Pagina 1
VOLVO C70 Instructieboekje Web Edition...
Pagina 3
BESTE VOLVO-BEZITTER, DANK U DAT U GEKOZEN HEBT VOOR VOLVO! Wij hopen dat u jarenlang rijplezier van uw Volvo zult hebben. Bij het Om nog meer plezier van uw auto te hebben, raden wij u aan om ontwerp hebben veiligheid en comfort van u en uw passagiers voor- vertrouwd te raken met de uitrusting, de instructies en de onder- opgestaan.
Pagina 4
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Belangrijke informatie....... 10 Veiligheidsgordels........18 Overzicht auto’s met het stuur links..44 Volvo en het milieu........13 Airbagsysteem.......... 21 Overzicht auto’s met het stuur rechts..46 Airbags............22 Bedieningspaneel op bestuurdersportier.. 48 Airbag activeren/deactiveren*....24 Instrumentenpaneel........
Pagina 5
Inhoud 03 Klimaat 04 Interieur 05 Sloten en alarm Algemene informatie over de klimaatrege- Voorstoelen ..........100 Transpondersleutel met sleutelblad..124 ling............86 Elektrisch bedienbare hardtop ....105 Vergrendelingspunten......127 Elektronische klimaatregeling, ECC*..88 Windscherm*........... 109 Privacy locking* ........128 Luchtverdeling..........
Pagina 6
Inhoud 06 Starten en rijden 07 Wielen en banden 08 Verzorging Algemene informatie....... 144 Algemene informatie....... 192 Schoonmaken......... 210 Tanken............ 146 Bandenspanning........196 Lakschade herstellen ......215 Alcoguard * ........... 150 Gevarendriehoek* en reservewiel* ..198 Roestwering..........216 Motor starten ......... 154 Wielen verwisselen........
Pagina 7
Inhoud 09 Onderhoud en service 10 Infotainment 11 Specificaties Volvo Service.......... 220 Algemene informatie....... 250 Type-aanduiding........286 Onderhoud..........221 Audiofuncties.......... 252 Maten en gewichten........ 288 Motorkap en motorruimte....... 223 Radiofuncties.......... 256 Motorspecificaties........291 Oliën en vloeistoffen....... 225 Cd-functies ..........261 Motorolie..........
Pagina 8
Inhoud 12 Alfabetisch register Alfabetisch register......... 304...
Pagina 10
Een goede manier om vertrouwd te raken met Neem bij twijfel over de standaarduitrusting of Displaymeldingen uw nieuwe auto is om het instructieboekje te opties/accessoires contact op met een Volvo- In de auto zijn displays aanwezig waarop mel- lezen, idealiter voordat u uw eerste rit maakt. dealer.
Pagina 11
Inleiding Belangrijke informatie Gevaar voor lichamelijk letsel Gevaar voor materiële schade Informatie G031590 Zwarte ISO-symbolen in een oranje waarschu- Witte ISO-symbolen en een witte tekst/afbeel- Witte ISO-symbolen en een witte tekst/afbeel- wingsveld, witte tekst/afbeelding in een zwart ding in een zwart of blauw waarschuwings- en ding in een zwart tekstveld.
Pagina 12
U wordt daarom altijd geadviseerd con- dezelfde manier genummerd als de bijbe- Zie ommezijde tact op te nemen met een erkende Volvo-werk- horende afbeeldingen. ` ` ` Dit symbool staat rechts onderaan wanneer...
Pagina 13
Zorg voor het milieu is een van de kernwaarden Brandstofverbruik combineert met een uitermate efficiënte uit- van Volvo Car Corporation die van invloed zijn laatgasreiniging. In veel gevallen liggen uitlaat- De auto’s van Volvo zijn concurrerend in hun op alle activiteiten. We zijn ervan overtuigd dat gasemissies ver onder de geldende normen.
Pagina 14
Het personeel in de werkplaatsen van uitgerust. Hierdoor nemen het brandstof- Het interieur van een Volvo werd dusdanig Volvo beschikt over de kennis en het gereed- verbruik en de uitstoot af. schap om optimale zorg voor het milieu te kun- vormgegeven dat het gerieflijk en comfortabel •...
Pagina 15
Recycling Milieumatig verantwoorde recycling van de auto vormt een belangrijk aspect van de mili- euzorg van Volvo. De auto is nagenoeg geheel te recyclen. De laatste eigenaar van de auto wordt daarom verzocht contact op te nemen met een dealer voor de locatie van een gecer- tificeerd/erkend recyclingsbedrijf.
Pagina 16
Veiligheidsgordels................... 18 Airbagsysteem..................21 Airbags....................22 Airbag activeren/deactiveren*..............24 SIPS-airbags (zij-airbags)................ 27 Opblaasgordijnen (DMIC)................ 29 WHIPS-systeem..................30 Roll-Over Protection System (ROPS)............32 Activering van de veiligheidssystemen........... 33 Crash mode.................... 35 Kinderen en veiligheid................36 Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
Pagina 18
Let erop dat repareren. Volvo adviseert u daarvoor con- tact op te nemen met een erkende Volvo- • Remmen kan ernstige gevolgen hebben als de u geen klemmen of andere accessoires werkplaats.
Pagina 19
01 Veiligheid Veiligheidsgordels benen liggen en zo ver mogelijk onder de buik Er gaan waarschuwingslampjes branden en er WAARSCHUWING liggen. Het mag nooit over de buik omhoog worden geluidssignalen afgegeven wanneer De achterbank is bestemd voor maximaal kunnen glijden. De veiligheidsgordel moet zo iemand de gordel niet draagt.
Pagina 20
01 Veiligheid Veiligheidsgordels De melding op het informatiedisplay, die aan- Gordelgeleider geeft welke veiligheidsgordels er gebruikt wor- den, is altijd beschikbaar. Druk op de knop READ om de opgeslagen meldingen te zien. Bepaalde markten Er gaat een waarschuwingslampje branden en er worden geluidssignalen afgegeven wanneer de bestuurder de gordel niet draagt.
Pagina 21
SIPS-, het SRS- of het pondersleutel naar sleutelstand I, II of III draait. IC-systeem. Volvo adviseert u zo spoedig Het symbool dooft na ca. 6 seconden, wanneer mogelijk contact op te nemen met een de regelmodule heeft vastgesteld dat het air- erkende Volvo-werkplaats.
Pagina 22
Airbags Airbagsysteem WAARSCHUWING N.B. Volvo adviseert u voor reparatie contact op De reactie van de sensoren hangt af van de te nemen met een erkende Volvo-werk- ernst van de aanrijding en van het feit of de plaats. Verkeerde ingrepen in het airbag-...
Pagina 23
01 Veiligheid Airbags Airbag aan de bestuurderszijde WAARSCHUWING Uw auto heeft behalve de veiligheidsgordels Om de kans op letsel bij het opblazen van aan de bestuurderszijde ook een airbag in het de airbags te beperken, moeten de passa- stuurwiel. Deze ligt opgevouwen in het midden giers zo rechtop mogelijk zitten met hun van het stuurwiel.
Pagina 24
Controleer of de schakelaar in de gewenste laar in deze stand kunnen kinderen groter Laat geen passagier op de passagiersstoel stand staat. Volvo adviseert u het sleutelblad dan 1,40 m aan de passagierszijde op de plaatsnemen, als het waarschuwingslampje te gebruiken om de stand te wijzigen.
Pagina 25
01 Veiligheid Airbag activeren/deactiveren* Berichten WAARSCHUWING Geactiveerde airbag (passagiersstoel): Vervoer kinderen nooit in een kinderzitje of op een comfortkussen op de passagiers- stoel, wanneer de airbag aan die kant geac- tiveerd is. Laat evenmin personen die klei- ner zijn dan 1,40 m op deze stoel plaatsne- men.
Pagina 26
01 Veiligheid Airbag activeren/deactiveren* N.B. Bij het omdraaien van de transpondersleutel naar sleutelstand II of III brandt ca. 6 secon- den lang het waarschuwingssymbool voor de airbags op het instrumentenpaneel, zie pagina 21. Daarna gaat de indicator op de plafondcon- sole branden die de status van de passa- giersairbag aangeeft.
Pagina 27
01 Veiligheid SIPS-airbags (zij-airbags) SIPS-airbag Positie WAARSCHUWING • Volvo adviseert u reparaties over te laten aan een erkende Volvo-werk- plaats. Verkeerde ingrepen in het SIPS- airbagsysteem kunnen aanleiding geven tot storingen in de werking met mogelijk ernstig lichamelijk letsel tot gevolg.
Pagina 28
01 Veiligheid SIPS-airbags (zij-airbags) Passagiersplaats, auto met het stuur links. Het SIPS-systeem bestaat uit SIPS-airbags en sensoren. Bij een voldoende krachtige aanrij- ding reageren de sensoren, die op hun beurt de gasgeneratoren activeren. De SIPS-airbags worden vervolgens opgeblazen tussen de inzittende en het portierpaneel.
Pagina 29
De opblaasgordijnen wor- auto. Ze kunnen daarbij hun beschermende den door sensoren geactiveerd, als de auto in werking verliezen. Volvo adviseert u uitslui- tend originele Volvo-onderdelen, bestemd de zij wordt aangereden of als de auto het voor montage op deze plaatsen, te gebrui- risico loopt te kantelen.
Pagina 30
Breng nooit zelf wijzigingen in de stoel of het zo klein mogelijk houden. WAARSCHUWING WHIPS-systeem aan en probeer ze nooit zelf te repareren. Volvo adviseert u daarvoor Het WHIPS-systeem vormt een aanvulling contact op te nemen met een erkende op de veiligheidsgordels. Draag altijd de vei- Volvo-werkplaats.
Pagina 31
Het WHIPS-systeem kan een deel van zijn beschermende eigenschappen hebben ver- loren, zelfs als de stoel ogenschijnlijk intact Volvo adviseert u contact op te nemen met een erkende Volvo-werkplaats voor een controle van het systeem, ook na een lichte aanrijding van achteren.
Pagina 32
Het maakt voor de activering van de rolbeugels niet uit of de hardtop geopend of gesloten is. Volvo adviseert u altijd contact op te nemen met een erkende Volvo-werkplaats, als het ROPS-systeem geactiveerd werd.
Pagina 33
Laat de auto weg- • Volvo adviseert u het vervangen van de slepen. Volvo adviseert u de te auto te laten onderdelen van de veiligheidssystemen in wegslepen naar een erkende Volvo-werk- de auto over te laten aan een erkende plaats.
Pagina 34
01 Veiligheid Activering van de veiligheidssystemen WAARSCHUWING Rijd nooit met opgeblazen airbags. Ze kun- nen u bij het sturen danig in de weg zitten. Ook de andere veiligheidssystemen kunnen beschadigd zijn. Langdurige blootstelling aan de rook- en stofdeeltjes die vrijkomen bij het opblazen van de airbags kan oog- en huidirritatie veroorzaken.
Pagina 35
De elektronica van de slechte functie van de auto. Volvo adviseert auto probeert te resetten naar de normale u de auto altijd in een erkende Volvo-werk- stand. Probeer vervolgens de auto te starten. plaats te laten controleren en naar...
Pagina 36
Bij gebruik van andere op de markt verkrijg- de producten passen en eenvoudig in het Volvo adviseert u kinderen zo lang mogelijk te bare kinderveiligheidsproducten is het van gebruik zijn. vervoeren in een achterstevoren gemonteerd belang dat u de bijgeleverde montage- kinderzitje (in ieder geval tot een leeftijd van 3–...
Pagina 37
01 Veiligheid Kinderen en veiligheid Sticker airbag WAARSCHUWING WAARSCHUWING Vervoer kinderen nooit in een kinderzitje of Gebruik geen kinderzitjes met stalen beu- op een comfortkussen voorin, wanneer de gels of andere constructies die tegen de ontgrendelingsknop van de gordelsluiting airbag aan die kant geactiveerd is kunnen aankomen.
Pagina 38
Kinderen en veiligheid Aanbevolen kinderzitjes Gewicht Achterbank Voorstoel Groep 0 Volvo-babyzitje (Volvo Infant Seat) – achterstevoren gemon- Volvo-babyzitje (Volvo Infant Seat) – achterstevoren gemon- teerd babyzitje bevestigd met ISOFIX-systeem. teerd babyzitje bevestigd met ISOFIX-systeem. max. 10 kg Typegoedkeuring: E1 04301146...
