Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Standard Horizon MATRIX NMEA2000 GPS Gebruikershandleiding
Verberg thumbnails Zie ook voor MATRIX NMEA2000 GPS:
Inhoudsopgave

Advertenties

MATRIX NMEA2000 GPS
GX2400GPS/E
z Internationale ITU-R M.493-15 Klasse D DSC (Digital Selective Calling)
z Geïntegreerde tweekanaalsontvanger met AIS (automatisch identificatiesysteem)
z AIS/AIS SART-doelweergave: MMSI, roepnaam, naam van het schip, BRG, DST, SOG en COG
z Compatibel met NMEA 2000 en NMEA 0183
z Geïntegreerde 66-kanaals ingebouwde GPS-ontvanger
z Contact opnemen met schip met AIS met DSC van klasse A of B
z Programmeerbaar CPA- of TCPA-alarm ter voorkoming van aanvaringen
z Onderdompelbaar IPX8 (1,5 m gedurende 30 minuten)
z 80dB ontvanger van handelskwaliteit
z Functies voor DSC-positieaanvragen en -meldingen
z GM (groepsmonitor) met DSC-groepspositie-oproepen
z Op het display getoonde navigatie-informatie (LAT/LON, SOG en COG)
z MOB (man overboord) functie
z Veelzijdige, door de gebruiker te programmeren functies voor scannen, prioriteitsscannen en
Dual/Triple Watch (twee-/driekanaalsbewaking)
z Geïntegreerde spraakvervormer van het 32-codetype en spraakvervormer van het 4-codetype
z 30W PA/megafoon met voorgeprogrammeerde mistsignalen en terugluisteren
z Ruisonderdrukkingsfunctie voor zowel zenden als ontvangen van audio
z Afstandsmicrofoon tweede station*
z Intercomfunctie tussen marifoon en afstandsmicrofoon van tweede station*
z ATIS-modus voor Europese binnenwateren
*(Optionele SSM-70H (RAM4) of SSM-72H (RAM4X) vereist)
Gebruikershandleiding

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Standard Horizon MATRIX NMEA2000 GPS

  • Pagina 1 Gebruikershandleiding MATRIX NMEA2000 GPS GX2400GPS/E z Internationale ITU-R M.493-15 Klasse D DSC (Digital Selective Calling) z Geïntegreerde tweekanaalsontvanger met AIS (automatisch identificatiesysteem) z AIS/AIS SART-doelweergave: MMSI, roepnaam, naam van het schip, BRG, DST, SOG en COG z Compatibel met NMEA 2000 en NMEA 0183 z Geïntegreerde 66-kanaals ingebouwde GPS-ontvanger...
  • Pagina 2: Inhoudsopgave

    INHOUDSOPGAVE 9.10.1 Selecteren van het scantype ............34 BEKNOPTE SAMENVATTING ..........2 9.10.2 Het scangeheugen programmeren ..........34 ALGEMENE INFORMATIE ..........3 9.10.3 Geheugen scannen (M-SCAN) ............35 PAKLIJST ................. 4 9.10.4 Prioriteitsscannen (P-SCAN) ............35 OPTIONELE ACCESSOIRES ......... 4 9.11 VOORKEUZEKANALEN: DIRECTE TOEGANG .......
  • Pagina 3 16.10 OVERZICHT VAN DE CONFIGURATIE-INSTELLINGEN ..105 25 SPECIFICATIES ............133 17 INSTELLING KANAALFUNCTIE ....... 106 25.1 AFMETINGEN ................135 17.1 KANAALGROEP ................. 106 Beperkte garantie van STANDARD HORIZON ....136 17.2 WEERWAARSCHUWING (alleen Amerikaanse versie) ..106 SJABLOON voor de GX2400 ..........137...
  • Pagina 4: Beknopte Samenvatting

    BEKNOPTE SAMENVATTING            Houd de toets ingedrukt om de marifoon IN of UIT te schakelen. ‚ Draai aan de VOL-knop om het audiovolume van de luidspreker te regelen.  Draai de SQL-knop naar rechts om de squelch-functie te activeren of naar links om die op te heffen.
  • Pagina 5: Algemene Informatie

    1 ALGEMENE INFORMATIE De STANDARD HORIZON GX2400 VHF/FM-marifoon is bestemd voor gebruik op internationale, Amerikaanse, Canadese en andere regionale scheepvaartkanalen. De GX2400 kan op een gelijkspanning van 11 tot 16 V werken en heeft een omschakelbaar RF-uitgangsvermogen van 1 watt of 25 watt.
  • Pagina 6: Paklijst

    Ga naar www.standardhorizon.com - Owner’s Corner om de GX2400 VHF-marifoon te registreren. OPM.: het kan nuttig zijn de website van STANDARD HORIZON nu en dan te bezoeken. Zodra er nieuwe producten worden uitgebracht, wordt hierover informatie verstrekt op de website.
  • Pagina 7: Veiligheidsmaatregelen (Goed Doorlezen S.v.p.)

    5 Veiligheidsmaatregelen (goed doorlezen s.v.p.) Lees deze belangrijke veiligheidsmaatregelen goed door en gebruik dit product op veilige wijze. Yaesu kan niet aansprakelijk worden gehouden voor gebreken of problemen veroorzaakt door het gebruik of onjuist gebruik van dit product door de koper of enige derde.
  • Pagina 8 Als er rook of een vreemde geur door de marifoon Buig het snoer en de aansluitkabels niet op wordt verspreid, moet u de stroom uitschakelen en de onredelijke wijze, zorg dat er geen kink in komt, trek stekker uit het stopcontact trekken. er niet aan, maak ze niet warm en breng er geen Hierdoor brand,...
  • Pagina 9: Aan De Slag

    6 AAN DE SLAG 6.1 OVER VHF-MARIFOONS De in de VHF-band voor de scheepvaart gebruikte radiofrequenties liggen tussen de 156 en 158 MHz, waarbij een aantal walstations beschikbaar zijn tussen de 161 en 163 MHz. Via de VHF-band voor de scheepvaart verloopt de communicatie over afstanden die noodzakelijkerwijs in de “zichtlijn”...
  • Pagina 10: Nood- En Aanroepkanaal (Kanaal 16)

    Om de coaxkabel door een appendage en in het interieur van de boot te voeren moet u de stekker op het uiteinde er mogelijk afknippen en die er later weer aan zetten. Volg de met de connector meegeleverde instructies op om die te bevestigen. Zorg dat u goede soldeerverbindingen maakt.
  • Pagina 11: Een Ander Schip Oproepen (Kanaal 16 Of 9)

    6.5 EEN ANDER SCHIP OPROEPEN (KANAAL 16 OF 9) Kanaal 16 kan worden gebruikt om een eerste contact (aanroepen) met een ander schip tot stand te brengen. De belangrijkste toepassing ervan is echter voor noodberichten. Dit kanaal moet te allen tijde worden afgeluisterd behalve wanneer er op dat moment een ander kanaal in gebruik is.
  • Pagina 12: Wat Is Het Bereik Voor Ais-Ontvangers

    6.6 WAT IS HET BEREIK VOOR AIS-ONTVANGERS? Aangezien het AIS van soortgelijke frequenties gebruikmaakt als een marifoon, beschikt het over soortgelijke radio-ontvangstmogelijkheden, welke in principe in de zichtlijn zijn. Dit houdt in dat hoe hoger de VHF-antenne is gemonteerd, hoe groter het ontvanggebied zal zijn.
  • Pagina 13: Bediening En Signalering

    7 BEDIENING EN SIGNALERING In deze sectie vindt u een beschrijving van elk bedieningselement van de zendontvanger. Zie de afbeelding hieronder voor de plaats van de bedieningselementen. Zie “9 BASISBEDIENING” in deze handleiding voor gedetailleerde bedieningsvoorschriften. 7.1 FRONTPANEEL ⑨ ⑧ ⑦...
  • Pagina 14: Data-Aansluitbus

    H/L-toets Druk op deze toets om tussen 25 W (hoog) en 1 W (laag) vermogen te schakelen. Wanneer het TX-uitgangsvermogen op “Low” staat terwijl de marifoon op kanaal 13 of 67 is ingesteld (alleen kanaalgroep USA), dan schakelt het uitgangsvermogen tijdelijk over van “Low”...
  • Pagina 15: Microfoon

    7.2 MICROFOON ③ ① ④ ② ⑤ ⑥ PTT (Push-To-Talk) schakelaar Wanneer het toestel in de marifoonmodus staat en er op de PTT-schakelaar wordt gedrukt, dan wordt de zender ingeschakeld voor mondelinge communicatie met een ander schip. Wanneer er een als optie verkrijgbare microfoon SSM-70H of draadloze microfoon SSM-72H is aangesloten en de intercomfunctie is geselecteerd, wordt door op de PTT-schakelaar te drukken spraakcommunicatie van de marifoon naar microfoon SSM-70H of draadloze microfoon SSM-72H ingeschakeld.
  • Pagina 16: Achterpaneel

    Microfoon De interne microfoon brengt uw spraak over en reduceert achtergrondruis m.b.v. Clear Voice ruisonderdrukkingstechnologie. Houd de microfoon tijdens het uitzenden circa 2 cm bij uw mond vandaan. Spreek langzaam en duidelijk in de microfoon. Microfoon/luidspreker Het geluid dat door de interne marifoonluidspreker te horen is, is door de luidsprekermicrofoon te horen.
  • Pagina 17 SSM-70H (RAM4)” voor meer informatie. Aansluitkabel EXTERNE luidspreker (wit & afscherming) Hiermee wordt de marifoon op een als optie verkrijgbare externe luidspreker aangesloten. Zie sectie “3 OPTIONELE ACCESSOIRES” voor de als optie verkrijgbare accessoires van STANDARD HORIZON. Luidsprekeraansluitingen: Wit: Externe luidspreker (+) Afscherming: Externe luidspreker (−)
  • Pagina 18: Installatie

    8 INSTALLATIE 8.1 INFORMATIE OVER VEILIGHEID EN WAARSCHUWINGEN Bediening van deze marifoon is beperkt tot alleen beroepsmatig gebruik, werkgerelateerde activiteiten waarbij de radio-operator over de kennis moet beschikken om de blootstellingsomstandigheden van passagiers en omstanders te beheersen door de minimale scheidingsafstand van 1 m (3 ft) aan te houden. Als deze beperkingen niet in acht worden genomen, dan zullen de door de FCC vastgestelde grenswaarden m.b.t.
  • Pagina 19: Optionele Beugel Voor Verzonken Montage Mmb-84

    Tafelmontage Montage boven het hoofd 8.3.2 Optionele beugel voor verzonken montage MMB-84 Een GPS-ontvanger en antenne bevinden zich in het frontpaneel van de GX2400. In veel gevallen kan de marifoon verzonken worden gemonteerd. Het wordt echter aanbevolen om alvorens gaten te zagen voor de verzonken montage de marifoon tijdelijk van stroom te voorzien en hem in te schakelen op de plaats waar het toestel verzonken gemonteerd zal worden om op het display te controleren of het een GPS-locatie kan ontvangen.
  • Pagina 20: Elektrische Aansluitingen

    8.4 ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN VOORZICHTIG Wanneer de polariteit van de accu-aansluitingen wordt omgekeerd, leidt dit tot schade aan de marifoon! Sluit het stroomsnoer en de antenne op de marifoon aan. De antenne en stroomvoorziening worden als volgt aangesloten: Monteer de antenne ten minste 1 m (3,28 ft) van de marifoon vandaan. Sluit de antennekabel aan de achterkant van de marifoon aan.
  • Pagina 21: Aansluiting Van Externe Apparaten Op De Marifoon

    8.5 AANSLUITING VAN EXTERNE APPARATEN OP DE MARIFOON 8.5.1 De NMEA 0183/NMEA 0183-HS op de marifoon aansluiten Aansluitingen extern GPS- toestel (NMEA 0183 4800 baud of NMEA 0183-HS 38400 baud) De GX2400 kan de NMEA-baudsnelheid tussen de “4800 bps” en “38400 bps” selecteren.
  • Pagina 22: Ingebouwde Gps (Dsc-Uitgang) Naar Kaartplotter

    8.5.3 Ingebouwde GPS (DSC-uitgang) naar kaartplotter Marifoondraden Plotteraansluiting GPS-kaartplotter Geel: NMEA IN (+) Geen verbinding Groen: NMEA IN (-) Geen verbinding Wit: NMEA UIT (+) NMEA IN (+) Bruin: NMEA UIT (-) NMEA IN (-) Blauw: NMEA-HS UIT (+) NMEA-HS IN (+) Grijs: NMEA-HS UIT (-) NMEA-HS IN (-)
  • Pagina 23: Aansluiting Op Externe Pa/Hail-Luidspreker

    8.5.5 Aansluiting op externe PA/HAIL-luidspreker Externe luidspreker Afscherming Rood PA-luidspreker (hoorn) Afscherming Kleur/omschrijving van draden Aansluitvoorbeelden Wit - externe luidspreker (+) Positieve draad van externe 4Ω luidspreker Afscherming - externe luidspreker (−) Negatieve draad van externe 4Ω luidspreker Rood - PA-luidspreker (+) Positieve draad van externe 4Ω...
  • Pagina 24: Als Optie Verkrijgbare Microfoon Ssm-70H (Ram4)

    8.5.8 Als optie verkrijgbare microfoon SSM-70H (RAM4) OPMERKING Om de GX2400 aan te kunnen sluiten moet de firmware voor de SSM-70H versie 3.00.00 of later zijn. De marifoon kan bij gebruik van een afstandsstationmicrofoon SSM-70H (RAM4) alle marifoonfuncties regelen. Bovendien kan de marifoon als een volledig functioneel intercomsysteem tussen microfoon SSM-70H en de marifoon werken.
  • Pagina 25 Wikkel tot slot een stuk plastic tape om elke ferrietkern heen om te voorkomen dat de beide helften door trilling van elkaar loskomen. Maak een gat van 30 mm in de wand (kijk hiervoor op de afbeelding rechts) en steek de verlengkabel vervolgens Aansluitingen externe luidspreker in dit gat.
  • Pagina 26: Installatie Van Als Optie Verkrijgbaar Draadloos Toegangspunt Scu-30

    8.5.9 Installatie van als optie verkrijgbaar draadloos toegangspunt SCU-30 OPMERKING Om de SSM-72H (RAM4X) aan te kunnen sluiten moet de firmware voor de SCU-30 versie 2.00.00 of later zijn. De GX2400 kan door middel van een draadloze afstandsstationmicrofoon SSM-72H (RAM4X) de marifoon-, AIS-, DSC- en PA/Fog-functies op afstand bedienen. Bovendien kan de GX2400 als een volledig functioneel intercomsysteem tussen de RAM4X en de GX2400 werken.
  • Pagina 27: De Mmsi Programmeren

    De MMSI kan maar één keer ingevoerd worden. Dus pas op dat u niet het onjuiste MMSI-nummer invoert. Neem, als het MMSI-nummer gereset moet worden, contact op met Standard Horizon om de vereiste resetcode te verkrijgen. Zie sectie “16.9.1 De GEBRUIKERS-MMSI en ATIS-CODE resetten”.
  • Pagina 28: Het Gps-Signaal Bevestigen (Gps-Statusdisplay)

    8.7 HET GPS-SIGNAAL BEVESTIGEN (GPS-STATUSDISPLAY) Wanneer de GX2400 het GPS-signaal ontvangt van de ingebouwde GPS-ontvanger, verschijnt er een klein satellietpictogram “ ” op het display en wordt uw huidige locatie (lengte- en breedtegraad) op het display weergegeven. (*Wanneer het GPS-signaal van de NMEA 2000 of NEMA-0183 wordt ontvangen, verschijnt er een pictogram “2K”...
  • Pagina 29: Gps-Configuratie

    8.8 GPS-CONFIGURATIE 8.8.1 De GPS-tijd instellen De marifoon geeft standaard de door de fabrikant ingestelde GPS-satelliettijd of UTC (Universal Time Coordinated) tijd weer. Er is een tijd-offset nodig om de lokale tijd in uw zone weer te geven. De tijd-offset moet gewijzigd worden zodat de marifoon de huidige tijd in uw zone weergeeft.
  • Pagina 30: De Tijdnotatie Instellen

    8.8.3 De tijdnotatie instellen Via deze menukeuze kunt u de marifoon instellen om de tijd in 12-uurs- of 24-uursnotatie weer te geven. Houd de toets [MENU/SET] ingedrukt. Draai aan de knop DIAL/ENT om “GPS SETUP” te selecteren en druk vervolgens op de schermtoets [SELECT].
  • Pagina 31: Basisbediening

    9 BASISBEDIENING 9.1 DE MARIFOON IN- EN UITSCHAKELEN Controleer nadat de marifoon is geïnstalleerd, of de voeding en de antenne op de juiste manier aangesloten zijn. Houd de toets ingedrukt om de marifoon ON te schakelen. Houd de toets weer ingedrukt om de marifoon OFF te schakelen. 9.2 ONTVANGST Draai de SQL-knop helemaal tegen de wijzers van de klok in.
  • Pagina 32: Zendvermogen

    9.3.1 Zendvermogen Het TX-uitgangsvermogen van de marifoon wordt door de fabrikant standaard ingesteld op hoog niveau (25 W), en de “HI”-indicator wordt op het bovenste gedeelte van het scherm weergegeven. Zo schakelt u het TX-uitgangsvermogen om: Druk op de [H/L]-toets op het frontpaneel of de microfoon om te schakelen tussen uitgangsvermogen HI (25 W) of LO (1 W).
  • Pagina 33: Timeout-Timer (Tot) Voor Zenden

    9.5 TIMEOUT-TIMER (TOT) VOOR ZENDEN Wanneer de PTT-schakelaar op de microfoon ingedrukt wordt gehouden, wordt de zendtijd tot 5 minuten beperkt. Zo blijven onbedoelde transmissies veroorzaakt door een microfoon die blijft hangen beperkt in de tijd. Circa 10 seconden voor de automatische uitschakeling van de zender, klinkt er een pieptoon door de luidspreker(s).
  • Pagina 34: Weerkanalen Van De Noaa (Alleen In De Verenigde Staten En Canada)

    9.8 WEERKANALEN VAN DE NOAA (alleen in de Verenigde Staten en Canada) Druk als u een weerkanaal van de NOAA wilt ontvangen, op een van de schermtoetsen en druk vervolgens herhaaldelijk op toets [◄] of [►] totdat de schermtoets [WX] onderaan het scherm wordt weergegeven.
  • Pagina 35: Testen Van Weerwaarschuwingen Van De Noaa

    9.8.2 Testen van weerwaarschuwingen van de NOAA De NOAA test het waarschuwingssysteem iedere woensdag tussen 11 uur 's morgens en 1 uur 's middags. Voor het testen van de NOAA-weerfunctie, moet u de marifoon instellen zoals beschreven in sectie “9.8.1 Weerwaarschuwing van de NOAA (alleen Amerikaanse versie)”...
  • Pagina 36: Scannen

    OPMERKING Het prioriteitskanaal of het subkanaal kan van CH16 (standaard) en CH9 (standaard) in een ander kanaal gewijzigd worden. Zie sectie “17.7 PRIORITEITSKANAAL” of “17.8 SUBKANAAL”. 9.10 SCANNEN De marifoon zal automatisch kanalen scannen die in het geheugen met voorkeuzekanalen en het geheugen met scankanalen geprogrammeerd zijn, evenals het laatst geselecteerde weerkanaal.
  • Pagina 37: Geheugen Scannen (M-Scan)

    U kunt een kanaal uit de lijst VERWIJDEREN door het kanaal te selecteren en vervolgens op schermtoets [MEM] te drukken. Het pictogram “ON” van het geselecteerde kanaal verdwijnt dan. Druk zodra u uw selectie hebt voltooid, op de toets [CLEAR] om terug te keren naar marifoonbediening.
  • Pagina 38: Voorkeuzekanalen: Directe Toegang

    OPMERKING In de standaardinstelling is kanaal 16 ingesteld als het prioriteitskanaal. U kunt het prioriteitskanaal eventueel wijzigen van kanaal 16 naar een ander door u gewenst kanaal via het instelmenu. Zie sectie “17.7 PRIORITEITSKANAAL”. 9.11 VOORKEUZEKANALEN: DIRECTE TOEGANG Er kunnen 10 voorkeuzekanalen worden geprogrammeerd die direct toegankelijk zijn. Door op de schermtoets [PRESET] te drukken wordt de door de gebruiker toegewezen kanaalbank geactiveerd.
  • Pagina 39: Verwijderen

    9.11.3 Verwijderen Druk op een van de schermtoetsen. Druk herhaaldelijk op toets [◄] of [►] en druk vervolgens op de schermtoets [P-SET] om het voorkeuzekanaal op te roepen Draai aan de knop DIAL/ENT om het te verwijderen voorkeuzekanaal te selecteren. Druk op een van de schermtoetsen, houd vervolgens de schermtoets [PRESET] ingedrukt totdat het pictogram “P-SET”...
  • Pagina 40: Pa/Fog-Functie

    9.13 PA/FOG-FUNCTIE De GX2400 heeft een ingebouwde 30W megafoon, die met elke 4Ω PA-hoorn kan worden gebruikt. Standard Horizon biedt twee HAIL/PA-hoorns aan: de 220SW (5” ronde 30W hoorn) en de 240SW ((5” x 8” rechthoekige 40W HAIL/PA-hoorn). Wanneer de GX2400 in de PA Hail-modus staat, dan luistert de PA-luidspreker terug (werkt als microfoon en voorziet in tweewegcommunicatie via de HAIL/PA-hoorn naar de hoofdmarifoon).
  • Pagina 41: Bediening Van De Fog Horn-Modus

    9.13.2 Bediening van de FOG HORN-modus De gebruiker kan bij het selecteren van het type hoorn kiezen uit “Underway”, “Stop”, “Sail”, “Towing”, “Aground”, “Anchor”, “Horn” en “Siren”. Druk op een van de schermtoetsen. Druk herhaaldelijk op toets [◄] of [►] en druk vervolgens op de schermtoets [FOG HORN].
  • Pagina 42: Bediening Intercom

    TYPE PATROON GEBRUIK AGROUND Eén 11 seconden durend Schip is gestrand. belsignaal om de 60 250 ms seconden. 11 s Terugluisteren 60 s ANCHOR Eén 5 seconden durend Schip ligt voor anker. belsignaal om de 60 250 ms seconden. 5.25 s Terugluisteren 60 s 9.14 BEDIENING INTERCOM...
  • Pagina 43: Oproepen

    Druk op de PTT-schakelaar op de microfoon van de marifoon, waarna er “Talk” (Spreek) op het scherm wordt weergegeven. OPMERKING: Er klinkt een pieptoon wanneer er tegelijk op de PTT-schakelaar van de marifoon en op die van de RAM4 wordt gedrukt.
  • Pagina 44: Oproepen

    Verzend het spraakbericht. De transmissie zal vervormd plaatsvinden. 9.17 DEMOMODUS Via deze modus kunnen verkoopmedewerkers van Standard Horizon en verkopers de DSC-functies van de marifoon demonstreren. In de demomodus kunnen de breedtegraad, lengtegraad en tijd handmatig ingevoerd worden om de weergaves te simuleren.
  • Pagina 45 Voer de lengte- en breedtegraad van uw schip in evenals uw lokale UTC-tijd in de 24-uursnotatie. Druk op toets [◄] of [►] om het cijfer te selecteren en druk op de schermtoets [SELECT] om de cursor naar het volgend teken te verplaatsen. Mocht u een fout gemaakt hebben bij het invoeren van de breedtegraad, lengtegraad of lokale UTC-tijd van uw schip, dan kunt u met toets [◄] of [►] “←”...
  • Pagina 46: Bediening Gps

