Automatisch vastgelegde voorkeurzen-
ders opslaan in andere geheugenbank
Het is mogelijk een automatisch vastgelegde
voorkeurzender over te brengen naar de
geheugenbanken voor FM of AM.
– Druk kort op de toets AUTO (7).
De tekst
Auto
verschijnt op het display.
– Druk op een voorkeurtoets.
– Druk op de voorkeurtoets waaraan u de
voorkeurzender wilt koppelen en houd de
toets ingedrukt, totdat de melding
opgeslagen
op het display verschijnt.
De radio verlaat de automatische stand
waarna u de vastgelegde voorkeurzender kunt
gebruiken.
Scannen
De functie SCAN (4) doorzoekt een frequentie-
band automatisch op goed te ontvangen zen-
ders. Wanneer er een zender is gevonden,
wordt deze ca. acht seconden lang weergege-
ven voordat de zoekfunctie wordt voortgezet.
Scan-functie activeren/deactiveren
– Kies de frequentieband met AM/FM .
– Druk op SCAN om de functie te activeren.
De melding SCAN verschijnt op het display.
Druk tot slot op SCAN of EXIT .
Gevonden zender als voorkeurzender
vastleggen
Terwijl de functie Scan actief is, kunt u een
gevonden zender als voorkeurzender vastleg-
gen.
– Druk op een voorkeurtoets en houd deze
ingedrukt, totdat de melding
slagen
op het display verschijnt.
De Scan-functie wordt beëindigd waarna u de
vastgelegde zender als voorkeurzender kunt
gebruiken.
RDS-functies
Radio Data System – RDS verbindt FM-zen-
ders in een netwerk met elkaar. Een FM-zen-
der in een dergelijk netwerk verstuurt
Zender
bepaalde informatie, zodat een RDS-radio
onder meer de volgende mogelijkheden biedt:
• Automatisch overschakelen op een beter
doorkomende zender als de ontvangst in
een bepaald gebied slecht is.
• Zoeken op programmatype zoals zenders
die verkeersinformatie of nieuws doorgeven.
• Weergeven van informatieve tekst over het
beluisterde radioprogramma.
Sommige radiozenders maken geen gebruik
van RDS of alleen in beperkte mate.
Programmafuncties
Met de radio in de stand FM kunt u radiozen-
ders met een bepaald programmatype zoe-
ken. Als er een zender met het gewenste pro-
grammatype is gevonden, kan de radio vervol-
gens op deze zender overschakelen en de
weergave van de actieve geluidsbron onder-
breken. Als de cd-speler bijvoorbeeld actief is,
wordt de weergave daarvan tijdelijk onderbro-
ken. De uitzending met het gekozen program-
matype wordt weergegeven op een vooraf
bepaald volume (zie pagina 207). Na afloop
Zender opge-
van de uitzending van het gekozen program-
matype geeft de radio de voorgaande geluids-
bron opnieuw weer op het volume dat u daar-
voor had ingesteld.
De programmafuncties alarm (ALARM!),
verkeersinformatie (TP), nieuws (NEWS) en
programmatype (PTY) worden in volgorde van
belangrijkheid weergegeven, waarbij geldt dat
alarm de hoogste prioriteit geniet en de pro-
grammatypes de laagste. Zie EON en REG op
pagina 207 voor meer informatie over het
onderbreken van uitzendingen. U kunt van
programmafunctie veranderen via het
menusysteem (zie pagina 200).
Weergave van onderbroken geluidsbron
hervatten
Druk op EXIT om de weergave van de onder-
broken geluidsbron te hervatten.
Alarm
De functie wordt gebruikt om de bevolking
attent te maken op ernstige ongelukken of
calamiteiten. U kunt de functie alarm niet tijde-
lijk onderbreken of deactiveren. De melding
ALARM!
verschijnt op het display, wanneer er
een alarmmelding wordt verzonden.
Verkeersinformatie, TP
Bij activering van deze functie wordt
de weergave van de actieve geluids-
bron onderbroken voor een uitzen-
ding met verkeersinformatie via het
10 Infotainment
Radiofuncties
10
205