Pagina 39
Typegoedkeuring: E5 04192 Typegoedkeuring: E5 04192 Achterstevoren gemonteerd/omkeerbaar Volvo-kinderzitje Achterstevoren gemonteerd/omkeerbaar Volvo-kinderzitje (Volvo Convertible Child Seat) – in rijrichting gemonteerd kin- (Volvo Convertible Child Seat) – in rijrichting gemonteerd kin- derzitje bevestigd met veiligheidsgordel. derzitje bevestigd met veiligheidsgordel. Typegoedkeuring: E5 04191...
Pagina 40
Typegoedkeuring: E5 03139 Voor informatie over een geactiveerde/gedeactiveerde airbag, zie pagina 24. Volvo adviseert u contact op te nemen met een erkende Volvo-werkplaats om de bevestigingspunten te laten aanbrengen die nodig zijn voor het gebruik een achterstevoren gemonteerd kinderzitje op de achterbank.
Pagina 42
Overzicht auto’s met het stuur links............44 Overzicht auto’s met het stuur rechts............. 46 Bedieningspaneel op bestuurdersportier..........48 Instrumentenpaneel................49 Controle- en waarschuwingslampjes............51 Informatiedisplay..................55 Elektrische aansluiting................57 Verlichtingspaneel................... 58 Linker stuurhendel.................. 61 Rechter stuurhendel ................64 Cruisecontrol*..................66 Toetsensets op stuurwiel* ..............
Pagina 43
I N S T R U M E N T E N , S C H A K E L A A R S E N B E D I E N I N G...
Pagina 44
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Overzicht auto’s met het stuur links 13 14 23 24 25...
Pagina 45
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Overzicht auto’s met het stuur links Stuurwielverstelling Schakelaar, interieurverlichting links Openingshandgreep, motorkap Schakelaar, ingebouwd accessoire Bedieningspaneel, ruiten en buitenspie- Schakelaar, automatische bediening inte- gels rieurverlichting Richtingaanwijzers, groot licht, boordcom- Schakelaar, ingebouwd accessoire puter Schakelaar, interieurverlichting rechts Verlichtingspaneel en openingsknop tank- Display, auto-instellingen/geluidsinstalla- vulklep...
Pagina 46
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Overzicht auto’s met het stuur rechts 21 22...
Pagina 47
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Overzicht auto’s met het stuur rechts Elektrische aansluiting en aansteker Gordelwaarschuwing en indicatie voor passagiersairbag Schakelaar, bediening hardtop Achteruitkijkspiegel Handrem Contactslot Bedieningspaneel, ruiten en buitenspie- Stuurhendel, links gels Dashboardkastje Toetsenset stuurwiel, links Portierhandgreep en vergrendelingsknop Instrumentenpaneel Controlelampje, vergrendeling Claxon en airbag...
Pagina 48
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Bedieningspaneel op bestuurdersportier Bedieningspaneel op bestuurdersportier Elektrisch bedienbare zijruiten, alle ruiten omlaag/omhoog Elektrisch bedienbare zijruiten Buitenspiegel, linkerzijde Buitenspiegels, instelling Buitenspiegel, rechterzijde...
Pagina 49
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Instrumentenpaneel Snelheidsmeter. Richtingaanwijzer, rechts. Knop voor dagteller – Wordt gebruikt om korte afstanden te meten. Door kort op de Richtingaanwijzer, links. Toerenteller – Geeft het motortoerental aan knop te drukken, kunt u van dagteller in duizenden toeren per minuut. wisselen.
Pagina 50
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Instrumentenpaneel Temperatuurmeter – De temperatuurmeter van het koelsysteem van de motor. Op het display verschijnt een melding, als de tem- peratuur abnormaal hoog is en de naald tot in het rode gebied uitslaat. Let erop dat bij- voorbeeld verstralers voor de luchtinlaat bij een hoge buitentemperatuur en een zware belasting van de motor het koelvermogen...
Pagina 51
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Controle- en waarschuwingslampjes Functietest, lampjes Lampjes in het midden van het Wanneer het lampje brandt: dashboard Alle controle- en waarschuwingslampjes gaan 1. Stop zo spoedig mogelijk. Rijd niet verder branden, wanneer u de transpondersleutel met de auto. voor het starten naar stand II draait.
Pagina 52
Voor informatie over de functies en nigingssysteem kan het lampje lampjes van het systeem, zie gaan branden. Volvo adviseert dat pagina 165. u ter controle een erkende Volvo- werkplaats bezoekt. Voorgloeifunctie motor (diesel) Storing in ABS Het lampje gaat branden wanneer Als het lampje brandt, is het sys- de motor wordt voorverwarmd.
Pagina 53
Vul zo nodig olie bij. Als het sym- aanhanger defect. bool oplicht terwijl het oliepeil in orde is, advi- seert Volvo u contact op te nemen met een Handrem aangetrokken erkende Volvo-werkplaats. Het lampje brandt, wanneer de handrem is aangetrokken.
Pagina 54
Volvo adviseert u de auto dingen op het display: 6. Als de vloeistof lager staat dan het MIN- naar een erkende Volvo-werkplaats te...
Pagina 55
Tijd om een service- Melding Betekenis beurt in te plannen. ONDERHOUD STOP AUTO Breng de auto op Volvo adviseert u de veilige wijze tot stil- Z.S.M. service over te laten stand en zet de aan een erkende motor af. Grote kans Volvo-werkplaats.
Pagina 56
STC SPIN CON- Er gelden beperkin- onder de garantie. neutraal en laat de gen voor het stabili- TROL UIT DSTC Volvo adviseert u de motor stationair teits- en tractiere- SPIN CONTROL service over te laten draaien totdat de gelsysteem (zie aan een erkende melding verdwijnt.
Pagina 57
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Elektrische aansluiting 12V-aansluiting WAARSCHUWING Laat de plug altijd in de aansluiting zitten als u deze niet gebruikt. Aansteker* U activeert de aansteker door de knop in te drukken. Wanneer de aansteker heet genoeg is, veert de knop automatisch uit. Haal de aan- steker uit de opening en gebruik het roodgloei- ende deel om bijvoorbeeld een sigaret mee aan te steken.
Pagina 58
2. Draai de verlichtingsdraaiknop (2) naar een laten stellen. Volvo adviseert u dit over te laten van de eindstanden. aan een erkende Volvo-werkplaats. Mistlampen voorzijde* 3. Draai het duimwiel (1) omhoog of omlaag...
Pagina 59
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Verlichtingspaneel 3. U schakelt het groot licht in door de linker Mistlichten Tankvulklep stuurhendel tot in de eindstand naar het Druk op de knop (5) om de tankvulklep te ope- stuur toe te halen en de hendel weer los te N.B.
Pagina 60
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Verlichtingspaneel er een foutmelding op het informatiedisplay. De functie is uitsluitend actief bij schemer of donker en dan alleen als de auto rijdt. De functie is te deactiveren/activeren met de verlichtingsdraaiknop. Lichtbundel bij gedeactiveerde (links) en geacti- veerde (rechts) functie.
Pagina 61
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Linker stuurhendel Standen stuurhendel Richtingaanwijzers Wisselen tussen groot licht en dimlicht Om het groot licht te kunnen inschakelen moet Onafgebroken serie knippersignalen de transpondersleutel in stand II staan en de ± Haal de stuurhendel omhoog of omlaag verlichtingsdraaiknop in de eindstand, zie naar de eindstand (2).
Pagina 62
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Linker stuurhendel Boordcomputer* HUIDIG N.B. Het momentane (actuele) brandstofverbruik Als er een waarschuwingsmelding ver- wordt eenmaal per seconde berekend. De schijnt terwijl de boordcomputer in gebruik waarde op het display wordt om de paar is, moet u de melding bevestigen. Doe dat seconden bijgewerkt.
Pagina 63
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Linker stuurhendel N.B. Er kunnen onjuiste waarden verschijnen, als u bijvoorbeeld van rijstijl bent veranderd of een standverwarming op brandstof hebt gebruikt. MPH HUIDIGE SNELHEID. De actuele snelheid wordt weergegeven in mph. Op nul stellen 1.
Pagina 64
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Rechter stuurhendel Ruitenwissers Enkele slag Ruiten-/koplampsproeiers Beweeg de hendel omhoog om U activeert de sproeiers van de voorruit en de een enkele slag te maken. koplampen door de hendel naar het stuurwiel toe te trekken. De wissers maken nog enkele slagen nadat u de hendel hebt losgelaten.
Pagina 65
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Rechter stuurhendel De draaiknop op het verlichtingspaneel in Draai het duimwiel omhoog voor een grotere BELANGRIJK stand 0: gevoeligheid en omlaag voor een lagere In automatische wasstraten: Schakel de gevoeligheid. (De wissers maken een extra •...
Pagina 66
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Cruisecontrol* Inschakelen Snelheid verhogen of verlagen N.B. Een tijdelijke verhoging van de snelheid (korter dan een minuut) met het gaspedaal, zoals bij het inhalen, is niet van invloed op de instelling van de cruisecontrol. Als u het gaspedaal loslaat, neemt de auto automa- tisch de ingestelde snelheid weer aan.
Pagina 67
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Cruisecontrol* Snelheid hervatten – Druk op de knop om de eerder ingestelde snelheid te hervatten. Op het instrumentenpaneel ver- schijnt CRUISE ON Uitschakelen ± Druk op CRUISE om de cruisecontrol uit te schakelen. CRUISE ON verdwijnt van het instrumentenpaneel.
Pagina 68
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Toetsensets op stuurwiel* Toetsfuncties PHONE zodat u het telefoonsysteem vervol- gens kunt gebruiken met de pijltjestoetsen. Druk op EXIT. om de instellingen van het audiosysteem te hervatten. Met de toets ENTER kunt u menu-opties kie- zen, activeren en deactiveren.
Pagina 69
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Stuurwielverstelling, alarmlichten Stuurwielverstelling ten automatisch ingeschakeld, zie WAARSCHUWING pagina 164. U kunt de functie uitschakelen Stel het stuurwiel af voordat u gaat rijden en met een druk op de knop. nooit tijdens het rijden. Controleer of het stuurwiel in de gekozen stand geblokkeerd N.B.
Pagina 70
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Handrem Handrem (parkeerrem) Handrem aanzetten 2. Trek de handremhendel iets omhoog, druk de knop in, duw de handrem omlaag en 1. Trap het rempedaal helemaal in. laat de knop weer los. 2. Trek de hendel stevig omhoog. 3.
Pagina 71
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Elektrisch bedienbare zijruiten Bediening Bestuurdersportier WAARSCHUWING Met de schakelaars op de portieren kunt u de Zorg er bij het sluiten van de zijruiten voor ruiten elektrisch bedienen. De ruiten zijn te dat kinderen of andere inzittenden niet bedienen wanneer de contactsleutel in stand bekneld kunnen raken.
Pagina 72
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Elektrisch bedienbare zijruiten omhoog. De elektrisch bedienbare zijruiten WAARSCHUWING komen steeds verder omhoog of omlaag Als er kinderen in de auto zitten: zolang u de schakelaar bedient. Let erop dat u altijd de stroomtoevoer naar Automatische bediening de elektrisch bedienbare ruiten verbreekt Druk een van de bedieningsknoppen (3)
Pagina 73
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Ruiten en spiegels Achteruitkijkspiegel tisch gedimd. Het hendeltje (1) is niet aanwezig Kompas kalibreren op spiegels met autodimfunctie. Achteruitkijkspiegel met kompas* De aarde is in 15 magnetische zones verdeeld. Fel licht van achteren kan hinderlijke reflecties Het kompas is ingesteld op het geografische in de achteruitkijkspiegel veroorzaken en u ver- gebied waarin de auto werd afgeleverd.
Pagina 74
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Ruiten en spiegels 3. Houd het knopje (1) ten minste 3 seconden lang ingedrukt. Het cijfer van de huidige magnetische zone verschijnt. 4. Druk meerdere malen op het knopje (1) tot- dat het nummer van de gewenste magne- 1–15 tische zone ( ) verschijnt (zie de kaart...
Pagina 75
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Ruiten en spiegels Buitenspiegels Elektrisch inklapbare buitenspiegels* U kunt de buitenspiegels inklappen bij het par- keren en als u op smalle wegen rijdt. Dat is mogelijk als de contactsleutel in stand I of II staat. Spiegels inklappen 1.