    10 BEDIENING GPS De GX2400 heeft een ingebouwde GPS-ontvanger voor het verkrijgen en weergeven van de van satellieten afkomstige positiegegevens*. Wanneer de marifoon op een extern GPS-toestel wordt aangesloten via de NMEA-0183 of NMEA2000, kunt u de volgorde van prioriteit selecteren van de te gebruiken verbindingsapparatuur bij het verkrijgen van locatiegegevens via het menu SETUP (zie sectie “19.1 VOLGORDE VAN PRIORITEIT”).
  • Pagina 47: Bediening Gps-Logger

    10.3 BEDIENING GPS-LOGGER De GX2400 beschikt ook over een logger voor positiegegevens waarin u uw locatie op gezette tijden kunt vastleggen. Druk op een van de schermtoetsen. Druk herhaaldelijk op toets [◄] of [►] en druk vervolgens op de schermtoets [LOGGER] om de functie aan of uit te zetten.
  • Pagina 48: Dsc (Digital Selective Calling)

    11 DSC (DIGITAL SELECTIVE CALLING) 11.1 ALGEMEEN WAARSCHUWING Deze GX2400 is ontworpen om een digitale maritieme noodoproep en veiligheidsoproep te genereren om opsporing en redding te vergemakkelijken. Om op effectieve wijze als veiligheidsapparatuur te kunnen werken mag deze apparatuur alleen binnen een communicatiebereik van een op VHF-scheepvaartkanaal 70 opererend nood- en veiligheidswachtsysteem aan de wal gebruikt worden.
  • Pagina 49 Basisbediening Zet de rode veerbelaste kap met het opschrift [DISTRESS] omhoog en houd dan de toets [DISTRESS] 3 seconden lang ingedrukt. Het marifoondisplay gaat dan aftellen (3-2-1) en vervolgens het noodbericht verzenden. De achtergrondverlichting van het display en toetsenblok knippert terwijl het display van de marifoon aan het aftellen is.
  • Pagina 50: Een Noodbericht Onderbreken

    Een noodbericht uitzenden door locatie en tijd handmatig in te voeren Ingeval de GPS van de marifoon de positie niet kan vaststellen, kunt u de lengte- en breedtegraad en de tijd handmatig invoeren alvorens het noodbericht uit te zenden. ] à “DSC CALL” à “DIST ALERT MSG” Druk op schermtoets [POS/TM].
  • Pagina 51: Een Noodbericht Annuleren

    Een noodbericht annuleren De marifoon biedt de mogelijkheid een bericht naar andere schepen te zenden om het noodbericht dat werd verstuurd te annuleren ingeval er per vergissing een noodbericht werd verzonden. Druk op schermtoets [CANCEL] en druk vervolgens op de schermtoets [YES].
  • Pagina 52: Oproep Aan Alle Schepen

    Draai aan de knop DIAL/ENT om “SAVE & GOTO” te selecteren en druk vervolgens op de schermtoets [SELECT] om de weergave naar het routepuntnavigatiescherm te wijzigen. Op het display wordt de afstand tot en richting van het schip in nood aangegeven en op het kompas wordt het schip in nood met een stip () weergegeven.
  • Pagina 53: Een Oproep Aan Alle Schepen Ontvangen

    Draai in de lijst INTERSHIP CH aan de knop DIAL/ENT om het werkkanaal te selecteren waarop u wilt communiceren en druk vervolgens op de schermtoets [SELECT]. Om werkkanalen uit alle spraakkanalen te selecteren, drukt u op de schermtoets [MANUAL]. Druk op schermtoets [YES] om het geselecteerde type of Oproep aan alle schepen uit te zenden.
  • Pagina 54: Individuele Oproep

    Druk op toets [QUIT] om terug te keren naar het kanaaldisplay. OPMERKING In geval van een ongelezen oproep aan alle schepen verschijnt het pictogram “ ” op het display. U kunt de ongelezen oproep aan alle schepen in het DSC-logboek bekijken.
  • Pagina 55: Het Beantwoorden Van Individuele Oproepen Instellen

    Herhaal stap 4 en 5 totdat de hele naam is ingevoerd. De naam mag uit maximaal vijftien tekens bestaan. Als u niet alle vijftien tekens gebruikt, selecteer dan “→” om naar de volgende positie te gaan. De “→” kan ook gebruikt worden om een spatie in de naam in te voeren.
  • Pagina 56: Het Bevestigen Van Individuele Oproepen Inschakelen

    11.4.3 Het bevestigen van individuele oproepen inschakelen De marifoon kan of antwoordbericht “ABLE” (Kan antwoorden) (standaard) of “UNABLE” (Kan niet antwoorden) selecteren wanneer de instelling voor individuele beantwoording (beschreven in de vorige sectie) op “AUTOMATIC” is ingesteld”. ] ingedrukt houden à “DSC SETUP” à “INDIVIDUAL ACK.” Draai aan de knop DIAL/ENT om “ABLE”...
  • Pagina 57 Druk op de schermtoets [QUIT] om naar het kanaal te luisteren om te controleren of het niet bezet is, druk vervolgens op de PTT-schakelaar op de microfoon en spreek in de microfoon om met het andere schip te communiceren. Individuele oproep door handmatig een MMSI in te voeren U kunt handmatig het MMSI-nummer van een contact invoeren zonder dat het in de individuele adreslijst wordt opgeslagen.
  • Pagina 58: Een Individuele Oproep Ontvangen

    11.4.5 Een individuele oproep ontvangen Wanneer er een individuele DSC-oproep wordt ontvangen, het MMSI (Maritime Mobile Service Identity Number) of de naam van een persoon wordt weergegeven, kunt u kiezen of u uw positie al of niet naar het schip wilt zenden dat hierom vraagt. Zie sectie “11.4.2 Het beantwoorden van individuele oproepen instellen”...
  • Pagina 59: Automatische Beantwoording

    Automatische beantwoording: Wanneer er een individuele oproep wordt ontvangen, klinkt er een belsignaal. De marifoon schakelt automatisch naar het gevraagde kanaal over. Op het display wordt de MMSI weergegeven van het oproepende schip. Druk op een willekeurige toets om het alarmsignaal uit te zetten.
  • Pagina 60: Groepsoproep

    MMSI-nummers voor schepen toe te wijzen.  Het eerste cijfer van een groep-MMSI is conform de internationale regelgeving altijd op “0” gezet. Alle marifoons van Standard Horizon zijn vooraf zo ingesteld dat het eerste cijfer bij het programmeren van een groep-MMSI is ingesteld op “0”.
  • Pagina 61 ] ingedrukt houden à “DSC SETUP” à “GROUP DIRECTORY” Draai aan de knop DIAL/ENT om “ADD” te selecteren en druk vervolgens op de schermtoets [SELECT]. Draai aan de knop DIAL/ENT om “GP NAME:” te selecteren en druk vervolgens op de schermtoets [SELECT]. Druk op toets [◄] of [►] om de eerste letter van de naam van de groep die u in de adreslijst wilt opnemen te selecteren.
  • Pagina 62: Een Groepsoproep Uitzenden

    11.5.2 Een groepsoproep uitzenden Groepsoproep via de groepslijst ] à “DSC CALL” à “GROUP CALL” Draai aan de knop DIAL/ENT om “HISTORY” of “MEMORY” te selecteren en druk vervolgens op de schermtoets [SELECT]. Draai aan de knop DIAL/ENT om een groep te selecteren waarmee u contact wilt opnemen en druk vervolgens op schermtoets [SELECT].
  • Pagina 63: Een Groepsoproep Ontvangen

    Draai aan de knop DIAL/ENT om het tweede cijfer van het MMSI-nummer (het eerste van de negen cijfers is vast ingesteld op “0”) waarmee u contact wilt opnemen te selecteren en druk vervolgens op de schermtoets [SELECT] om naar het volgende cijfer te gaan. Herhaal stap 3 om het MMSI-nummer te programmeren.
  • Pagina 64: Het Belsignaal Voor Groepsoproepen Instellen

    GX2400 weer te geven. Standard Horizon heeft deze functie nog verder ontwikkeld: als er een compatibele GPS-kaartplotter op de GX2400 wordt aangesloten, dan wordt de gepollde positie van het schip op het display van de GPS-kaartplotter weergegeven zodat er gemakkelijk naar de locatie van het gepollde schip genavigeerd kan worden.
  • Pagina 65: Beantwoording Van Een Positieaanvraag Instellen

    OPMERKING Het andere schip moet een werkende GPS-ontvanger hebben die op hun DSC-marifoon is aangesloten; de marifoon mag niet ingesteld zijn op het weigeren van positieaanvragen. (Zie sectie “11.4 INDIVIDUELE OPROEP” om gegevens in de adreslijst voor individuele oproepen in te voeren). 11.6.1 Beantwoording van een positieaanvraag instellen De marifoon kan ingesteld worden op het automatisch (standaardinstelling) of handmatig...
  • Pagina 66 Druk op schermtoets [SELECT] en druk vervolgens op de schermtoets [YES] om de DSC-oproep voor een positieaanvraag te verzenden. Zodra de marifoon de positie van het gepollde schip ontvangt, wordt die op het marifoondisplay weergegeven. Druk op schermtoets [QUIT] om terug te keren naar marifoonbediening.
  • Pagina 67: Een Positieaanvraag Ontvangen

    Zodra de marifoon de positie van het gepollde schip ontvangt, wordt die op het marifoondisplay weergegeven. Druk op schermtoets [QUIT] om terug te keren naar marifoonbediening. OPMERKING De van het gepollde schip ontvangen positie kan overgebracht worden naar een GPS-kaartplotter via NMEA DSC- en DSE-strings. 11.6.3 Een positieaanvraag ontvangen Wanneer er een positieaanvraagoproep van een ander...
  • Pagina 68: Een Belsignaal Voor Positieaanvragen Instellen

    Druk op toets [◄] of [►] om het eerste cijfer van de breedtegraad te selecteren en druk vervolgens op de schermtoets [SELECT] om naar het volgende cijfer te gaan. Herhaal stap 3 om het MMSI-nummer en de tijd in te voeren. Mocht u een fout gemaakt hebben, druk dan op toets [◄] of [►] om “←”...
  • Pagina 69 Draai aan de knop DIAL/ENT om “HISTORY” of “MEMORY” te selecteren en druk vervolgens op de schermtoets [SELECT]. Draai aan de knop DIAL/ENT om de naam in de adreslijst te selecteren en druk vervolgens op de schermtoets [SELECT]. Als u de positie die wordt weergegeven wilt wijzigen, moet u op de schermtoets [POS/TM] drukken om naar het positiegegevensinvoerscherm te gaan.
  • Pagina 70: Een Dsc-Positiemeldingsoproep Ontvangen

    Druk op schermtoets [YES] om uw positie naar het geselecteerde schip te versturen. Druk op schermtoets [QUIT] om terug te keren naar marifoonbediening. 11.7.2 Een DSC-positiemeldingsoproep ontvangen Wanneer een andere operator de locatie van zijn of haar schip naar een andere ontvanger van de GX2400 zendt, zal er het volgende gebeuren: Wanneer er een positiemeldingsoproep van een ander schip wordt ontvangen, klinkt er een belsignaal.
  • Pagina 71: De Gemelde Positie Als Routepunt Opslaan

    11.7.4 De gemelde positie als routepunt opslaan De marifoon kan een positiemeldingsoproep als routepunt in het geheugen van de marifoon opslaan. Druk nadat de positiemeldingsoproep is ontvangen, op de schermtoets [SAVE]. Als u de naam van het routepunt wilt wijzigen, draait u aan de knop DIAL/ENT om “NAME”...
  • Pagina 72: Automatische Positiepolling

    11.8 AUTOMATISCHE POSITIEPOLLING De marifoon kan zes in de individuele adreslijst geprogrammeerde schepen automatisch volgen, of uw positiegegevens automatisch naar de geprogrammeerde stations sturen. 11.8.1 De pollingfunctie instellen ] ingedrukt houden à “DSC SETUP” à “AUTO POSITION POLLING” Draai aan de knop DIAL/ENT om de gewenste functie (AUTO POS REQUEST en AUTO POS REPORT) te selecteren en druk op de schermtoets [ENTER].
  • Pagina 73: Automatische Positiepolling In-/Uitschakelen

    Op de marifoon worden de in de individuele adreslijst geprogrammeerde schepen weergegeven. Draai aan de knop DIAL/ENT om het gewenste schip te selecteren en druk vervolgens op de schermtoets [ENTER]. Wilt u er nog meer invoeren, draai dan aan de knop DIAL/ ENT om een lege rij te selecteren, druk op de schermtoets [SELECT] en voer vervolgens stap 4 uit.
  • Pagina 74: Een Dsc-Test Naar Een Ander Schip Zenden

    11.9.2 Een DSC-test naar een ander schip zenden DSC-testoproep m.b.v. de adreslijst voor individuele oproepen/positieoproepen ] à “DSC CALL” à “DSC TEST CALL” Draai aan de knop DIAL/ENT om “HISTORY” of “MEMORY” te selecteren en druk vervolgens op de schermtoets [SELECT].
  • Pagina 75: Een Dsc-Testoproep Ontvangen

    OPMERKING Wanneer de marifoon antwoord op de testoproep ontvangt van het schip dat werd opgeroepen, zal de marifoon een belsignaal geven en “RX TEST CALL” op het display weergeven. Hiermee wordt bevestigd dat de opgeroepen marifoon de testoproep heeft ontvangen. 11.9.3 Een DSC-testoproep ontvangen Wanneer een ander schip een DSC-testoproep naar de GX2400 zendt, dan gebeurt...
  • Pagina 76: Een Geregistreerd Dsc Rx-Noodbericht En Bevestiging Bekijken

    Druk op de schermtoets [CALL] om de DSC-oproep opnieuw te verzenden of druk op de schermtoets [BACK] om terug te gaan naar de lijst met verzonden DSC-oproepen. 11.10.2 Een geregistreerd DSC RX-noodbericht en bevestiging bekijken Met de marifoon kunt u geregistreerde DSC RX-noodberichten en bevestigingen bekijken.
  • Pagina 77: Een Oproep Uit De Adreslijst Van Het Dsc-Logboek Verwijderen

    11.10.4 Een oproep uit de adreslijst van het DSC-logboek verwijderen ] à “DSC CALL” à “DSC LOG” à “LOG DELETE” Draai aan de knop DIAL/ENT om de te verwijderen categorie (“TRANSMITTED”, “RX DISTRESS”, “RX OTHER CALL” of “ALL LOG”) te selecteren. Druk op de schermtoets [SELECT].
  • Pagina 78: Navigatie

    12 NAVIGATIE De GX2400 kan maximaal 250 routepunten voor navigatie opslaan m.b.v. de kompaspagina. U kunt ook naar een DSC-noodoproep navigeren met locatiegegevens, of naar de positie ontvangen van een andere DSC-marifoon die gebruik maakt van DSC-polling. 12.1 MET ROUTEPUNTEN WERKEN 12.1.1 De navigatie starten en stoppen Navigatie m.b.v.
  • Pagina 79: Een Lijst Met Routepunten Instellen

    Draai aan de knop DIAL/ENT om het eerste cijfer van de breedtegraad te selecteren en druk vervolgens op de schermtoets [SELECT] om naar het volgende cijfer te gaan. Herhaal stap 5 om de positie in te voeren. Mocht u een fout gemaakt hebben, druk dan op toets [◄] of [►] om “←” of “→” te selecteren, druk op de schermtoets [SELECT] totdat het onjuiste teken wordt geselecteerd en voer vervolgens stap 5 uit.
  • Pagina 80: Een Routepunt Toevoegen

    Een routepunt toevoegen ] ingedrukt houden à “WAYPOINT SETUP” à “WAYPOINT DIRECTORY” Draai aan de knop DIAL/ENT om “ADD” te selecteren en druk vervolgens op de schermtoets [SELECT]. Draai aan de knop DIAL/ENT om “NAME:” te selecteren en druk vervolgens op de schermtoets [SELECT]. Voer de naam van het routepunt in door op toets [◄] of [►] en de schermtoets [SELECT] te drukken.
  • Pagina 81: Een Routepunt Verwijderen

