Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Menu Bedrijf 422; Storingsmeldingen - Grundfos CRE Series Installatie- En Bedieningsinstructies

Inhoudsopgave

Advertenties

Displays in het algemeen
Bij de volgende uitleg van de functies worden één of twee dis-
plays getoond.
Eén display
Pompen zonder of met fabrieksmatig aangebrachte sensor heb-
ben dezelfde functie.
Twee displays
Pompen zonder of met fabrieksmatig aangebrachte druksensor
hebben verschillende functies en fabrieksinstellingen.
9.1 Menu BEDRIJF
Het eerste display in dit menu is dit:
9.1.1 Setpoint
Zonder sensor
(ongeregeld)
Ingesteld setpoint
Actueel setpoint
Actuele waarde
Stel het setpoint in, in %.
In regelmodus ongeregeld wordt het setpoint ingesteld in % van
de maximale capaciteit. Het instelbereik ligt tussen de min. en
max. curves.
In regelmodus geregeld is het instelbereik gelijk aan het meetbe-
reik van de sensor.
Als de pomp is aangesloten op een signaal van een extern set-
point, dan zal de waarde in dit display het maximum van het sig-
naal van het externe setpoint zijn. Zie paragraaf
pointsignaal.
Setpoint en extern signaal
Het setpoint kan niet worden ingesteld als de pomp wordt gere-
geld via externe signalen (Stop, Min. curve of Max. curve).
De R100 zal deze waarschuwing geven: Externe regeling!
Controleer of de pomp wordt uitgeschakeld via klemmen 2-3
(open circuit) of wordt ingesteld op min. of max. via klemmen 1-3
(gesloten circuit).
Zie paragraaf
11. Prioriteit van
Setpoint en buscommunicatie
Het setpoint kan ook niet worden ingesteld als de pomp wordt
geregeld vanuit een extern besturingssysteem via buscommuni-
catie. De R100 zal deze waarschuwing geven: Busbesturing!
Koppel de busverbinding los om buscommunicatie op te heffen.
Zie paragraaf
11. Prioriteit van
422
Met druksensor
(geregeld)
Ingesteld setpoint
Actueel setpoint
Actuele waarde
Stel de gewenste druk in, in
bar.
13. Extern set-
instellingen.
instellingen.
9.1.2 Bedrijfsmodus
Stel één van de volgende bedrijfsmodi in:
Normaal (bedrijf)
Stop
Min.
Max.
De bedrijfsmodi kunnen worden ingesteld zonder de instelling
van het setpoint te wijzigen.

9.1.3 Storingsmeldingen

Bij E-pompen kunnen storingen twee typen aanduidingen tot
gevolg hebben: alarm of waarschuwing.
Bij een "alarm" wordt een alarmmelding geactiveerd in de R100
en wordt de bedrijfsmodus van de pomp veranderd.
Gewoonlijk wordt deze uitgeschakeld. Bij sommige storingen die
een alarmmelding geven is de pomp echter ingesteld om in
bedrijf te blijven, zelfs als er een alarm is.
Een "waarschuwing" activeert een waarschuwingsmelding in de
R100, maar de pomp wijzigt niet van bedrijfs- of besturingsmo-
dus.
De aanduiding "Waarschuwing" is alleen van toepas-
N.B.
sing op driefasenpompen.
Alarm
In geval van storing zal de oorzaak in dit display verschijnen.
Mogelijke oorzaken:
Geen alarmmelding
Te hoge motortemperatuur
Onderspanning
Asymmetrie van netspanning (11-22 kW)
Overspanning
Teveel herinschakelingen (na storingen)
Overbelasting
Onderbelasting (alleen voor driefasenpompen)
Sensorsignaal buiten signaalbereik
Signaal van setpoint buiten signaalbereik
Externe storing
Bedrijf/standby, Communicatiestoring
Drooglopen (alleen voor driefasenpompen)
Andere storing.
Als de pomp is ingesteld op handmatige herstart, dan kan een
storingsmelding worden gereset in dit display als de oorzaak van
de storing is verdwenen.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave