14.2.2
Het AIS-bereik wijzigen
1.
Druk in het AIS-scherm op een van de schermtoetsen om
de toetsselecties weer te geven.
2.
Druk op de schermtoets [RANGE]. Druk op de schermtoetsen
in het midden en aan de rechterkant om het straalbereik om
op het AIS-scherm weer te geven te selecteren.
3.
Druk op de schermtoets [BACK] om terug te keren naar
het AIS-scherm.
U kunt de eenheid voor het weergavebereik van het AIS-scherm desgewenst wijzigen,
zie sectie "19.7 MAATEENHEDEN".
14.2.3
Een individuele oproep naar een AIS-schip verzenden
De GX2400 kan een individuele DSC-oproep naar een ontvangen AIS-doel zenden via
de onderstaande procedure:
1.
Druk in het AIS-scherm op een van de schermtoetsen om
de toetsselecties weer te geven.
2.
Druk op de schermtoets [TG LIST] om een lijst van
AIS-doelen die ontvangen worden weer te geven.
Draai aan de knop DIAL/ENT om het MMSI-nummer (of
3.
naam van het schip) te selecteren. Druk vervolgens op de
schermtoets [SELECT].
4.
Druk op de schermtoets [CALL].
5.
Draai in de lijst INTERSHIP CH aan de knop DIAL/ENT om
het werkkanaal te selecteren waarop u wilt communiceren
en druk vervolgens op de schermtoets [SELECT]. Om
werkkanalen uit alle spraakkanalen te selecteren, drukt u
op de schermtoets [MANUAL].
6.
Druk op de schermtoets [YES] om een individuele
DSC-oproep naar het geselecteerde AIS-schip te
verzenden.
OPMERKING
89