    Een routepunt verwijderen ] ingedrukt houden à “WAYPOINT SETUP” à “WAYPOINT DIRECTORY” Draai aan de knop DIAL/ENT om “DELETE” te selecteren en druk vervolgens op de schermtoets [SELECT]. Draai aan de knop DIAL/ENT om het te verwijderen routepunt te selecteren en druk vervolgens op de schermtoets [SELECT].
  • Pagina 82: Met Routes Werken

    12.2 MET ROUTES WERKEN Op de GX2400 kunnen 1 tot 30 routepunten langs de route naar een bestemming worden ingesteld. Via29 Via3 Via30 Via2 Huidige Via1 positie Een route naar een routepunt uitzetten 12.2.1 Een lijst met routes instellen OPMERKING Alle bestemmingen en via-punten moeten als routepunten in het geheugen worden geprogrammeerd.
  • Pagina 83 10. Herhaal stap 8 en 9 om meer via-punten toe te voegen. 11. Druk op schermtoets [BACK]. 12. Draai aan de knop DIAL/ENT om “SAVE” te selecteren en druk vervolgens op de schermtoets [ENTER] om de route in het geheugen op te slaan. 13.
  • Pagina 84: De Routenavigatie Starten En Stoppen

    12.2.2 De routenavigatie starten en stoppen ] à “NAVI” à “ROUTE” Draai aan de knop DIAL/ENT om de gewenste categorie (“HISTORY” of “MEMORY”) te selecteren en druk vervolgens op de schermtoets [SELECT]. Draai aan de knop DIAL/ENT om een route te selecteren en druk vervolgens op de schermtoets [SELECT].
  • Pagina 85: Gm-Functie

    13 GM-FUNCTIE De GM (Group Monitor / Groepsmonitor) functie van de GX2400 maakt gebruik van hetzelfde systeem als de DSC-groepsoproep en automatische positiepolling, om de locaties van de groepsleden weer te geven. 13.1 DE GM-FUNCTIE INSTELLEN De marifoon kan maximaal 10 groepen met elk 1 tot 9 leden opslaan. 13.1.1 Een GM-groepslijst instellen OPMERKING...
  • Pagina 86: Het Tijdsinterval Voor Polling Instellen

    Draai aan de knop DIAL/ENT om een nummer uit de adreslijst te selecteren en druk vervolgens op de schermtoets [SELECT]. Draai aan de knop DIAL/ENT om een lid uit de individuele adreslijst te selecteren en druk vervolgens op de schermtoets [SELECT]. Herhaal stap 8 om leden aan de groep toe te voegen en druk vervolgens op de schermtoets [BACK].
  • Pagina 87: De Gm-Functie Starten

    13.2 DE GM-FUNCTIE STARTEN OPMERKING Configureer de instelling voor de GM-groepslijst in het instelmenu om de GM-functie te starten. Anders kunt u de GM-functie niet starten. Zie sectie “13.1.1 Een GM-groepslijst instellen” voor meer informatie. ] à “GM” Draai aan de knop DIAL/ENT om een groep die u wilt bewaken te selecteren en druk vervolgens op de schermtoets [SELECT].
  • Pagina 88: Een Dsc-Oproep Naar Een Groepslid Zenden

    13.2.2 Een DSC-oproep naar een groepslid zenden Druk op het GM-richtpuntdisplay op een van de schermtoetsen en druk vervolgens op de schermtoets [TG LIST]. Draai aan de knop DIAL/ENT om een lid dat u wilt oproepen te selecteren. Druk op de schermtoets [SELECT] om de locatie, afstand en peiling van het geselecteerde lid weer te geven.
  • Pagina 89: Automatisch Identificatiesysteem (Ais)

    AUTOMATISCH IDENTIFICATIESYSTEEM (AIS) 14.1 ALGEMEEN OPMERKING De GX2400 heeft geen speciale marifoonantenne nodig om AIS-transmissies te ontvangen. De GX2400 zendt geen AIS-signalen uit, het wordt NIET aanbevolen om een antenne te gebruiken die speciaal voor AIS-bedrijf is bedoeld. Het automatische identificatiesysteem (AIS) is een maritiem volgsysteem met korte reikwijdte.
  • Pagina 90: Het Informatiescherm Voor Ais-Doelen Weergeven

    Op het AIS-display wordt uw schip als een “ ” pictogram Locatie van het schip in het midden van het display weergegeven. AIS-doelen worden als driehoeken weergegeven. De lijn die vanuit de cirkel wordt geprojecteerd, is de koers van de AIS-schepen over de grond (COG).
  • Pagina 91: Het Ais-Bereik Wijzigen

    14.2.2 Het AIS-bereik wijzigen Druk in het AIS-scherm op een van de schermtoetsen om de toetsselecties weer te geven. Druk op de schermtoets [RANGE]. Druk op de schermtoetsen in het midden en aan de rechterkant om het straalbereik om op het AIS-scherm weer te geven te selecteren. Druk op de schermtoets [BACK] om terug te keren naar het AIS-scherm.
  • Pagina 92: Cpa/Tcpa-Alarmfuncties

    Nadat de GX2400 de oproep verzonden heeft, wacht de marifoon op de DSC-marifoon op het AIS-schip om een antwoord te verzenden, op welk moment de marifoon een beltoon als van een telefoon laat horen. Pak de microfoon op, druk de PTT-schakelaar in en spreek met het AIS-schip. Druk op de schermtoets [QUIT] om terug te gaan naar het AIS-scherm.
  • Pagina 93: De Kompasweergave Wijzigen

    14.2.5 De kompasweergave wijzigen De kompasweergave kan omgeschakeld worden tussen “COURSE-UP” en “NORTH-UP”. De standaardinstelling is “COURSE-UP”. Zie sectie “19.2 KOMPASRICHTING” voor meer informatie. 14.3 AIS-INSTELLINGEN 14.3.1 Met deze functie kunt u de afstand voor het CPA (Closest Point of Approach) alarm ...
  • Pagina 94: Cpa/Tcpa-Alarm

    14.3.3 CPA/TCPA-alarm De CPA/TCPA-alarmfuncties aan-/uitzetten. De standaardinstelling is “OFF”. ] ingedrukt houden à “AIS SETUP” à “CPA/TCPA ALARM”. Draai aan de knop DIAL/ENT om “CPA” of “TCPA” te selecteren en druk vervolgens op de schermtoets [SELECT]. Draai aan de knop DIAL/ENT om “OFF” of “ON” te selecteren.
  • Pagina 95 Druk op toets [◄] of [►] om de letters van de naam van het schip of de persoon dat of die u wilt opnemen in de lijst met te negeren schepen te selecteren. Druk op schermtoets [SELECT] om de eerste letter in de naam op te slaan en naar de volgende letter rechts te gaan.
  • Pagina 96: Nmea 2000 Instellen

    15 NMEA 2000 INSTELLEN Stel de op het NMEA 2000-netwerk aangesloten apparaatnummers en systeemnummers van apparaten in. 15.1 APPARAAT SELECTEREN Selecteer het apparaat waarvoor u het apparaatnummer en systeemnummer wilt instellen. ] ingedrukt houden à “NMEA2000 SETUP” à “SELECT DEVICE” Draai in de lijst SELECT DEVICE aan de knop DIAL/ ENT om het externe apparaat te selecteren waarvoor het apparaatnummer en systeemnummer ingesteld moeten...
  • Pagina 97: Systeemnummer

    15.3 SYSTEEMNUMMER Stel het systeemnummer van het geselecteerde apparaat in in “15.1 APPARAAT SELECTEREN”. ] ingedrukt houden à “NMEA2000 SETUP” à “SYSTEM NUMBER” Druk op toets [◄] of [►] om het eerste cijfer van het systeemnummer te selecteren en druk vervolgens op de schermtoets [SELECT] om naar het volgende cijfer te gaan.
  • Pagina 98 Ontvangen Zenden − − 129039 Positiemelding AIS klasse B − − 129040 Uitgebreide positiemelding AIS klasse B − − 129041 Melding AIS-navigatiehulpmiddelen (AtoN) − − 129793 UTC- en datummelding AIS (basisstation) 129794 Statische en reisgerelateerde gegevens − − AIS klasse A −...
  • Pagina 99: Configuratie-Instellingen