Pagina 76
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Ruiten en spiegels “Approach”-verlichting en “Follow Me N.B. BELANGRIJK Home”-verlichting Bij ontgrendeling worden de buitenspiegels Gebruik geen metalen ijskrabber om de rui- De lampjes* in de buitenspiegels gaan bran- niet automatisch uitgeklapt, als deze met ten van ijs te ontdoen.
Pagina 77
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Persoonlijke instellingen Mogelijke instellingen Display Instellen, klok Voor sommige autofuncties zijn persoonlijke U kunt de uur- en minuutaanduiding elk apart MENU instellingen mogelijk. Dit geldt voor de sloten instellen. en de klimaatregelings- en audiofuncties. Voor EXIT 1.
Pagina 78
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Persoonlijke instellingen Timer recirculatie Auto is open, lampje drukt, worden ook het passagiersportier en het kofferdeksel ontgrendeld. Wanneer de timer actief is, wordt de lucht in de Als u de auto met de afstandsbediening ont- auto afhankelijk van de buitentemperatuur grendelt, kunt u de richtingaanwijzers van de Op afstand openen*...
Pagina 79
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Persoonlijke instellingen “Follow Me Home”-verlichting U kunt de tijd aangeven dat de verlichting van de auto moet branden, als u de linker stuur- hendel naar achteren trekt na het uitnemen van de transpondersleutel. U hebt de keuze uit de volgende opties: •...
Pagina 80
02 Instrumenten, schakelaars en bediening HomeLink * Algemene informatie Uiteraard kunt u de originele afstandsbedie- N.B. ningen naast HomeLink blijven gebruiken. HomeLink is dusdanig geconstrueerd dat het niet werkt als de auto van de buitenzijde WAARSCHUWING vergrendeld is. Als u HomeLink gebruikt om een garage- Let erop dat u de originele afstandsbedie- deur of toegangshek te bedienen, dient u ningen wel goed bewaart voor eventuele...
Pagina 81
02 Instrumenten, schakelaars en bediening HomeLink * in de “inleerstand” staat en klaar is voor deur, het toegangshek e.d. moet vervol- de HomeLink-knop ca. 3 seconden lang gens geactiveerd worden bij het indruk- programmering. ingedrukt en laat deze vervolgens los. Her- ken van de bijbehorende HomeLink - haal deze volgorde van indrukken, vast- 2.
Pagina 82
02 Instrumenten, schakelaars en bediening HomeLink * begint te knipperen. Laat beide knoppen buurt van de antennevoet op de ontvan- weer los, wanneer het lampje dat langzaam ger). Raadpleeg als u de knop niet kunt knipperde sneller gaat knipperen. Een snel vinden, de gebruiksaanwijzing van de leve- knipperend lampje geeft aan dat de pro- rancier of neem contact op met de leve-...
Pagina 83
02 Instrumenten, schakelaars en bediening...
Pagina 84
Algemene informatie over de klimaatregeling......... 86 Elektronische klimaatregeling, ECC*............88 Luchtverdeling..................92 Motor- en interieurverwarming op brandstof*......... 93 Extra verwarming op brandstof* (diesel)..........96 Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
Pagina 86
R134a worden (geldt alleen voor auto’s met ECC). Maak in eerste instantie gebruik van de ontwa- gebruikt, zie ook pagina 294. Volvo adviseert • De door de timer geregelde recirculatie van semingsfunctie om condens van de binnen- u om dit werk over te laten aan een erkende de lucht in de passagiersruimte.
Pagina 87
03 Klimaat Algemene informatie over de klimaatregeling Blaasmonden in dashboard Zijruiten en schuifdak Voor een goede werking van de airconditioning Werkelijke temperatuur moet u de zijruiten en de hardtop gesloten hou- De ingestelde temperatuur komt overeen met den. de gevoelstemperatuur op basis van de heer- Optrekken sende omstandigheden in en rond de auto wat de luchtsnelheid, de luchtvochtigheidsgraad,...
Pagina 88
03 Klimaat Elektronische klimaatregeling, ECC* Bedieningspaneel AUTO Elektrische achterruit- en buitenspiegel- Wanneer de hardtop geopend is, komt er meer verwarming warme of koude lucht uit de onderste blaas- Ventilator monden in het interieur. Het vermogen van de Temperatuurknop klimaatregeling wordt bovendien beperkt, als Recirculatie/Interior Air Quality System het niet mogelijk is om voor compensatie te Functies...
Pagina 89
03 Klimaat Elektronische klimaatregeling, ECC* 2. Ventilator Timer Draai aan de knop om de ven- Met de timerfunctie beperkt u (wanneer de ± Selecteer een van de volgende drie func- tilatorsnelheid te verhogen of recirculatiefunctie geselecteerd is) de kans op ties door verschillende malen op de recir- te verlagen.
Pagina 90
03 Klimaat Elektronische klimaatregeling, ECC* 4. Ontwaseming Een symbool op het display boven het bedie- 7 en 8. Elektrisch verwarmde ningspaneel van de klimaatregeling en een U gebruikt de ontwaseming voorstoelen* brandend lampje in de bijbehorende knop om de voorruit en de zijruiten Doe het volgende om de voor- geven aan welke functie u hebt geselecteerd.
Pagina 91
03 Klimaat Elektronische klimaatregeling, ECC* Uitschakeling verloopt handmatig of automa- N.B. tisch. Druk voor handmatige uitschakeling op Let erop dat de passagiersruimte niet snel- de knop. Afhankelijk van de buitentemperatuur ler warm of koud wordt, wanneer u een wordt de verwarming van de achterruit en de hoger of lagere temperatuur kiest dan de buitenspiegels na 12–20 minuten automatisch gewenste.
Pagina 92
03 Klimaat Luchtverdeling Luchtverdeling Toepassing: Luchtverdeling Toepassing: Lucht naar de ruiten. Er komt om snel te ontdooien Lucht naar de vloer en de rui- om een comfortabel een bepaalde hoeveelheid en te ontwasemen. ten. Er komt een bepaalde klimaat en een goede lucht uit de blaasmonden.
Pagina 93
03 Klimaat Motor- en interieurverwarming op brandstof* Algemene informatie over Tanken Accu en brandstof verwarmingen Als de accu onvoldoende opgeladen is of als het brandstofpeil te laag is, wordt de standver- U kunt de standverwarming die de motor en warming automatisch uitgeschakeld en er ver- het interieur verwarmt meteen inschakelen of schijnt een melding op het display.
Pagina 94
03 Klimaat Motor- en interieurverwarming op brandstof* Verwarming inschakelen Symbolen en displayteksten Display Betekenis Wanneer u de instellingen van een VERWARMING De verwarming werd Directe start van de timers of acti- uitgeschakeld om te STOP ACCUS- veert, gaat het informatielampje op zorgen dat er vol- PANN.
Pagina 95
03 Klimaat Motor- en interieurverwarming op brandstof* De interieurverwarming gaat van start, zodra 7. Druk op de knop RESET om de timers te N.B. de koelvloeistof in de motor de juiste tempe- activeren. Als u de klok van de auto bijstelt, worden ratuur heeft bereikt.
Pagina 96
03 Klimaat Extra verwarming op brandstof* (diesel) Extra verwarming (diesel) Bij koud weer moet de extra verwarming wel- licht worden ingeschakeld om motor en pas- sagiersruimte voldoende te verwarmen. De extra verwarming wordt automatisch inge- schakeld wanneer er extra warmte nodig is ter- wijl de motor loopt.
Pagina 100
04 Interieur Voorstoelen Zithouding, handmatig bedienbare Zithouding, elektrisch bedienbare Lendensteun wijzigen , aan de knop stoel draaien. stoel* Hellingshoek rugleuning wijzigen, aan de knop draaien. Bedieningspaneel voor elektrisch bedien- bare stoel*. Hendel (2) is niet op alle stoelmodellen aanwe- zig. WAARSCHUWING Zet de bestuurdersstoel in de juiste stand en stel de veiligheidsgordel af (zie pagina 18)
Pagina 101
04 Interieur Voorstoelen Er wordt een beveiliging tegen overbelasting Stoel in vastgelegde stand zetten N.B. geactiveerd, als een van de stoelen wordt Druk op een van de geheugenknoppen 1–3, Het geheugen van de transpondersleutel geblokkeerd. Als dit het geval is, moet u het totdat de stoel en de buitenspiegels tot stil- werkt onafhankelijk van het geheugen van contact uitschakelen en enige tijd wachten...
Pagina 102
04 Interieur Voorstoelen Stoel naar achteren duwen: N.B. Zorg dat er niemand op de stoel zit, wanneer deze ten behoeve van de achterinstap naar voren schuift. N.B. Zet de stoel lager alvorens deze naar voren te duwen – anders bestaat het gevaar dat de hoofdsteun tegen de zonneklep aan- komt.
Pagina 103
04 Interieur Voorstoelen 2. Til de handgreep (1), zie pagina 100, omhoog en duw de stoel tot in de achterste eindstand. 3. Duw, terwijl u de handgreep omhoog- houdt, de stoel tot in de gewenste stand naar voren en laat de handgreep weer los. Achterinstap, elektrisch bedienbare stoel Stoel naar voren duwen...
Pagina 104
Houd de achterkant van de knop inge- drukt. Vloermatten* 3. Plaats de veiligheidsgordel op de gordel- Volvo biedt vloermatten die speciaal voor de geleider terug. auto vervaardigd zijn. WAARSCHUWING Zorg dat de vloermat voor de bestuurders-...
Pagina 105
Water op de hardtop kan bij het openen van sluiten. de hardtop de kofferbak en het interieur Volvo adviseert tevens het volgende: inlopen. • Vlakke ondergrond. •...
Pagina 106
04 Interieur Elektrisch bedienbare hardtop Afdekking Hardtop openen en sluiten komen na afloop van de hardtopbediening weer omhoog. Laat de knop los, wanneer er een signaal klinkt en de melding DAK DICHT DAK OPEN het informatiedisplay verschijnt. WAARSCHUWING Trek nooit aan de ontkoppelingskabel voor het hydraulische systeem die onder het zit- gedeelte van de achterbank zit.
Pagina 107
Sluit het kofferdeksel. hardtop (zie pagina 105). Zelfs als er aan de zijn servicewerkzaamheden door een voorwaarden is voldaan, bestaat er een • erkende Volvo-werkplaats vereist. KOFFERBAKDEKSEL HELEMAAL aanzienlijk gevaar voor materiële schade. OPENEN – Open het kofferdeksel geheel. •...
Pagina 108
• mogelijke schade aan de onderdelen van de hardtop. Reparaties mogen alleen door een erkende Volvo-werkplaats worden uitgevoerd. Ingrepen in het hardtopsysteem kunnen storingen in de werking veroorzaken en lei- den tot ernstig letsel.
Pagina 109
04 Interieur Windscherm* Algemene informatie N.B. Wees voorzichtig met de bekleding. U gebruikt de ritssluitingen van het wind- scherm om bagage op de achterbank te ver- voeren of deze te verwijderen. WAARSCHUWING Controleer of het windscherm goed vastzit. Het kan anders loskomen bij uitwijkma- noeuvres e.d.
Pagina 110
04 Interieur Interieurverlichting • Leeslampjes voorin en de motor afgezet is en het contact in stand Make-upspiegel* 0 is gezet interieurverlichting • de auto ontgrendeld is zonder dat de motor is gestart. Plafondverlichting De leeslampjes worden in- en uitgeschakeld met een druk op de bijbehorende knoppen op de plafondconsole.
Pagina 111
04 Interieur Interieurverlichting Automatische verlichting De interieurverlichting gaat aan en blijft 5 minu- ten lang branden, wanneer een van de portie- Met de knop (2), zie pagina 110, kunt u drie ren openstaat. verlichtingsstanden selecteren voor de verlich- ting in het interieur: Als u een bepaalde verlichtingsfunctie hand- matig inschakelt, zal deze na 5 minuten auto- •...
Pagina 112
04 Interieur Opbergmogelijkheden in passagiersruimte Opbergmogelijkheden...
Pagina 113
04 Interieur Opbergmogelijkheden in passagiersruimte Opbergvak in portierpaneel. Dashboardkastje Kledinghaak Kledinghaak (alleen voor de lichtere kle- dingstukken). Opbergvak aan de voorkant van de voor- stoelzittingen. Parkeerkaarthouder Dashboardkastje Opbergvak achter middenconsole Bekerhouder (met schuifklepje*) Tunnelvak (bijvoorbeeld voor cd’s) Bekerhouder (met schuifklepje*) Opbergvak in zijpaneel achterin.
