7. Mechanische installatie
7.1 Voorbereiding voor het installeren
Het is erg belangrijk de apparatuur voor de instal-
Voorzichtig
latie correct te behandelen!
De aannemer moet de apparatuur bij aflevering controleren en
erop toezien dat het opgeborgen wordt op een plaats waar het
niet kan beschadigen of corroderen.
Wanneer het langer dan 6 maanden duurt voordat de onderdelen
in gebruik genomen worden, dient overwogen te worden of de
inwendige delen van de pomp een anti-corrosiebehandeling moe-
ten krijgen.
Zorg
•
dat de rubberen delen die met het middel in contact staan niet
aangetast worden.
•
dat het middel eenvoudig te verwijderen is.
Om het binnendringen van water, stof, etc, in de pomp tegen te
gaan, dienen alle openingen afgedekt te blijven totdat de leidin-
gen worden aangesloten. Het kan erg kostbaar zijn om de pomp
tijdens de inbedrijfstelling te demonteren om zo een object te ver-
wijderen dat daar niet hoort te zitten.
Mechanische asafdichtingen zijn precisie onderdelen. Wanneer
een mechanische asafdichting van een recent geïnstalleerde
pomp niet in orde is, zal deze normaalgesproken binnen enkele
uren na ingebruikname kapot gaan. De hoofdoorzaak van dit
defect raken is te wijten aan onjuiste montage van de asafdich-
ting en/of onjuiste behandeling van de pomp tijdens installeren.
Tijdens transport moet de pomp stevig vastgezet worden, om bui-
tensporige vibratie en/of schade aan de as en asafdichting door
vallen tegen te gaan. De pomp mag niet aan de as opgetild wor-
den.
7.2 Pomplokatie
De pomp dient te worden opgesteld in een goed geventileerde,
maar vorstvrije lokatie.
Waarschuwing
Bij het verpompen van hete vloeistoffen dient u
ervoor te zorgen dat niemand per ongeluk met
hete oppervlakken in aanraking kan komen.
Voor inspectie en reparatie moet voldoende ruimte vrijgehouden
worden om de motor te kunnen verwijderen.
Verticale installatie
•
Bij pompen die zijn uitgerust met motoren t/m 4 kW dient er
boven de motor een vrije ruimte van 300 mm te zijn.
•
Bij pompen die zijn uitgerust met een motor van 5,5 kW of
meer dient er minstens 1 meter boven de motor vrijgehouden
te worden om het gebruik van hijs apparatuur mogelijk te
maken.
0,25 - 4 kW
300 mm
Afb. 8 Vrije ruimte boven de motor.
5,5 - 37 kW
1 m
Horizontale installatie
•
Pompen die zijn uitgerust met motoren t/m 4 kW benodigen
een vrije ruimte van 300 mm achter de motor.
•
Bij pompen die zijn uitgerust met motoren van 5,5 kW of meer
dient er achter de motor een vrije ruimte van 300 mm te zijn en
een vrije ruimte van ten minste 1 meter boven de motor om
gebruik van hijs apparatuur mogelijk te maken.
•
NB pompen met fundatieplaat dienen dezelfde vrije ruimte te
hebben als pompen met motoren van 5,5 t/m 200 kW.
0,25 - 4 kW
5,5 - 200 kW
1 m
Afb. 9 Vrije ruimte achter de motor.
7.3 Aansluiting
Pijlen op het pomphuis geven de stromingsrichting van de vloei-
stof door de pomp aan.
De pompen kunnen geïnstalleerd worden met de motor/pompas
in alle posities tussen verticaal en horizontaal, maar de motor
mag nooit beneden het horizontale vlak vallen.
Horizontale motoren met voetstukken dienen altijd ondersteund
te worden.
0,25 - 37 kW
0,25 - 200 kW
Afb. 10 Montage posities
Het is aan te raden om aan elke kant van de pomp isolatie afslui-
ters aan te brengen. Het is dan niet noodzakelijk om het systeem
te laten leeglopen wanneer de pomp schoongemaakt of gerepa-
reerd moet worden.
300 mm
300 mm
169