    16 CONFIGURATIE-INSTELLINGEN 16.1 WEERGAVESTAND De weergavestand kan worden geselecteerd volgens de dagtijd waarop u de marifoon bedient. ] ingedrukt houden à “CONFIGURATION” à “DISPLAY MODE” Draai aan de knop DIAL/ENT om de gewenste instelling te selecteren. Selecteer de instelling “DAY MODE” of “NIGHT MODE”.
  • Pagina 100: Toetspieptoon

    16.4 TOETSPIEPTOON Via deze selectie wordt het volumeniveau van de pieptoon geselecteerd wanneer er op een toets wordt gedrukt. ] ingedrukt houden à “CONFIGURATION” à “KEY BEEP” Draai aan de knop DIAL/ENT om het gewenste niveau te selecteren. Het volumeniveau van de pieptoon kan ingesteld worden van “1”...
  • Pagina 101: Terugluisteren

    16.6 TERUGLUISTEREN In de PA-, FOG HORN-, of HORN-modus kunt u de terugluisterfunctie heen en weer schakelen tussen ON en OFF. ] ingedrukt houden à “CONFIGURATION” à “LISTEN BACK”. Draai aan de knop DIAL/ENT om “OFF” of “ON” te selecteren (“ON”...
  • Pagina 102: Schermtoetsen

    Druk op schermtoets [SELECT] om de eerste letter in de naam op te slaan en naar de volgende letter rechts te gaan. 10. Herhaal stap 8 en 9 totdat de hele naam is ingevoerd. De naam mag uit maximaal tien tekens bestaan. Als u niet alle tien tekens gebruikt, selecteer dan “→” om naar de volgende positie te gaan.
  • Pagina 103 SCHERMTOETS- DISPLAY FUNCTIE PICTOGRAM NONE − − TX HI/LO Selecteren van het zendvermogen WX/CH Schakelt kanalen om tussen weer en scheepvaart SCAN In- of uitschakelen van de scanfunctie. Starten en stoppen van Dual Watch- of Triple MULTI WATCH Watch-scannen Markeren van de huidige positie voor een MARK POSITION “routepunt”...
  • Pagina 104: Toetstimer

    16.8.2 Toetstimer ] ingedrukt houden à “CONFIGURATION” à “SOFT KEY” Draai aan de knop DIAL/ENT om “KEY TIMER” te selecteren en druk vervolgens op de schermtoets [SELECT]. Draai aan de knop DIAL/ENT om de gewenste tijd te selecteren, de standaardinstelling is 10 seconden. Druk op schermtoets [ENTER] om de geselecteerde instelling op te slaan.
  • Pagina 105: De Gebruikers-Mmsi En Atis-Code Resetten

    Als het MMSI-nummer en de ATIS-code gereset moeten worden. Neem contact op met Standard Horizon voor de vereiste resetcodes. De resetcode aanvragen Neem contact op met Standard Horizon en verstrek de volgende vereiste gegevens. ● De gegevens die nodig zijn om de resetcode te verkrijgen: • Modelnaam •...
  • Pagina 106: De Gebruikers-Mmsi En Atis-Codes Resetten

    De GEBRUIKERS-MMSI en ATIS-codes resetten Hier volgt de procedure voor het resetten van de GEBRUIKERS-MMSI en ATIS-codes na het verkrijgen van de resetcodes. Het scherm RESET wordt weergegeven in stap 2 in “ De aanvraagcode controleren”. Draai aan de knop DIAL/ENT om “PASSWORD" te selecteren en druk vervolgens op de schermtoets [SELECT].
  • Pagina 107: Overzicht Van De Configuratie-Instellingen

    16.10 OVERZICHT VAN DE CONFIGURATIE-INSTELLINGEN Item Beschrijving Standaardwaarde Pagina Schakelt de stand van het lcd-display heen DISPLAY MODE DAY MODE en weer tussen dagstand en nachtstand. R e g e l e n v a n h e t n i v e a u v a n d e DIMMER achtergrondverlichting van het lcd-display en van het toetsenblok...
  • Pagina 108: Instelling Kanaalfunctie

    17 INSTELLING KANAALFUNCTIE 17.1 KANAALGROEP Via dit menu-item kunt u een kanaalgroep uit Verenigde Staten, Canada en Internationaal selecteren. Zie sectie “9.7 KANAALGROEP” voor meer informatie. 17.2 WEERWAARSCHUWING (alleen Amerikaanse versie) Activeert/deactiveert de functie Weerwaarschuwing van de NOAA. De standaardinstelling is “OFF”.
  • Pagina 109: Prioriteitskanaal

    17.7 PRIORITEITSKANAAL Met deze procedure kan een ander prioriteitskanaal ingesteld worden voor gebruik bij prioriteitsscannen. Het prioriteitskanaal is standaard ingesteld op kanaal 16. ] ingedrukt houden à “CHANNEL SETUP” à “PRIORITY CHANNEL” Draai aan de knop DIAL/ENT om het gewenste kanaal als prioriteitskanaal te selecteren.
  • Pagina 110: Dimmerinstelling Van Rx-Led

    Mocht u een fout gemaakt hebben bij het invoeren van de kanaalnaam, druk dan op toets [◄] of [►] om “←” of “→” te selecteren, druk op de schermtoets [SELECT] totdat het onjuiste teken wordt geselecteerd en voer vervolgens stap 3 en 4 uit. Druk zodra u klaar bent met het invoeren van de kanaalnaam (bestaande uit ten hoogste vijftien tekens), op de schermtoets [FINISH] om de naam op te slaan.
  • Pagina 111: Audiofilterfunctie

    Draai aan de knop DIAL/ENT om “RX MODE” te selecteren en druk vervolgens op de schermtoets [SELECT]. Draai aan de knop DIAL/ENT om het ruisniveau van “LEVEL 1” t/m “LEVEL 4” of “OFF” te selecteren en druk vervolgens op de schermtoets [ENTER]. Druk op de toets [CLEAR] om terug te keren naar marifoonbediening.
  • Pagina 112: Overzicht Van De Kanaalfunctie-Instellingen

    Draai aan de knop DIAL/ENT om “CODE” te selecteren en druk vervolgens op de schermtoets [SELECT]. Draai aan de knop DIAL/ENT om het te vervormen kanaal te selecteren en druk vervolgens op de schermtoets [SELECT]. OPMERKING: CH16 en CH70 mogen niet worden gebruikt. Draai aan de knop DIAL/ENT om de code van de vervormer te selecteren.
  • Pagina 113: Dsc-Instellingen

    18 DSC-INSTELLINGEN 18.1 INDIVIDUELE ADRESLIJST De GX2400 heeft een DSC-adreslijst waarin u de naam kunt opslaan van een schip of persoon en het ermee verbonden MMSI-nummer waarmee u desgewenst contact kunt opnemen via individuele oproepen, positieaanvragen en positiemeldingstransmissies. Om een individuele oproep te kunnen verzenden moet u deze adreslijst met de informatie over het schip waarmee u contact wilt opnemen, programmeren, net zoals een contactenlijst voor mobiele telefoons.
  • Pagina 114: Positiebeantwoording

    18.6 POSITIEBEANTWOORDING De GX2400 kan ingesteld worden op het automatisch (standaardinstelling) of handmatig versturen van uw positie wanneer een ander schip daarom vraagt. Deze selectie is belangrijk als u liever niet wilt dat iemand die de positie van uw schip opvraagt, die positie te weten komt.
  • Pagina 115: Inactiviteitstimer

    18.10 INACTIVITEITSTIMER Als er niet op een toets wordt gedrukt terwijl het scherm “MENU” of “DSC CALL” actief is, dan keert de marifoon automatisch terug naar marifoonbediening. De standaardselectie is 10 minuten. ] ingedrukt houden à “DSC SETUP” à “NO ACTION TIMER” Draai aan de knop DIAL/ENT om de gewenste tijd te selecteren en druk vervolgens op de schermtoets [ENTER].
  • Pagina 116: Overzicht Van Het Dsc-Instelmenu