Pagina 114
04 Interieur Opbergmogelijkheden in passagiersruimte Opbergvak in portierpaneel Opbergvak in zijpaneel achterin Opbergvak onder de armsteun voorin U kunt het opbergvak openen door het onder U kunt het opbergvak openen en sluiten door Onder de armsteun zit een opbergvak. In de aan de voorkant op te tillen en sluiten door in het midden van de bovenkant ervan lichte deelbare armsteun zit tevens een kleiner...
Pagina 115
04 Interieur Opbergmogelijkheden in passagiersruimte Bekerhouder in middenconsole Bewaar geen parkeergeld, sleutels en soortge- lijke metalen voorwerpen in de bekerhouder, omdat dergelijke voorwerpen ertoe kunnen lei- den dat het alarm* ten onrechte afgaat, zie pagina 138. Sluit het schuifklepje door het aan de voorkant beet te pakken en naar voren toe dicht te schui- ven.
Pagina 116
04 Interieur Opbergmogelijkheden in passagiersruimte WAARSCHUWING Eventuele voorwerpen in dit opbergvak mogen een aangetrokken handremhendel niet in de weg zitten.
Pagina 117
04 Interieur Kofferbak Bagagewand Load Assist Sticker op bagagewand. Knop om de hardtop omhoog en omlaag te bren- De bagagewand heeft tot doel de hoeveelheid N.B. gen. bagage in de kofferbak dusdanig te beperken Een geopende hardtop ligt opgevouwen in de Bij een te grote hoeveelheid lading in de dat de hardtop ongehinderd kan bewegen.
Pagina 118
Bijpassende sjorbanden zijn ver- Wanneer de hardtop is uitgeklapt bij gebruik 3. Klap de bagagewand na het inladen weer krijgbaar bij de erkende Volvo-werkplaats. van Load Assist of als de beweging van de hardtop werd onderbroken doordat er twee- omlaag.
Pagina 119
04 Interieur Kofferbak Elektrische aansluiting in kofferbak Doorsteekluik Middelste ruggedeelte achterbank openen ± Trek aan het riempje dat aan de bovenkant van het middelste ruggedeelte zit om bij het luik te komen. Middelste ruggedeelte achterbank sluiten 1. Plaats het middelste ruggedeelte terug met de onderkant eerst.
Pagina 120
04 Interieur Kofferbak Als de auto is uitgerust met een skizak* moet u de gordel door de handgreep ervan halen. WAARSCHUWING Zet de motor af en trek de handrem aan bij het in- en uitladen van lange voorwerpen. Vergeet niet dat een voorwerp met een gewicht van 20 kg tijdens een frontale bot- sing bij een snelheid van 50 km/h zich kan gedragen als een voorwerp met een gewicht...
Pagina 122
Transpondersleutel met sleutelblad............124 Vergrendelingspunten................127 Privacy locking* ..................128 Keyless drive*..................130 Batterij in transpondersleutel..............133 Vergrendelen en ontgrendelen ............. 134 Alarm* ....................138 Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
Pagina 124
Volvo-werk- dersportier en het dashboardkastje. plaats, bij voorkeur een erkende Volvo-werk- De unieke code van de sleutelbladen is bekend plaats, brengen. Ter voorkoming van diefstal bij de erkende Volvo-werkplaatsen, waar ook moet de code van de zoekgeraakte transpon- nieuwe sleutelbladen kunnen worden besteld.
Pagina 125
05 Sloten en alarm Transpondersleutel met sleutelblad • beter te zien. Met één druk op de knop Afneembaar sleutelblad PACOS* te activeren/deactiveren, zie pagina 24. gaan interieurverlichting, stadslichten vóór en achterlichten, kentekenplaatverlichting Sleutelblad verwijderen en buitenspiegelverlichting (optie) bran- Haal het sleutelblad als volgt uit de transpon- den.
Pagina 126
05 Sloten en alarm Transpondersleutel met sleutelblad 1. Steek het sleutelblad in het sleutelgat van blad van de transpondersleutel. (Voor informa- het bestuurdersportier. tie over het sleutelblad, zie pagina 125.) 2. Draai het blad 45 graden rechtsom en open Duw het sleutelblad in het slot van het het portier.
Pagina 127
05 Sloten en alarm Vergrendelingspunten Vergrendelingspunten voor transponder- sleutel met sleutelblad. Vergrendelingspunten voor transponder- sleutel met verwijderd sleutelblad. Voor een beschrijving van de verschillende opbergmogelijkheden, zie pagina 112.
Pagina 128
05 Sloten en alarm Privacy locking* Algemene informatie over Privacy Privacy locking activeren N.B. locking Op het informatiedisplay zal de tekst De functie Privacy locking is bestemd voor als KOFFERBAK APART DICHT VOOR u de auto afgeeft voor een onderhoudsbeurt of verschijnen.
Pagina 129
05 Sloten en alarm Privacy locking* 1. Steek het sleutelblad van de transponder- sleutel in het sleutelgat van het dashboard- kastje en draai het 180 graden rechtsom. 2. Plaats het afneembare sleutelblad in de transpondersleutel terug, zie pagina 125. 3. Open het kofferdeksel en klap de bagage- wand omlaag die bij bediening van de hardtop in de weg zit –...
Pagina 130
05 Sloten en alarm Keyless drive* Vergrendelings- en startsysteem meer bijbestellen. Het systeem kan tot zes knop in stand I of II staat bij het openen of slui- transpondersleutels met Keyless-functie han- ten van een portier. zonder sleutel teren. Wanneer de transpondersleutel weer in de auto is gelegd, verdwijnen de waarschuwingsmel- Transpondersleutel binnen een straal ding en het geluidssignaal nadat een van de...
Pagina 131
05 Sloten en alarm Keyless drive* ± niet dicht bij een mobiele telefoon, metalen Druk op de vergrendelingsknop op een van 2. Open het kofferdeksel door de openings- voorwerpen of in een metalen attachékoffer. de portierhandgrepen. knop op het kofferdeksel onderhands in te drukken en het kofferdeksel op te tillen.
Pagina 132
05 Sloten en alarm Keyless drive* Portier ontgrendelen met sleutelblad Portierhandgreep, links N.B. Middenconsole, onder achterstuk Wanneer u het bestuurdersportier met het sleutelblad ontgrendelt en vervolgens Portierhandgreep, rechts opent, gaat het alarm af. Het wordt uitge- schakeld door de transpondersleutel in het Middenconsole, onder voorstuk contactslot te steken, zie pagina 139.
Pagina 133
05 Sloten en alarm Batterij in transpondersleutel Uitgeputte batterij in signalen van de transpondersleutel, moet u de batterij vervangen (type CR 2450, 3 V). transpondersleutel Wanneer de batterij bijna leeg is zodat de 1. Leg de transpondersleutel met de knoppen afstandsbediening niet langer optimaal func- omlaag neer en werk de afdekking met een tioneert, begint het informatiesymbool...
Pagina 134
05 Sloten en alarm Vergrendelen en ontgrendelen Auto van de buitenzijde vergrendelen/ Kofferdeksel mechanisch openen WAARSCHUWING ontgrendelen Let erop dat inzittenden in de auto kunnen Voor auto’s met Keyless drive-functie (zie worden opgesloten, als u de auto met de pagina 130). transpondersleutel van de buitenzijde ver- grendelt.
Pagina 135
05 Sloten en alarm Vergrendelen en ontgrendelen Auto van de binnenzijde vergrendelen/ Portieren openen BELANGRIJK ontgrendelen Als de portieren van de binnenzijde vergren- De hardtop moet volledig dicht- of open- deld zijn: staan, voordat u het kofferdeksel langs ± mechanische weg mag openen. Trek tweemaal aan de handgreep om het portier te ontgrendelen, waarna u het kunt openen.
Pagina 136
05 Sloten en alarm Vergrendelen en ontgrendelen Wanneer u de auto vanaf de binnenzijde ver- Bij Safelock is de auto alleen met de transpon- EXIT grendelt, lichten de lampjes eenmaal lang op. dersleutel te ontgrendelen. Het bestuurders- ENTER Bij ontgrendelen vanaf de binnenzijde lichten portier is ook te ontgrendelen met het afneem- de lampjes tweemaal korte tijd op.
Pagina 137
05 Sloten en alarm Vergrendelen en ontgrendelen • Als u de Safelock-functie wilt uitschakelen: WAARSCHUWING Druk op ENTER en vergrendel de auto. Als Laat niemand in de auto achter zonder eerst de auto uitgerust is met een alarmsysteem de Safelock-functie te deactiveren. Zo voor- met bewegingsmelders en niveausenso- komt u dat iemand opgesloten raakt.
Pagina 138
Neem verkeerde sleutel of wordt gemanipuleerd dan contact op met een werkplaats – een • er beweging in de passagiersruimte wordt erkende Volvo-werkplaats wordt geadviseerd. Alarmindicatie waargenomen (als er een bewegingsmel- der aanwezig is) N.B.
Pagina 139
05 Sloten en alarm Alarm* Geactiveerd alarm uitschakelen Transpondersleutel defect BELANGRIJK ± Druk op de ontgrendelingsknop van de De richtingaanwijzers van de auto geven transpondersleutel of steek de sleutel in een lang lichtsignaal af en de led op het het contactslot. dashboard licht om de twee seconden een- maal op ter bevestiging dat het alarm volle- De richtingaanwijzers van de auto geven ter...
Pagina 140
05 Sloten en alarm Alarm* transpondersleutel naar sleutelstand II Alarm op portieren testen draait. 1. Activeer het alarm. 2. Wacht 30 seconden. Beperkt alarmniveau 3. Ontgrendel de auto met de sleutel aan de Om te voorkomen dat het alarm afgaat wan- bestuurderszijde.
Pagina 144
Vermijd onnodig snel optrekken en krach- ting bij gebruik van een aanhanger/caravan, zie met een grotere capaciteit. Informeer bij de tig remmen. pagina 180. dichtstbijzijnde erkende Volvo-werkplaats naar • Laat zware lading niet onnodig lang in de • de mogelijkheden voor uw auto.
Pagina 145
06 Starten en rijden Algemene informatie Doorwaaddiepte Als de accuspanning laag is, verschijnt op het BELANGRIJK ACCUSPANN. informatiedisplay de melding U kunt met de auto door waterpartijen van Laat de auto niet langdurig in water staan LAAG STROOMBESPARING . De energiebe- maximaal 25 cm diep rijden met een maxi- dat tot boven de dorpelbalken reikt om elek- sparingsfunctie schakelt vervolgens bepaalde...
Pagina 146
06 Starten en rijden Tanken Tankvulklep openen Openen vanuit kofferbak Tankdop 1. Draai de tankdop zo ver los dat u een merk- bare weerstand voelt. 2. Draai de dop tot aan de aanslag voorbij de weerstand. 3. Trek de dop uit de vulopening. 4.
Pagina 147
Zorg altijd dat u geen brandstofdampen wordt continu bijgesteld. De regeling schept de garanties van Volvo en eventuele aanvul- inademt of brandstofspatten in de ogen ideale omstandigheden voor een effectieve lende servicecontracten; dit geldt voor alle krijgt.
Pagina 148
Volvo stelt en geven aan- Het brandstoffilter ontdoet de brandstof van leiding tot verhoogde vormen van slijtage en condenswater. Condenswater kan anders aan- motorschade die niet worden gedekt door leiding geven tot motorstoringen.
Pagina 149
06 Starten en rijden Tanken Houd u voor het aftappen van het condenswa- verwarming zonder verdere indicatie spontaan BELANGRIJK ter aan de specificaties die in uw Service- en aanslaat. Als het filter helemaal met deeltjes gevuld is, garantieboekje staan aangegeven. Ook wan- Regeneratie bij koud weer kan het onbruikbaar worden.
