11. Onderhoud
Waarschuwing
Schakel de spanning uit voordat u gaat werken
aan de pomp. Zorg ervoor dat deze niet per onge-
luk kan worden ingeschakeld.
11.1 Pomp
De pomp is onderhoudsvrij.
Als de pomp afgetapt wordt vanwege een lange periode van stil-
stand, injecteer de as met een paar druppels silicone olie bij de
lagerhuis. Zo wordt voorkomen dat de asafdichtingsringen aan
elkaar gaan kleven.
11.2 Mechanische asafdichting
Mechanische asafdichtingen zijn onderhoudsvrij en lekken nage-
noeg niet. Wanneer er sprake is van aanzienlijke en toenemende
lekkage, moet de mechanische asafdichting direct gecontroleerd
worden. Wanneer de dichtingsvlakken beschadigd zijn, moet de
gehele asafdichting vervangen worden. Mechanische asafdichtin-
gen moeten met de grootst mogelijk zorg behandeld worden.
11.3 Motor
De motor moet periodiek gecontroleerd worden. Het is belangrijk
om de motor schoon te houden om zodoende toereikende ventila-
tie te verzekeren. Als de pomp in een stoffige omgeving wordt
geïnstalleerd, moet de motor regelmatig worden gereinigd en
gecontroleerd.
11.4 Smeren
Motorlagers
Motoren tot en met bouwgrootte 160 hebben onderhoudsvrije,
voor de gehele levensduur gesmeerde lagers.
Motoren met een bouwgrootte groter dan 160 moeten gesmeerd
worden zoals aangegeven staat op het typeplaatje. Er kan vet
van de motor afkomen.
Specificaties voor smeermiddel: Zie 11.4.1 Lagervet.
11.4.1 Lagervet
Vet met een lithium basis met de volgende specificaties moet toe-
gepast worden:
•
NLGI klasse 2 of 3.
•
Viscositeit van de basis olie: 70 tot 150 cSt bij +40 °C.
•
Temperatuurbereik: –30 °C to +140 °C gedurende continue
bedrijf.
12. Vorstbescherming en periodes
van buitengebruikstelling
Pompen die tijdens vorstperioden niet worden gebruikt, moeten
worden afgetapt om schade te voorkomen.
De pomp wordt afgetapt door de aftapplug weg te nemen.
Zie afb. 24.
Laat de ontluchtingnippel open en plaats de aftapplug pas weer
terug wanneer de pomp weer in gebruik genomen wordt.
Waarschuwing
Let op de ontsnappende vloeistof welke persoon-
lijke verwondingen kan veroorzaken of de motor
of andere componenten kan beschadigen.
In cv-installaties is extra voorzichtigheid geboden
om persoonlijke verwondingen door heet water te
voorkomen.
13. Service
Waarschuwing
Indien een pomp werd gebruikt voor een vloei-
stof, die giftig is of schadelijk voor de gezond-
heid, wordt de pomp als verontreinigd aange-
merkt.
Als Grundfos wordt verzocht een pomp te onderhouden, zal
Grundfos geïnformeerd moeten worden over de details van de
verpompte vloeistof etc. voordat de pomp wordt opgestuurd voor
onderhoud. Zo niet, dan behoudt Grundfos zich het recht voor de
pomp te weigeren.
Eventuele kosten voor retourzending van de pomp zijn dan voor
rekening van de klant.
13.1 Service kits
Service kits voor NB, NBG, zie www.Grundfos.com (WebCAPS),
WinCAPS of Service Kit Catalogue.
14. Berekening van de minimale zuigdruk
De minimale zuigdruk "H" in benodigde meters opvoerhoogte die
nodig is om cavitatie in de pomp te voorkomen, kan berekend
worden met behulp van de volgende formule:
H = p
x 10,2 – NPSH – H
– H
b
f
Barometrische druk in bar.
(Voor de barometrische druk kan 1 bar genomen wor-
p
den.)
b
In gesloten systemen geeft p
aan.
DE NPSH waarde in meters opvoerhoogte (te vinden
in de NPSH curve, blz. 599 , bij het hoogste debiet dat
de pomp zal leveren).
NPSH
Het maximale debiet mag niet hoger zijn dan de
waarde die voor de individuele pomp aangegeven
staat op pagina 585.
Weerstandsverlies in zuigleiding in meter vloeistofko-
H
f
lom.
Dampdruk in meters opvoerhoogte, zie pagina 605,
H
v
waar t
= vloeistoftemperatuur.
m
H
Veiligheidsmarge - min. 0,5 meter opvoerhoogte.
s
Wanneer de berekende waarde van H positief is, kan de pomp
werken met een maximale aanzuighoogte van "H" meter.
Als de berekende waarde van H negatief is, is een minimale voor-
druk van "H" meter benodigd. De berekende "H" moet tijdens
bedrijf aanwezig zijn.
Voorbeeld:
p
= 1 bar.
b
Pomp type: NB 50-200/219, 2-polig, 50 Hz.
Debiet: 70 m³/h.
NPSH (zie pag. 599): 2,35 meter opvoerhoogte.
H
= 3,0 meter opvoerhoogte.
f
Vloeistoftemperatuur: +90 °C.
H
(zie pagina 605): 7,2 meter opvoerhoogte.
v
H = p
x 10,2 – NPSH – H
– H
b
f
H = 1 x 10,2 – 2,35 – 3,0 – 7,2 – 0,5 = –2,85 meters opvoer-
hoogte.
Dit betekent dat tijdens bedrijf een voordruk van 2,85 meter beno-
digd is.
De voordruk is gecalculeerd in bar: 2,85 x 0,0981 = 0,28 bar.
De voordruk is gecalculeerd in kPa: 2,85 x 9,81 = 28 kPa.
– H
v
s
de systeemdruk in bar
b
– H
[meters opvoerhoogte].
v
s
179