Inhoudsopgave
Advertenties
7.8 Leidingcompensatoren
Leidingcompensatoren hebben de volgende voordelen:
•
Absorptie van uitzetting en spanning in het leidingwerk, ver-
oorzaakt door wisselende vloeistoftemperatuur.
•
Verminderen van de mechanische invloeden door drukstijgin-
gen in het leidingwerk.
•
Isolatie van de door de constructie veroorzaakte geluiden in
het leidingwerk (geldt alleen voor rubberen balg compensato-
ren).
Installeer expansiekoppelingen niet om te com-
penseren voor onnauwkeurigheden in het lei-
Voorzichtig
dingwerk, zoals flenzen die uit het midden gepo-
sitioneerd zijn of verkeerd zijn uitgelijnd!
Compensatoren moeten op een minimale afstand van 1-1½ x lei-
dingdiameter (DN) van de pomp af gemonteerd worden aan
zowel de pers- als de zuigzijde. Dit voorkomt turbulentie in de lei-
dingcompensatoren, wat resulteert in betere zuigomstandigheden
en een minimaal drukverlies aan de perszijde. Bij stroomsnelhe-
den > 5 m/s adviseren wij u om grotere expansiekoppelingen te
installeren die overeenstemmen met het leidingwerk.
Afbeeldingen 20 en 21 toont voorbeelde van rubberen balg lei-
dingcompensatoren met of zonder begrenzingsstang.
Afb. 20 Rubberen balg leidingcompensator met
begrenzingsstangen
Afb. 21 Rubberen balg leidingcompensatoren zonder
begrenzingsstangen
Leidingcompensatoren met begrenzingsstangen kunnen worden
gebruikt om de effecten van de compensatie/contractie krachten
op het leidingwerk te verminderen. We raden altijd expansiekop-
pelingen met begrenzingsstangen aan voor flenzen groter dan
DN 100.
Het leidingwerk dient zodanig verankerd te zijn dat ze de leiding-
compensatoren en de pomp niet onder druk zetten. Volg de
instructies van de leverancier en geef deze door aan adviseurs of
leidinginstallateurs.
Afb. 22 toont een voorbeeld van een metalen balg leidingcom-
pensator met begrenzingsstangen.
Afb. 22 Metalen balg leidingcompensatoren met
begrenzingsstangen
Vanwege het risco op scheuren van de rubberen balgen, verdie-
nen metalen balg leidingcompensatoren de voorkeur bij tempera-
turen boven +100 °C in combinatie met hoge druk.
7.9 Meetinstrumenten
Om voortdurend de werking te kunnen controleren, is het raad-
zaam een manometer te installeren (aan perszijde) en een mano-
vacuummeter (aan de zuigzijde). De tapgaten voor de manome-
ters mogen alleen voor testdoeleinden worden geopend. Het
meetbereik van de manometers dient 20 % groter zijn dan de
maximale persdruk van de pomp.
Wanneer er met manometers op de flenzen gemeten wordt, moet
er rekening gehouden worden met het feit dat de manometer
geen dynamische druk meet. Bij alle NB pompen pompen zijn de
flenzen aan de zuig- en de perszijde verschillend in diameter, wat
resulteert in verschillende stroomsnelheden bij de twee flenzen.
Zodoende zal de manometer aan de perszijde niet de waarde
aangeven die in de technische documentatie aangegeven staat,
maar een waarde die to 1,5 bar (ongeveer 15 meter) lager is.
Om de belasting van de motor te meten is het aan te bevelen om
een ampèremeter te gebruiken.
175
Advertenties
Inhoudsopgave