Pagina 150
06 Starten en rijden Alcoguard * Algemene informatie over het Functies Bediening alcoholslot Batterij Het alcoholslot voorkomt dat bestuurders die Het controlelampje (4) van de blaasunit geeft onder invloed zijn in de auto kunnen rijden. de ladingstoestand van de batterij aan: Voordat de motor kan worden gestart, moet u een blaastest afgeven om vast te stellen dat u Lampje (4)
Pagina 151
ALCOGUARD KALIBR. VEREIST op het dis- play. Als er vervolgens niet binnen 30 dagen gekalibreerd wordt, dan kan de motor niet lan- Geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
Pagina 152
Bij installatie van het alcoholslot geeft u aan of INZETSTUK STROOMKABEL . Sluit de voe- omzeilen mogelijk moet zijn via de bypass- of dingskabel uit het dashboardkastje in dat geval Geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
Pagina 153
(3) of doe een nieuwe blaastest. ALCOGUARD De test is mislukt – doe een nieuwe ONGELDIGE TEST blaastest. U blies te kort – ALCOGUARD LANGER BLAZEN blaas langer. Geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
Pagina 154
06 Starten en rijden Motor starten Voordat de motor wordt gestart len met Keyless Drive, zie pagina 130) niet lan- N.B. ger in de sleutelstand ( III) vast te houden totdat ± Trek de handrem aan. Tijdens de koude start is het mogelijk dat het de motor is aangeslagen.
Pagina 155
06 Starten en rijden Motor starten II – Rijstand 2. Houd het stuurwiel in dezelfde stand vast terwijl u de sleutel weer in het contactslot De stand waarin de transpon- steekt en een nieuwe startpoging doet. dersleutel tijdens het rijden staat.
Pagina 156
06 Starten en rijden Keyless drive* Algemene informatie Auto starten Starten met transpondersleutel ± Bedien het koppelingspedaal (auto met handbak) of het rempedaal (auto met auto- maat). Benzinemotor ± Druk op de startknop en draai deze naar sleutelstand III. Dieselmotor 1.
Pagina 157
06 Starten en rijden Handgeschakelde versnellingsbak Schakelstanden Blokkering achteruitversnelling De blokkering van de achteruitversnelling beperkt het risico dat u tijdens het vooruitrijden op normale snelheid onbedoeld de achteruit- versnelling inschakelt. • Begin vanuit de neutraalstand N en scha- kel alleen de achteruitversnelling R in, wan- neer de auto stilstaat.
Pagina 158
06 Starten en rijden Automatische versnellingsbak Handmatig schakelen met Geartronic Handmatig schakelen met Geartronic N.B. (+/–) U moet het rempedaal bedienen om de keu- Met de automatische versnellingsbak Geartro- zehendel uit stand P te kunnen halen. nic kunt u ook handmatig schakelen. Bij het loslaten van het gaspedaal wordt de auto op In stand P is de versnellingsbak mechanisch de motor afgeremd.
Pagina 159
06 Starten en rijden Automatische versnellingsbak • Zet de hendel helemaal naar links in stand voorkomen schakelt de auto op wanneer de Automatische schakelblokkering motor het maximumtoerental heeft bereikt. Auto’s met een automatische versnellingsbak zijn uitgerust met een aantal speciale beveili- Kickdown gingssystemen: Mechanische keuzehendelblokkering...
Pagina 160
06 Starten en rijden Automatische versnellingsbak Automatische schakelblokkering Koude start Automatische versnellingsbak deactiveren Powershift* Als u bij koud weer wegrijdt, is het mogelijk dat het schakelen ietwat stug gaat. Dit komt omdat de versnellingsbakolie bij lagere temperaturen stroperiger wordt. Wanneer u bij lage tempe- raturen wegrijdt, schakelt de versnellingsbak later op dan normaal om de uitstoot van uit- laatgassen te beperken.
Pagina 161
06 Starten en rijden Automatische versnellingsbak die van de automatische versnellingsbak Gear- pende hellingen of met een aanhanger/caravan Displaymelding en maatregel tronic, die in het voorgaande gedeelte werd achter de auto kan de versnellingsbak te warm In bepaalde situaties kan er een bepaalde mel- besproken.
Pagina 162
06 Starten en rijden Automatische versnellingsbak Lampje Display Rijeigenschappen Maatregel TRANSM. TE HEET REM AF Problemen om snelheid constant te hou- Versnellingsbak oververhit. Houd de auto den bij hetzelfde toerental. stil met het rempedaal TRANSM. TE HEET VEILIG PARKEREN Auto rijdt met hevige schokkerige bewe- Versnellingsbak oververhit.
Pagina 163
06 Starten en rijden Remsysteem Rembekrachtiging Remkringen Als de remmen zwaar belast worden Als de auto rolt of wordt gesleept met een uit- Het nevenstaande symbool licht De remmen van de auto worden zwaar belast, geschakelde motor, moet u ongeveer vijfmaal op, wanneer er een remkring wanneer u in de bergen of op wegen met ver- zoveel druk uitoefenen op het rempedaal als...
Pagina 164
Het waarschuwingslampje voor ABS licht 2 leren – een erkende Volvo-werkplaats wordt het gaspedaal wijzigt of de alarmlichten uit- geadviseerd. seconden op, als er de vorige keer dat de...
Pagina 165
06 Starten en rijden DSTC (stabiliteits- en tractieregelsysteem)* Algemene informatie Beperkte functie beperkingen meer gelden voor de te geven hoeveelheid gas. Het stabiliteits- en tractieregelsysteem STC/ DSTC ((Dynamic) Stability and Traction Con- Bediening trol) helpt de bestuurder voorkomen dat de 1.
Pagina 166
STC/DSTC-systeem. stand en zet de motor af. > Als de melding een volgende keer dat u motor start opnieuw verschijnt, rijd de auto dan naar een werkplaats. Geadvi- seerd wordt een erkende Volvo-werk- plaats. Lampjes op instrumentenpaneel STC-/DSTC-systeem Informatie...
Pagina 167
De Park Assist is bedoeld als hulpmiddel tij- hanger achter de auto hebt hangen die met en rechterzijde. dens het parkeren. Geluidssignalen geven de een originele aanhangerkabel van Volvo afstand tot een waargenomen obstakel aan. aangesloten is. Parkeerhulp aan de achterzijde...
Pagina 168
Het sys- Assist defect. Neem voor service teem wordt opnieuw geactiveerd bij snelheden contact op met een werkplaats – geadviseerd lager dan 10 km/h. wordt een erkende Volvo-werkplaats. Sensoren voor Park Assist. Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
Pagina 169
06 Starten en rijden Parkeerhulp* De sensoren werken alleen naar behoren, wan- neer u ze regelmatig schoonmaakt met water en autoshampoo. N.B. Vuil, sneeuw en ijs op de sensoren kunnen ten onrechte aanleiding geven tot waar- schuwingssignalen. Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
Pagina 170
06 Starten en rijden BLIS* – Blind Spot Information System Algemene informatie BLIS is een informatiesysteem dat de bestuur- Dode hoeken der in bepaalde omstandigheden waarschuwt, wanneer er zich een voertuig in de zogeheten dode hoek bevindt en in dezelfde richting rijdt. Het systeem werkt het best in druk verkeer op meerbaanswegen.
Pagina 171
06 Starten en rijden BLIS* – Blind Spot Information System U kunt het systeem deactiveren/heractiveren WAARSCHUWING WAARSCHUWING door op de knop BLIS te drukken. BLIS werkt niet in scherpe bochten. Het systeem reageert niet op fietsers en Het lampje in de knop dooft, wanneer het sys- bromfietsers.
Pagina 172
Laat reparaties van de onderdelen van het schijnt op het display de melding BLIS BLIS-systeem over aan een werkplaats – De camera wordt SERVICE VEREIST geadviseerd wordt een erkende Volvo- automatisch gere- werkplaats. set, wanneer de Hier volgen enkele afbeeldingen van situaties gegevensover-...
Pagina 173
06 Starten en rijden BLIS* – Blind Spot Information System Eigen schaduwen op grote, lichtgekleurde en gladde oppervlakken zoals geluidsschermen of betonnen wegen. Laag staande zon in de camera. Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
Pagina 174
06 Starten en rijden Slepen en bergen Starten met hulpaccu Automatische versnellingsbak WAARSCHUWING Geartronic Gebruik een hulpaccu als de startaccu dusda- Het stuurslot blijft in de stand staan die gold ± Zet de keuzehendel in stand N en los de nig ontladen is dat de motor niet kan worden bij het verbreken van de spanning.
Pagina 175
06 Starten en rijden Slepen en bergen ± Zet de keuzehendel in stand N en los de BELANGRIJK handrem. Vermijd slepen. • Een auto die op een gevaarlijke plek in het verkeer staat, mag echter over een korte afstand (tot 10 km) en op lage snelheid (tot 10 km/h) worden versleept.
Pagina 176
06 Starten en rijden Slepen en bergen Sleepoog • U opent de versie met een uitsparing Het sleepoog dient te worden vastgeschroefd Schroef het sleepoog tot aan de flens naar door een muntstuk of iets dergelijks in in een draadbus achter een afdekking in de binnen.
Pagina 177
06 Starten en rijden Slepen en bergen BELANGRIJK Het sleepoog is alleen bedoeld voor het sle- pen over de weg en niet geschikt voor ber- ging wanneer de auto bijvoorbeeld in een sloot is gereden of vast is komen te zitten. Roep professionele hulp in voor berging.
Pagina 178
06 Starten en rijden Starten met hulpaccu Starten met een hulpaccu 3. Als de hulpaccu zich in een andere auto BELANGRIJK bevindt, moet u de motor van die auto Raak de aansluitingen niet aan tijdens de afzetten. Zorg ervoor dat de auto’s elkaar startpoging.
Pagina 179
Let erop dat er op grond van de wetgeving 1000 kilometer heeft gereden. voor motorvoertuigen in uw land verdere Als de trekhaak in een erkende Volvo-werk- beperkingen van het aanhangergewicht en • Bij het afdalen op lange en steile hellingen plaats wordt gemonteerd, is de auto bij aanle- de snelheid kunnen gelden.
Pagina 180
06 Starten en rijden Rijden met een aanhanger Handgeschakelde versnellingsbak Steile hellingen 4. Haal uw voet van het rempedaal en rijd • weg. Blokkeer een automatische versnellings- Oververhitting bak niet met een hogere versnelling dan de Bij het slepen van een aanhanger/caravan in motor “aankan”...
Pagina 181
BELANGRIJK polig contact, hebt u een adapter nodig. Neem na gebruik altijd de trekhaak los en Gebruik een door Volvo goedgekeurde adap- Belangrijke controlepunten berg deze op de daarvoor bestemde plaats terkabel. Zorg dat de kabel niet over de grond •...
Pagina 182
06 Starten en rijden Trekhaak* Specificaties Afmetingen voor bevestigingspunten (mm) Vaste of afneembare trekhaak in standaarduitvoering 1172 Langsligger Middelpunt kogel Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
Pagina 183
06 Starten en rijden Afneembare trekhaak* Trekhaak monteren 2. Controleer of het mechanisme in de ont- 3. Controleer of het controlevenster (3) rood grendelde stand staat door de sleutel van kleur is. Als het venster niet rood van 1. Verwijder de afdekking door de pal in te rechtsom te draaien.
Pagina 184
06 Starten en rijden Afneembare trekhaak* 4. Breng de trekhaak aan en duw deze naar 5. Controleer of het controlevenster groen 6. Draai de sleutel linksom naar de vergren- binnen totdat u een klik hoort. van kleur is. delde stand. Neem de sleutel uit het slot. Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
Pagina 185
06 Starten en rijden Afneembare trekhaak* Trekhaak verwijderen 7. Controleer of de trekhaak vastzit door deze 8. Veiligheidskabel. stevig omhoog, omlaag en naar achteren 1. Steek de sleutel in het slot en draai deze te bewegen. WAARSCHUWING rechtsom in de ontgrendelde stand. Let erop dat u de veiligheidskabel van de WAARSCHUWING aanhanger aan de daarvoor bestemde...
Pagina 186
06 Starten en rijden Afneembare trekhaak* 2. Druk de vergrendelingsknop 3. Draai de vergrendelingsknop volledig 4. Duw de afdekking erop. in en draai omlaag totdat deze niet verder kan. Houd deze linksom totdat u een klik hoort. de knop in deze stand vast terwijl u de trekhaak schuin naar achteren toe omhoogtrekt.
Pagina 187
06 Starten en rijden Lading vervoeren • Algemene informatie Zet alle bagage met riemen of bevesti- gingsbanden aan de verankeringsogen Het laadvermogen is afhankelijk van het rijklaar vast. gewicht van de auto. Het laadvermogen dient te worden verminderd met de som van het WAARSCHUWING gewicht van eventuele inzittenden en dat van gemonteerde accessoires.
