5.2.8 In-/uitschakelen van de pomp
Het aantal in- en uitschakelingen via de voeding mag
Voorzichtig
niet meer dan 4 per uur bedragen.
Wanneer de pomp via de netvoeding wordt ingeschakeld, zal
deze na circa 5 seconden starten.
Als een hoger aantal in- en uitschakelingen gewenst is, dient
hiervoor de externe start/stop-ingang te worden gebruikt.
Wanneer de pomp via een externe aan/uit-schakelaar wordt inge-
schakeld, zal deze meteen starten.
5.2.9 Aansluitingen
De pomptypen worden standaard geleverd met een geavan-
ceerde I/O-module.
Geavanceerde I/O-module
De geavanceerde I/O-module is de standaard functionele module
in alle MGE motoren van 11 tot 22 kW.
De module is voorzien van een aantal ingangen en uitgangen
waardoor de motor gebruikt kan worden in geavanceerde toepas-
singen waar veel ingangen en uitgangen nodig zijn.
De geavanceerde I/O-module heeft de volgende aansluitingen:
•
start/stop-klemmen
•
drie digitale ingangen
•
één setpoint-ingang
•
één sensoringang (feedbacksensor)
•
één sensoringang 2
•
één analoge uitgang
•
twee Pt100-ingangen
•
twee signaalrelaisuitgangen
•
GENIbus aansluiting.
Verbind klemmen 2 en 3 door middel van een korte
draad als er geen externe aan/uit-schakelaar is aan-
N.B.
gesloten.
Als voorzorgsmaatregel dienen de aders van de volgende groe-
pen aansluitingen over hun gehele lengte d.m.v. dubbele isolatie
van elkaar te worden gescheiden:
Groep 1: Ingangen
•
start/stop (klemmen 2 en 3)
•
digitale ingangen (klemmen 1 en 9, 10 en 9, 11 en 9)
•
sensoringang 2 (klemmen 14 en 15)
•
Pt100-sensoringangen (klemmen 17, 18, 19 en 20)
•
setpoint-ingang (ingangen 4, 5 en 6)
•
sensoringang (klemmen 7 en 8)
•
GENIbus (klemmen B, Y en A).
Alle ingangen zijn intern gescheiden van de delen die de net-
spanning geleiden door middel van dubbele isolatie, en elektrisch
gescheiden van overige circuits.
Alle regelklemmen worden gevoed door een veilige lage span-
nning (PELV), waardoor er bescherming tegen elektrische schok-
ken is.
Groep 2: Uitgang (signaalrelais, klemmen NC, C, NO)
De uitgang is elektrisch gescheiden van de overige circuits.
De voeding of de veilige lage spanning kan daardoor zoals
gewenst op de uitgang worden aangesloten.
•
Analoge uitgang (klem 12 en 13).
Groep 3: Voedingsspanning (klemmen L1, L2, L3)
Een elektrische scheiding moet voldoen aan de eisen van dub-
bele isolatie, inclusief kruipafstanden en openingen zoals
genoemd in EN 61800-5-1.
Groep 2
Groep 1
Afb. 10 Aansluitklemmen voor geavanceerde I/O-module
20
Pt100 B
19
Pt100 B
18
Pt100 A
17
Pt100 A
16
GND (massa)
15
24 V
14
Sensoringang 2
13
GND
12
Analoge uitgang
11
Digitale ingang 4
10
Digitale ingang 3
1
Digitale ingang
Groep 3
9
GND (massa)
8
+24 V
7
Sensoringang
B
RS-485B
Y
Afscherming
A
RS-485A
6
GND (massa)
5
+10 V
4
Setpoint-ingang
3
GND (massa)
2
start/stop
417