Wees er zeker van dat de pomp geschikt is
voor de aanwezige voedingspanning ter plekke van de opstelling.
De aansluitdraden in de klemmenkast moeten zo kort mogelijk
zijn. Uitzondering hierop is de beschermende aarddraad, die zo
lang dient te zijn dat deze als laatste de verbinding verbreekt als
de kabel onopzettelijk uit de kabeldoorvoer wordt getrokken.
Afb. 3 Netaansluiting
Kabelwartels
Kabelwartels in overeenstemming met EN 50626.
2 x M16 kabelwartel, kabeldiameter ∅4-∅10
•
1 x M20 kabelwartel, kabeldiameter ∅9-∅17
•
•
2 x M16 doorslag kabeldoorvoeren.
Waarschuwing
Als de voedingskabel beschadigd is, dient deze door
gekwalificeerd personeel vervangen te worden.
Netwerktypen
Drie-fase E-pompen kunnen op alle netwerktypen worden aange-
sloten.
Waarschuwing
Sluit nooit driefasen E-pompen aan op een netvoe-
ding met een spanning tussen fase en aarde van
meer dan 440 V.
L1
L1
L2
L2
L3
L3
413