Pagina 188
– geadviseerd wordt een verblindt. erkende Volvo-werkplaats. Omdat de lam- Bij de juiste lichtbundel wordt ook de berm pen voorzien zijn van een ontstekingsge- beter verlicht.
Pagina 192
07 Wielen en banden Algemene informatie Rijeigenschappen en banden Snelheidsaanduidingen Nieuwe banden De banden zijn van grote invloed op de rijei- De auto is voorzien van een typegoedkeuring genschappen van de auto. Zowel het type, de voor de uitvoering waarin deze werd aangele- maat, de bandenspanning als de snelheids- verd.
Pagina 193
“spikes” hun positie kunnen innemen. Zo en doe dat daarna om de 10.000 km opnieuw. gaan de banden en vooral de “spikes” langer Volvo adviseert u contact op te nemen met een mee. Slijtage-indicatoren. erkende Volvo-werkplaats als u niet zeker bent van de profieldiepte.
Pagina 194
De wettelijke bepalingen voor het gebruik U dient de wielmoeren aan te halen, (1) met keurd zijn door Volvo en deel uitmaken van de van banden met “spikes” verschillen van resp. 110 Nm en (2) 130 Nm. Als u ze te strak originele accessoires van Volvo.
Pagina 195
Het rijgedrag van de auto kan zich wijzigen bij het gebruik van een Volvo adviseert u contact op te nemen met een compact reservewiel. Het compacte reserve- erkende Volvo-werkplaats als u niet zeker bent wiel is kleiner dan een normaal wiel.
Pagina 196
07 Wielen en banden Bandenspanning • Aanbevolen bandenspanning Bandenspanning compact reservewiel een te lage bandenspanning rijdt, kunnen de (Temporary Spare). banden oververhit raken en kapotgaan. Zie de bandenspanningstabel voor de juiste Bandenspanning controleren bandenspanning. De aangegeven banden- Controleer regelmatig de bandenspanning. spanning geldt bij koude banden (kan verschil- len naargelang van de buitentemperatuur).
Pagina 197
07 Wielen en banden Bandenspanning Bandenspanningstabel Type Bandenmaat Snel- Belading (1–3 inzittenden) Max. belading heid Achter (kPa) Voor (kPa) Achter (kPa) ECO-banden- Voor (kPa) (km/h) spanning 215/55 R16 91W 0–160 160+ 215/50 R17 91W 0–160 235/45 R17 94W 160+ 235/40 R18 91Y 215/55 R16 91W 0–160 160+...
Pagina 198
De krik* en de wiel- sleutel* zitten in het schuimrubber blok in de kofferbak. N.B. Volvo adviseert u alleen de krik te gebrui- ken* die bij de auto hoort, zoals aangegeven op de kriksticker. Op de sticker staat tevens de maximale hef- capaciteit bij de vermelde minimale hef- hoogte.
Pagina 199
07 Wielen en banden Gevarendriehoek* en reservewiel* Reservewiel en gereedschap Reservewiel en gereedschap. (Positie, gereedschap en ook voor noodreparatieset banden.) Het reservewiel* ligt in een opbergzak in de Stop de lekke band in de opbergzak en zet reservewielruimte in de kofferbak. In het mid- deze vast met de bevestigingsband.
Pagina 200
07 Wielen en banden Gevarendriehoek* en reservewiel* Gereedschap, terugplaatsen Gereedschap en krik* dienen na gebruik op de juiste wijze te worden opgeborgen. • Bij auto’s met een reservewiel dient de krik dusdanig omlaaggedraaid te worden dat deze in het reservewiel past. •...
Pagina 201
P, als de auto een automati- N.B. sche versnellingsbak heeft. Volvo adviseert u alleen de krik te gebrui- 3. Plaats wielblokken voor en achter de wie- ken* die bij de auto hoort, zoals aangegeven op de kriksticker.
Pagina 202
07 Wielen en banden Wielen verwisselen Wielen monteren WAARSCHUWING 1. Reinig de contactvlakken tussen het wiel Leg nooit iets tussen de krik en de onder- en de naaf. grond en evenmin tussen de krik en het krik- steunpunt van de auto. 2.
Pagina 203
Rijd nooit sneller dan 80 km/h, nadat u de controleren en zo nodig tijdelijk te corrigeren. Kabel noodreparatieset hebt gebruikt. Volvo advi- De set bestaat uit een compressor en een bus seert een erkende Volvo-werkplaats te Bushouder (oranje deksel) met afdichtmiddel.
Pagina 204
07 Wielen en banden Noodreparatie banden* Lekke band repareren 3. Controleer of de knop in stand 0 staat en WAARSCHUWING neem de kabel en de luchtslang erbij. Ga nooit naast de band staan terwijl de compressor aan het pompen is. Bij barsten, N.B.
Pagina 205
Vervang de bus met afdichtmiddel en de van de originele banden die op de auto zitten. kan afdichten. slang na gebruik. Volvo adviseert u het ver- 1. De compressor moet uitstaan. Zorg dat de Reparatieresultaat en bandenspanning vangen over te laten aan een erkende Volvo- knop in stand 0 staat en neem de kabel en werkplaats.
Pagina 206
07 Wielen en banden Noodreparatie banden* 7. Plaats het ventieldopje terug. WAARSCHUWING Het inademen van uitlaatgassen kan levens- Spuitbus met afdichtmiddel vervangen gevaarlijk zijn. Laat de motor daarom nooit draaien in ruimten die zijn afgesloten of Vervang de bus voordat de houdbaarheidsda- onvoldoende geventileerd zijn.
Pagina 210
08 Verzorging Schoonmaken Auto wassen lak aantasten en deze zeer snel doen verkleu- BELANGRIJK ren. Een dergelijke verkleuring is alleen te her- Was de auto zodra deze vuil geworden is. Vuile koplampen werken minder goed. stellen door de vakman. Gebruik autoshampoo. Vuil en strooizout kun- Maak ze daarom regelmatig schoon, tijdens nen aanleiding geven tot corrosie.
Pagina 211
Maak voor het Volvo-werkplaats verkrijgbaar is. Volg bij het schoonmaken gebruik van een licht bevoch- gebruik van dit reinigingsmiddel de gebruiks- tigde doek.
Pagina 212
Gebruik alleen reinigingsmiddelen en autover- door beschadigd kan raken. U hoeft een nieuwe auto pas na een jaar te zorgingsproducten die door Volvo geadviseerd poetsen. In de was zetten kunt u eerder doen. Wees voorzichtig bij het schoonmaken om te worden.
Pagina 213
à viermaal per jaar (zo nodig vaker) bescher- ming. mende crème op te brengen. De Volvo Leather • Gebruik natuurlijke oliën. Voor het beste Care-set is verkrijgbaar bij de Volvo-dealer. resultaat wordt geadviseerd het leerver- zorgingsmiddel van Volvo te gebruiken.
Pagina 214
Voor het reinigen van interieuronderdelen en - panelen wordt een speciaal reinigingsmiddel geadviseerd dat verkrijgbaar is bij de erkende Volvo-werkplaats. Krab of wrijf nooit over een vlek. Gebruik nooit sterke vlekkenmiddelen. Veiligheidsgordel schoonmaken Gebruik water en een synthetisch wasmiddel...
Pagina 215
08 Verzorging Lakschade herstellen Steenslagplekken en krassen wijdering van het vuil de ontbrekende lak aan te brengen. De lak vormt een belangrijk onderdeel van de roestwering van de auto en moet daarom Als de steenslagplek wel tot op het regelmatig worden gecontroleerd. Om roest- blanke plaatwerk is doorgedrongen vorming te voorkomen moet u lakschade 1.
Pagina 216
12 jaar te worden nabe- handeld. De auto moet daarna om de drie jaar een nabehandeling ondergaan. Volvo adviseert u contact op te nemen met een erkende Volvo- werkplaats, als de auto aan een nabehandeling toe is.
Pagina 220
Corporation, net voordat de auto aan u werd elektronische apparatuur. Daarom adviseert geleverd. Volvo u altijd contact op te nemen met een erkende Volvo-werkplaats, voordat u service- Om de verkeersveiligheid, bedrijfszekerheid en werkzaamheden aan het elektrische systeem betrouwbaarheid van uw Volvo op een hoog laat uitvoeren.
Pagina 221
MAX-streepje staan. N.B. WAARSCHUWING • Stuurbekrachtigingsvloeistof – De vloeistof Volvo adviseert alleen de krik te gebruiken Het ontstekingssysteem wekt zeer hoge moet tussen het MIN- en MAX-streepje die bij het desbetreffende model hoort. Volg spanningen op. De spanning van het ont- staan.
Pagina 222
09 Onderhoud en service Onderhoud WAARSCHUWING Let erop dat de koelventilator tot enige tijd na het afzetten van de motor nog automa- tisch kan aanslaan. Laat het schoonmaken van de motor altijd over aan een werkplaats. Als de motor heet is, bestaat er gevaar voor brand.
Pagina 223
09 Onderhoud en service Motorkap en motorruimte Motorkap openen 1. Trek aan de vergrendelingshandgreep Peilstok voor motorolie WAARSCHUWING uiterst links onder het dasboard. (Bij auto’s Radiateur Controleer bij het sluiten of de motorkap met het stuur rechts zit de handgreep goed in het slot valt.
Pagina 224
09 Onderhoud en service Motorkap en motorruimte Accu Relais- en zekeringenkastje, motorruimte Luchtfilter De positie hangt van het motortype af...
Pagina 225
Het is toegestaan een oliesoort te gebruiken met een hogere kwaliteit dan aangegeven. Voor ritten onder ongunstige omstandigheden adviseert Volvo u een oliesoort te gebruiken...
Pagina 226
Peil controleren BELANGRIJK systemen aanwezig. Voor meer informatie Om aan vereisten voor de gespecificeerde adviseert Volvo u contact op te nemen met een service-intervallen te voldoen worden alle erkende Volvo-dealer. motoren in de fabriek gevuld met een spe- ciaal aangepaste, synthetische motorolie.
Pagina 227
09 Onderhoud en service Oliën en vloeistoffen Oliepeil controleren bij een warme motor Voor motoren met elektronische Melding 1. Parkeer de auto op een vlakke ondergrond, peilaanduiding zet de motor af en wacht ten minste Motoroliepeil Vul 1 Motorolie bijvullen Wanneer de motor afgezet is, kunt u het duim- 10–15 minuten zodat de olie naar het carter l olie bij...
Pagina 228
09 Onderhoud en service Oliën en vloeistoffen Ruitensproeiervloeistof bijvullen koelvloeistof te laag is als wanneer deze te N.B. hoog is. Meng het antivries met water, voordat u koelvloeistof bijvult. TIP! Maak bij het bijvullen van ruitensproeier- vloeistof ook meteen de wisserbladen schoon. Koelvloeistof controleren en bijvullen De sproeiers van de voorruit en de koplampen staan in verbinding met hetzelfde vloeistofre-...
Pagina 229
Als u het reservoir niet goed gevuld houdt, kan • Gebruik altijd een koelvloeistof met de temperatuur in het systeem plaatselijk dus- roestwerende eigenschappen volgens de aanbevelingen van Volvo. danig hoog oplopen dat er gevaar voor schade (scheurvorming) aan de cilinderkop ontstaat. • Let erop dat het koelvloeistofmengsel...
Pagina 230
09 Onderhoud en service Oliën en vloeistoffen relatieve luchtvochtigheidsgraad rijdt, dient u de remvloeistof ieder jaar te verversen. WAARSCHUWING Als de remvloeistof onder het MIN-streepje van het reservoir staat, mag u niet verder rijden voordat u remvloeistof hebt bijgevuld. Controleer tevens de oorzaak van het rem- vloeistofverlies.
Pagina 231
09 Onderhoud en service Wisserbladen Wisserbladen Wisserbladen voorruit vervangen 1. Klap de wisserarm omhoog. 2. Druk op de knop die op de wisserbladbe- vestiging zit en trek het blad, evenwijdig aan de wisserarm, recht naar buiten (1). 3. Schuif het nieuwe wisserblad naar binnen (2) totdat het vastklikt.
Pagina 232
09 Onderhoud en service Accu Onderhoud van de accu Symbolen op de accu N.B. De rijomstandigheden, de rijstijl, het aantal Draag een veiligheidsbril. Hoe vaker de accu ontladen raakt, des te startpogingen, de weersomstandigheden e.d. minder lang gaat de accu mee. zijn van invloed op de levensduur en de wer- De levensduur van de accu wordt bepaald king van de accu.
Pagina 233
09 Onderhoud en service Accu 7. Haal de klem los waarmee de accu vastzit. Vermijd vonken en open vuur. 8. Til de accu uit de auto. Accu aanbrengen 1. Til de accu op zijn plaats. 2. Breng de klem aan waarmee de accu vast- zit.
Pagina 234
– geadviseerd wordt een het in zijn geheel te verwijderen. erkende Volvo-werkplaats. Omdat de lam- pen voorzien zijn van een ontstekingsge- Lamphuis losmaken deelte dat een hoge spanning opwekt, dient u er extra voorzichtig mee om te gaan.
Pagina 235
09 Onderhoud en service Gloeilampen vervangen Lamphuis aanbrengen 2. Haal de borgklemmen opzij en verwijder de 4. Plaats de kunststof afdekking terug. afdekking. 1. Sluit de connector aan en plaats het lamp- 5. Plaats het lamphuis terug, zie pagina 234. huis alsmede de borgpen terug.
Pagina 236
09 Onderhoud en service Gloeilampen vervangen 4. Plaats de lamphouder terug. U kunt hem Richtingaanwijzer Sidemarker slechts op één manier terugplaatsen. 5. Plaats het lamphuis terug. Stadslichten/parkeerlichten vóór en achterlichten 1. Draai de lamphouder linksom en verwijder 1. Draai de gloeilamp linksom, trek hem naar deze.
Pagina 237
Als een foutmelding niet verdwijnt nadat de 1. Schakel alle lichten uit en draai de trans- kapotte gloeilamp is vervangen, dan wordt u geadviseerd een erkende Volvo-werk- pondersleutel naar stand 0. plaats te bezoeken. 2. Trek de afdekking vervolgens recht naar buiten, naar het midden van de auto toe (zie bovenstaande afbeelding).
Pagina 238
09 Onderhoud en service Gloeilampen vervangen Positie van gloeilampen in Kentekenplaatverlichting Kofferbak achterlamphuis 1. Schakel alle lichten uit en draai de trans- 1. Steek een schroevendraaier achter het Lamphouder (rechter lamphouder afgebeeld). pondersleutel naar stand 0. lamphuis en verdraai deze iets, zodat het Mistachterlicht lamphuis loskomt.
Pagina 239
09 Onderhoud en service Gloeilampen vervangen Verlichting make-upspiegel* Spiegelglas aanbrengen 1. Duw eerst de drie borgnokjes aan de bovenkant van het spiegelglas weer terug. 2. Duw vervolgens de onderste drie vast. Interieurverlichting achterin Spiegelglas verwijderen 1. Steek in het midden aan de onderkant een schroevendraaier achter het glas.
Pagina 240
Om te voorkomen dat het elektrische systeem Volvo adviseert u in dat geval ter controle een van de auto beschadigd raakt door kortsluiting bezoek te brengen aan een erkende Volvo- of overbelasting, zijn alle verschillende elektri- werkplaats.
Pagina 241
7–18 zijn van het type “JCASE” en het wordt geadviseerd een erkende Volvo- werkplaats te bezoeken om ze te laten ver- vangen. • 1–6 zijn van het type “Midi Fuse” en moe- ten worden vervangen door een werk- plaats. Volvo adviseert een erkende Volvo- werkplaats.
Pagina 242
09 Onderhoud en service Zekeringen Koelventilator 50 A Gloeibougie (4-cil. diesel) 60 A Relais startmotor 30 A Stuurbekrachtiging (excl. Gloeibougie (5-cil. diesel) 70 A Bedrading aanhanger* 40 A 1,6 litermotor) 80 A ABS-pomp 40 A Elektrisch bedienbare hard- Voeding voor relais- en zeke- 30 A ABS-ventielen 20 A...
Pagina 243
09 Onderhoud en service Zekeringen Standverwarming op brand- Lambdasonde, vacuümpomp stof, interieurverwarming* 20 A (benzine), regelmodule motor (5-cil. diesel), dieselfilterver- Subwoofer 25 A warming (4-cil. diesel) 20 A Motorregelmodule ECM (5- Drukverklikker klimaatrege- cil. benzine), transmissie ling (5-cil.), bobines (benzine), (TCM) (5-cil.
Pagina 244
09 Onderhoud en service Zekeringen Relais- en zekeringenkastje in passagiersruimte Het kastje biedt plaats aan 50 zekeringen. De 3. Klap het zekeringenkastje (3) tot halver- zekeringen zitten onder het dashboardkastje. wege omlaag. Trek het zo ver in de richting Er is tevens plaats voor een aantal reserveze- van de stoel dat het niet verder kan.
Pagina 245
09 Onderhoud en service Zekeringen Telefoon, audio, RTI*, SRS-systeem 10 A Regelmodule Keyless Bluetooth* 15 A Drive 20 A Reservepositie – SRS-systeem, motorre- Regelmodule afstands- Extra verwarming voor gelmodule ECM (5-cil.) 10 A bediening, regelmodule passagiersruimte, brand- sirene 10 A Elektrische aansluiting stoffilterrelais elektrische interieur...
Pagina 246
09 Onderhoud en service Zekeringen Stoelverwarming passa- Relais brandstofpomp 15 A Elektrisch bedienbare gierszijde 15 A bestuurdersstoel 25 A Reservepositie – Reservepositie – Interieurverlichting, kof- Reservepositie – ferbakverlichting, elek- Voeding elektrisch trisch bedienbare stoelen Elektrische aansluiting bedienbare ruit, rechts- kofferbak, regelmodule achter 20 A accessoires (AEM)
Pagina 250
10 Infotainment Algemene informatie • Infotainment systeem is eenvoudig te bedienen vanaf het Met ENTER (7) kiest u of activeert/deacti- veert u een menu-optie. bedieningspaneel en de toetsenset* op het stuurwiel, zie pagina 68. Op het display (2) ver- • Met EXIT (6) gaat u een stap terug binnen schijnen meldingen en informatie over de het menusysteem.
Pagina 251
10 Infotainment Algemene informatie Dolby Surround Pro Logic II Dolby Surround Pro Logic II verdeelt de twee kanalen van het stereogeluid over de luidspre- kers links, midden, rechts en achterin. Dit levert een realistischer geluidsweergave op dan bij normale tweekanaals stereo. Dolby Surround Pro Logic II en het Dolby-logo zijn handelsmerken van Dolby Laboratories Licensing Corporation.
Pagina 252
10 Infotainment Audiofuncties Bediening audiofuncties pagina 68. Het volume wordt automatisch Externe geluidsbronnen afgestemd op de snelheid van de auto, zie Algemene informatie pagina 255. Geluidsbron kiezen Bij herhaalde malen indrukken van AM/FM loopt u de standen FM1, FM2 en AM door. Bij herhaalde malen indrukken van MODE loopt u de standen CD, USB en AUX door.
Pagina 253
10 Infotainment Audiofuncties Met de knop MODE kiest u de te beluisteren dergelijke mp3-speler te kunnen gebruiken N.B. externe geluidsbron. binnen het systeem, dient de speler in de stand Het systeem biedt ondersteuning van USB Removable device/Mass Storage 1. Als u kiest, verschijnt Apparaat muziekbestanden in de muziekformaten...
Pagina 254
10 Infotainment Audiofuncties • ingangsvolume van de externe geluidsbron MIDDEN – Niveau voor de middenluid- Het Dolby -pictogram op het display geeft aan aan te passen. spreker. Driekanaals stereoweergave of dat Dolby Pro Logic II actief is. De Surround- Pro Logic II moet zijn ingeschakeld om functie kent drie verschillende standen: het niveau bij te kunnen regelen, zie onder N.B.
Pagina 255
10 Infotainment Audiofuncties Optimale geluidsweergave Equalizer vóór/achter Autom. volumeregeling Het audiosysteem is gekalibreerd voor opti- Met de equalizer kunt u de niveaus voor de Automatische volumeregeling houdt in dat het male geluidsweergave met behulp van digitale verschillende frequentiebanden ieder apart volume van de beluisterde geluidsbron wordt signaalverwerking.
Pagina 256
10 Infotainment Radiofuncties Bediening radiofuncties Zenders zoeken Voorkeurzenders vastleggen U kunt per frequentieband tien voorkeurzen- Automatisch zenders zoeken ders vastleggen. De FM-band heeft twee 1. Kies de frequentieband met AM/FM (1). geheugenbanken met voorkeurzenders: 2. Druk kort op . U kiest een voorkeurzender met de sneltoetsen (2) of met de toetsenset op het De radio zoekt dan automatisch de eerstvol- stuurwiel.
Pagina 257
10 Infotainment Radiofuncties volgens rechtstreeks te kiezen met de snel- ingedrukt, totdat de melding Zender RDS-functies toetsen (2). opgeslagen op het display verschijnt. Radio Data System – RDS verbindt FM-zen- ders in een netwerk met elkaar. Een FM-zender > De radio verlaat de automatische stand Automatische vastlegfunctie beëindigen ±...
Pagina 258
10 Infotainment Radiofuncties geeft de radio de voorgaande geluidsbron Verkeersinformatie, TP > Een van de meldingen TP van deze opnieuw weer op het volume dat u daarvoor zender TP van alle zenders ver- Bij activering van deze functie wordt had ingesteld. schijnt op het display.
Pagina 259
10 Infotainment Radiofuncties Nieuws via beluisterde zender/alle PTY activeren/deactiveren Programmatype weergeven zenders 1. Kies met FM/AM. Het is mogelijk het programmatype van de zen- De radio kan de weergave van de actieve der die u op dat moment beluistert op het dis- 2.
Pagina 260
10 Infotainment Radiofuncties Automatische afstemfunctie, AF EON (Enhanced Other Networks) RDS-functies resetten Bij activering van de functie AF wordt er auto- De functie EON is met name handig in stede- Met de functie Reset alles... kunt u alle matisch afgestemd op het sterkste signaal lijke gebieden met een groot aantal regionale fabrieksinstellingen voor RDS herstellen.
Pagina 261
10 Infotainment Cd-functies Bediening cd-functies Weergave starten (cd-speler) wordt de schijf weer ingenomen en verder afgespeeld. Een eventuele muziek-cd in de speler wordt automatisch afgespeeld, wanneer u het audio- Met een korte druk op de uitwerpknop (3) kunt systeem in de stand CD zet. Steek anders een u één enkele cd uitwerpen.
Pagina 262
10 Infotainment Cd-functies • Navigeren en afspelen gebruik maken van TUNING (of van de toet- RANDOM houdt in dat de tracks op senset op het stuurwiel). slechts een van de muziek-cd’s worden Als er een schijf met audiobestanden in de afgespeeld cd-speler zit, kunt u de mapstructuur van de Cd doorzoeken...
Pagina 263
10 Infotainment Cd-functies 2. Ga naar Random en druk op ENTER. Cd’s Bij gebruik van cd’s met een slechte kwaliteit 3. Ga naar Enkele disc Alle discs en druk is het mogelijk dat het geluid te wensen over- op ENTER. laat of zelfs helemaal uitblijft.
Pagina 264
10 Infotainment Menusysteem, audiosysteem Overzicht FM-MENU Tekst disc Audio-instellingen… Nieuws Audio-instellingen… USB-MENU* CD-MENU Afspeellijst PTY… Bij cd-wisselaar* met cd-schijf gese- Random… lecteerd. Radiotekst Nieuws Random… Geav. radio-instellingen… Nieuws Audio-instellingen… Nummerinformatie AM-MENU Audio-instellingen… Tekst disc Audio-instellingen… Audio-instellingen… CD-MENU CD-MENU Bij cd-speler met cd-schijf. Bij cd-wisselaar* met mp3-schijf gese- Random lecteerd.
Pagina 265
10 Infotainment Telefoonfuncties* Onderdelen van het telefoonsysteem. Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
Pagina 266
10 Infotainment Telefoonfuncties* • Onderdelen van het telefoonsysteem Volvo adviseert u servicewerkzaamheden worden doorgeschakeld naar de voicemail. De aan het telefoonsysteem over te laten aan gemiste oproepen verschijnen op het display. Antenne een erkende Volvo-werkplaats. In het menu 6.5 kunt u IDIS opheffen, zie Toetsenset op stuurwiel.
Pagina 267
10 Infotainment Telefoonfuncties* Menufuncties MENU – Hoofdmenu openen N.B. Op pagina 273 vindt u een beschrijving van de EXIT – Gesprekken beëindigen/weigeren, De geïntegreerde telefoon kan geen sim- wijze waarop u de telefoonfuncties via het kaart van het type 3G lezen. Een gecombi- ingevoerde tekens wissen menusysteem kunt sturen.
Pagina 268
10 Infotainment Telefoonfuncties* toetsen wilt gebruiken om instellingen in het Telefoonsysteem deactiveren N.B. audiosysteem te verrichten, moet u eerst de Wanneer het telefoonsysteem gedeactiveerd is Als de handset* is opgenomen bij het begin telefoon standby zetten. kunt u geen gesprekken beantwoorden. van een telefoongesprek, zal het geluid via ±...
Pagina 269
(zie menu 6.4.3 op d e f 3 è é ken beëindigd. pagina 273). De functie geldt alleen voor het geïntegreerde telefoonsysteem van Volvo. 1. Begin twee telefoongesprekken. g h i 4 ì 2. Druk op MENU of op ENTER.
Pagina 270
10 Infotainment Telefoonfuncties* deze op het display. Contactgegevens kunnen 4. Voer de eerste letter in van de post die u Knop Functie op de simkaart en in het telefoongeheugen zoekt en druk vervolgens op ENTER of worden vastgelegd. druk meteen op ENTER. p q r s 7 ß...
Pagina 271
10 Infotainment Telefoonfuncties* Alle posten wissen 7. Ga naar de post die u zoekt en druk op 3. Ga naar de post die u zoekt en druk op ENTER. ENTER. 1. Druk op MENU. 8. Houd EXIT ingedrukt om het menusys- 2.
Pagina 272
10 Infotainment Telefoonfuncties* Deelnemen – Telefonische vergadering 6. Voer een telefoonnummer in en druk op ENTER. voeren (mogelijk bij aansluiting van meer dan twee partijen) IMEI-nummer Wisselen – Wisselen tussen twee gesprekken (mogelijk bij aansluiting van Om de telefoon te blokkeren moet u het IMEI- maximaal drie partijen).
Pagina 273
10 Infotainment Menusysteem, telefoon* Hoofdmenu 2.4. Sneltoets verk. kiezen… 4.6.2. Indien bezet Oproepregister… 2.4.1. Actief 4.6.3. Geen antwoord 1.1. Laatste 10 gemiste opr. 2.4.2. Selecteer nummers 4.6.4. Niet bereikbaar 1.2. Laatste 10 ontv. opr. 2.5. SIM wissen 4.6.5. Fax oproepen 1.3.
Pagina 274
10 Infotainment Menusysteem, telefoon* 6.2.3. Automatisch 1.4. Lijst wissen 2.3.1. SIM naar telefoon De lijsten wissen in de menu’s 1.1, 1.2 en 1.3 6.3. PIN-code bewerken 2.3.2. Telefoon naar SIM zoals hieronder beschreven. 6.4. Geluid en volume… 2.4. Sneltoetsfunctie 1.4.1. Alle oproepen Nummers die zijn vastgelegd in het telefoon- 6.4.1.
Pagina 275
10 Infotainment Menusysteem, telefoon* 3.2. Nieuw opstellen 4.3. Autom. antw. 5.2. Telefoon toevoegen Met de toetsenset een bericht invoeren. U kunt Inkomende gesprekken automatisch beant- Mobiele telefoons toevoegen aan de lijst Toe- het bericht vervolgens opslaan of versturen. woorden. gevoegde telefoons. 3.3.
Pagina 276
10 Infotainment Menusysteem, telefoon* 6.3. PIN-code bewerken Pincode wijzigen. Code noteren en goed bewaren. 6.4. Geluid en volume 6.4.1. Belvolume Het volume van het belsignaal regelen. 6.4.2. Beltonen… Uit zeven verschillende belsignalen kiezen. 6.4.3. Radio mute Radio uit-/inschakelen. 6.4.4. Pieptoon bij bericht 6.5.
Pagina 277
Volvo adviseert u con- functie actief is. tact op te nemen met een erkende Volvo- Wanneer u PHONE lang indrukt, deactiveert u werkplaats of www.volvocars.com te de handsfree-functie en koppelt u een aange- bezoeken voor informatie over compatibele sloten telefoon los.
Pagina 278
10 Infotainment Bluetooth handsfree* geregistreerd, worden ook deze weer- 4. Voer de pincode ‘1234’ in op uw mobiele Mobiele telefoon uitschakelen gegeven. telefoon, als er om de pincode wordt De mobiele telefoon wordt automatisch losge- gevraagd. koppeld, als de telefoon buiten het bereik van 3.
Pagina 279
10 Infotainment Bluetooth handsfree* Gespreksfuncties Instellingen telefoon… Geluid en N.B. volume… Radio mute. Bij sommige mobiele telefoons wordt de Inkomend gesprek aansluiting verbroken bij gebruik van de U neemt een gesprek aan met ENTER, ook al Belvolume ruggespraakfunctie (dempen). Dit is volko- staat het audiosysteem in bijvoorbeeld de Ga naar Telefoonmenu…...
Pagina 280
10 Infotainment Bluetooth handsfree* Meer informatie over registratie en foon door het menusysteem als volgt te gebrui- onder Instellingen telefoon… ken. aansluiting Telefoonboek synchr.. Bij het zoeken van contacten werkt u alleen met het telefoonboek Er kunnen maximaal vijf mobiele telefoons wor- Welke van de twee mogelijke versies van het van de aangesloten mobiele telefoon.
Pagina 281
Tekst invoeren Oproepregister… compatibel met de spraakherkenningsfunc- Met de toetsenset op de middenconsole kunt tie. Volvo adviseert u contact op te nemen 1.1. Laatste 10 gemiste opr. u tekst invoeren. Druk eenmaal om het eerste met een erkende Volvo-dealer of 1.2.
Pagina 282
10 Infotainment Bluetooth handsfree* 3.4. Bluetooth info auto Bluetooth… Belopties… 3.1. Verwijder telefoon 4.1. Automatisch antw. 3.2. Vanaf mob. tel. verbinden 4.2. Nummer voicemail 3.3. Bluetooth info auto Instellingen telefoon… Belopties… 5.1. Geluid en volume… 4.1. Automatisch antw. 5.1.1. Belvolume 4.2.
Pagina 287
11 Specificaties Type-aanduiding Wanneer u contact opneemt met de erkende N.B. Volvo-werkplaats of vervangende onderdelen Het is mogelijk dat de stickers die in de of accessoires wilt bestellen, kan het handig instructieboek staan geen exacte kopieën zijn om de type-aanduiding, het chassisnum- zijn van de stickers die in de auto zitten.
Pagina 288
11 Specificaties Maten en gewichten Maten Maten Maten Maten Wielbasis 2640 Laadhoogte bij een geo- Breedte 1770 pende hardtop Lengte 4615 Breedte incl. buitenspie- Laadhoogte bij een gels 2025 Laadlengte, vloer, ach- gesloten hardtop terbank neergeklapt Spoorbreedte vooras 1550 Kofferdeksel, geopend ca.
Pagina 289
11 Specificaties Maten en gewichten Gewichten N.B. Inbegrepen bij het rijklaar gewicht zijn het Het gedocumenteerde rijklaar gewicht geldt gewicht van de bestuurder, dat van de brand- voor een auto in standaarduitvoering – stoftank die voor 90 % gevuld is en dat van de d.w.z.
Pagina 291
11 Specificaties Motorspecificaties Overzicht Motor Motor- Vermo- Vermo- Motor- Aantal Cilinder- Slaglengte Cilinder- Compres- code gen (kW gen (pk koppel cilinders boring (mm) inhoud sieverhou- bij omw/ bij omw/ (Nm bij (mm) (liter) ding min) min) omw/ min) B5254T7 169/5000 230/5000 320/1500–...
Pagina 292
Ze bieden de motor verbruik en de milieu-impact is anders niet extra bescherming. uitgesloten. Volvo Car Corporation wijst alle garantie- claims af bij gebruik van een motoroliesoort die niet voldoet aan de voorgeschreven kwaliteits- en viscositeitseisen.
Pagina 293
11 Specificaties Motorolie Motoroliekwaliteit Motortype Motorcode Aanbevolen oliekwaliteit Bij te vullen hoeveelheid tus- Hoeveelheid, incl. oliefilter MIN en MAX (liter) (liter) B5254T7 Oliekwaliteit: ACEA A5/B5 Viscositeit: SAE 0W-30/5W-30 D5204T5 D5204T Voor Europa geldt SAE 0W-30 en voor de overige markten geldt SAE 5W-30...
Pagina 294
Neem contact op met de dichtstbijzijnde werkplaats voor service, als er een andere oliesoort werd gebruikt. Volvo adviseert u contact op te nemen met een erkende Volvo-werkplaats. Versnellingsbakolie Handgeschakelde versnellingsbak...
Pagina 295
Benzine: zie pagina 147 Dieselmotor ca. 62 Diesel: zie pagina 148 De waterkwaliteit dient te voldoen aan de norm STD 1285,1. De hoeveelheid koudemiddel verschilt per motortype. Voor de juiste informatie adviseert Volvo u contact op te nemen met een erkende Volvo-werkplaats.
Pagina 296
11 Specificaties Brandstof -uitstoot en brandstofverbruik 12,9 14,0 A = stadsverkeer (l/100 km) rijklaar gewicht in standaarduitvoering zonder Brandstofverbruik en uitstoot van extra uitrusting. Afhankelijk van de uitrusting kooldioxide B = snelwegrit (l/100 km) neemt het autogewicht toe. Dit alsook de mate De brandstofverbruiks- en emissiewaarden in C = combinatierit (l/100 km) van belading van de auto zorgt voor een ver-...
Pagina 297
11 Specificaties Brandstof • hoging van het brandstofverbruik en de uit- dige tips om het brandstofverbruik terug te Extra gewicht – neem geen spullen in de auto mee die u niet gebruikt. stoot van kooldioxide. dringen: • Verwijder een eventuele skibox meteen na •...
Pagina 298
11 Specificaties Elektrisch systeem Algemene informatie enkelpolig en gebruikt het chassis en het taccu is het dan ook erg belangrijk om een accu motorblok als geleiders. te kiezen met dezelfde capaciteit als die van de Op de auto zit een wisselstroomdynamo met oorspronkelijke (zie sticker op accu).
Pagina 299
11 Specificaties Elektrisch systeem Verlichting Vermogen (W) Soort Richtingaanwijzers voor PY24WSW Richtingaanwijzers achter PY21WSV Bagageruimteverlichting, kentekenplaatverlichting Make-upspiegel* Buislampje Stadslichten/parkeerlichten vóór W5W BV LL Sidemarkers, vóór WY5W Mistlampen Verlichting dashboardkastje Buislampje Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
Pagina 300
11 Specificaties Typegoedkeuring Transpondersleutelsysteem Certificering Keyless drive Hierbij verklaart Siemens VDO Automotive Land en gebied A.G. dat de uitrusting van het type 5WK48952, 5WK48956, 5WK48812 in overeenstemming is A, B, CY, CZ, D, DK, met de essentiële eigenschappen en overige E, EST, F, FIN, GB, Hierbij ver- relevante bepalingen zoals beschreven in de...
Pagina 301
11 Specificaties Displaysymbolen Algemene informatie Displaysymbolen Sym- Betekenis Pagina Er worden tal van verschillende displaysymbo- bool Controle- en waarschuwingssymbolen len gebruikt in de auto. De symbolen zijn op instrumentenpaneel Stabiliteitsrege- 52, 165, onderverdeeld in waarschuwings-, controle- ling STC of en informatiesymbolen. Hier volgt een over- Sym- Betekenis Pagina...
Pagina 302
11 Specificaties Displaysymbolen Informatiesymbolen op display Sym- Betekenis Pagina Sym- Betekenis Pagina middenconsole bool bool Sym- Betekenis Pagina Oliedruk laag 51, 53 Richtingaanwij- bool zers links Surround-functie (alleen Premium Sound) Gordelwaarschu- 18, 53 Richtingaanwij- wing zers rechts Nieuws Dynamo laadt niet Overige informatiesymbolen op Programmatypes instrumentenpaneel...
Pagina 303
11 Specificaties Displaysymbolen Informatiesymbolen op display plafondconsole Sym- Betekenis Pagina bool Gordelwaarschu- wing Airbag passa- 24, 25 giersstoel, geacti- veerd Airbag passa- giersstoel, gedeactiveerd...