    18.13 OVERZICHT VAN HET DSC-INSTELMENU Item Beschrijving Standaardwaarde Pagina INDIVIDUAL Invoeren of bewerken van voor − DIRECTORY individuele oproepen gebruikte adressen INDIVIDUAL REPLY Selecteren van de beantwoording van MANUAL een individuele oproep INDIVIDUAL ACK. Selecteren van het automatisch te ABLE verzenden bericht als bevestiging van een individuele oproep INDIVIDUAL RING...
  • Pagina 117: Gps-Instellingen

    19 GPS-INSTELLINGEN In de modus “GPS Setup” kunnen de parameters voor de NMEA2000 of de NMEA -0183 of de ingebouwde GPS-ontvanger overeenkomstig uw behoefte worden aangepast. 19.1 VOLGORDE VAN PRIORITEIT Geef de volgorde van prioriteit van de voor het verkrijgen van locatiegegevens te gebruiken invoerapparaten op.
  • Pagina 118: Tijdsverschil

    19.4 TIJDSVERSCHIL Hiermee wordt het tijdsverschil ingesteld tussen de UTC (Universal Time Coordinated) en de lokale tijd die op het display wordt weergegeven. Het verschil wordt opgeteld bij of afgetrokken van de van de GPS ontvangen tijd. Zie sectie “8.8.1 De GPS-tijd instellen” voor meer informatie. 19.5 TIJDZONE Via deze menukeuze stelt u de weergave op het display in van de UTC-tijd of lokale tijd met de offset.
  • Pagina 119: Nmea 0183 In/Uit

    19.9 NMEA 0183 IN/UIT 19.9.1 Gegevenssnelheid In dit menu stelt u de NMEA 0183-baudsnelheid in van de GPS-ingang (gele en groene draden) en DSC-uitgang (witte en bruine draden). De standaardinstelling is 4800 bps. Wanneer 38400 bps wordt geselecteerd, worden de DSC-strings (DSC & DSE) uitgevoerd op de blauwe en grijze draden nadat er een DSC-noodbericht, positieaanvraag is ontvangen.
  • Pagina 120: Ingebouwde Gps-Eenheid

    OPMERKING • Het uitvoeren van gegevens zal plaatsvinden volgens de instelling voor de prioriteitsvolgorde m.b.t. de gegevensvergaring in “ORDER OF PRIORITY”. Zie sectie “19.1 VOLGORDE VAN PRIORITEIT” voor meer informatie. • Wanneer “UNIT POWER” van “OPTION GPS UNIT” op OFF is ingesteld, zullen er geen NMEA-strings uitgevoerd worden.
  • Pagina 121: Pinning

    19.10.2 Pinning Met deze selectie worden positie-updates in- of uitgeschakeld wanneer het schip niet onderweg is. De standaardinstelling is “ON”. ] ingedrukt houden à “GPS SETUP” à “INTERNAL GPS UNIT” Draai aan de knop DIAL/ENT om “PINNING” te selecteren en druk vervolgens op de schermtoets [SELECT]. Draai aan de knop DIAL/ENT om “OFF”...
  • Pagina 122: Loggerinterval

    19.10.4 Loggerinterval ] ingedrukt houden à “GPS SETUP” à “INTERNAL GPS UNIT” Draai aan de knop DIAL/ENT om “LOGGER INTERVAL” te selecteren en druk vervolgens op de schermtoets [SELECT]. Draai aan de knop DIAL/ENT om de gewenste tijd te selecteren en druk op de schermtoets [ENTER]. OPMERKING: Registratietijd voor elke loggerintervalinstelling 15 sec: Circa 25 uur...
  • Pagina 123: Overzicht Van De Gps-Instellingen

    19.11 OVERZICHT VAN DE GPS-INSTELLINGEN Item Beschrijving Standaardwaarde Pagina ORDER OF PRIORITY Instellen van de prioriteitsvolgorde NMEA-2000 van de verbindingsapparatuur bij het verkrijgen van positiegegevens COMPASS DIRECTION Selecteren van de weer te geven KOERS BOVEN kompasrichting LOCATION FORMAT Selecteren van het weer te geven ddd°mm.mmmm coördinatenstelsel TIME OFFSET...
  • Pagina 124: Atis-Instellingen

    De ATIS-code kan maar één keer ingevoerd worden. Dus pas op dat u niet de onjuiste ATIS-code invoert. Neem, als de ATIS-code gereset moet worden, contact op met Standard Horizon om de vereiste resetcode te verkrijgen. Zie sectie “16.9.1 De GEBRUIKERS-MMSI en ATIS-CODE resetten”.
  • Pagina 125: Atis-Kanaalgroep

    20.2 ATIS-KANAALGROEP De ATIS-functie van de GX2400GPS/E kan voor elke kanaalgroep AAN of UIT worden gezet. ] ingedrukt houden à “ATIS SETUP” à “ATIS GROUP” Draai aan de knop DIAL/ENT om de kanaalgroep (International, Canadian* of USA) waarvan u de instelling wilt wijzigen te selecteren en druk vervolgens op de schermtoets [SELECT].
  • Pagina 126: Bediening Van Microfoon Op Afstand

    21 BEDIENING VAN MICROFOON OP AFSTAND SSM-70H ( RAM4 ) OPMERKING Om de GX2400 aan te kunnen sluiten moet de firmware voor de SSM-70H versie 3.00.00 of later zijn. Wanneer er een afstandsmicrofoon op de GX2400 wordt aangesloten, kunnen alle VHF-, DSC-, instelmenu's, AIS-, navigatie-, GM- (groepsmonitor) functies en PA/Fog-modi op afstand bediend worden.
  • Pagina 127 Knop DIAL/ENT Draai terwijl het normale scherm wordt weergegeven, aan de knop DIAL/ENT om het door u gewenste kanaal te selecteren. Draai terwijl het scherm MENU wordt weergegeven, aan de knop om het gewenste menu-item te selecteren. SECUNDAIR GEBRUIK Druk op deze knop om een selectie in het MENU in te voeren. SQL-toets (squelch-regelaar) Druk op deze toets om de squelch-instelmodus te activeren.
  • Pagina 128: Toewijzing Aan Schermtoets Ram4

    Schermtoetsen Deze drie programmeerbare toetsen kunnen worden aangepast in het instelmenu. Druk op een van deze toetsen om de toetsfuncties onderin het display weer te geven. Zie sectie “21.2 TOEWIJZING AAN SCHERMTOETS RAM4” voor meer informatie. Stroboscooplamp Wanneer er op de schermtoets [STROBE] wordt gedrukt, gaat het internationaal erkende “S.O.S”-bericht in morsecode branden en herhaaldelijk knipperen.
  • Pagina 129: Toetstoewijzing

    SCHERMTOETS- DISPLAY FUNCTIE PICTOGRAM Programmeren of verwijderen van het PRESET vooringestelde geheugenkanaal Markeren van de positie waar een MAN OVERBOARD persoon overboord gevallen is Inschakelen van het display voor NOISE CANCEL ruisonderdrukkingsinstellingen CH NAME Bewerken van kanaalnamen STROBE In- of uitschakelen van de stroboscoop-led. C o n f i g u r e r e n v a n d e g e h e i m e SCRAMBLER communicatie-instellingen.
  • Pagina 130: Een Usb-Dataterminal Op De Pc Aansluiten

    Draai aan de knop DIAL/ENT om “KEY ASSIGNMENT” te selecteren en druk vervolgens op de schermtoets [SELECT]. Draai aan de knop DIAL/ENT om het te programmeren toetsnummer te selecteren en druk op de schermtoets [SELECT]. Draai aan de knop DIAL/ENT om een nieuwe functie uit de keuzes in de lijst te selecteren en druk vervolgens op de schermtoets [ENTER].
  • Pagina 131: Onderhoud

    • Zorg dat de voedingsspanning naar de zendontvanger niet hoger dan 16 VDC of lager dan 11 VDC wordt. • Gebruik uitsluitend accessoires en reserveonderdelen die door STANDARD HORIZON zijn goedgekeurd. 23.1 RESERVEONDERDELEN Soms heeft een eigenaar een vervangende montagebeugel of knop nodig.
  • Pagina 132: Storingzoekschema

    23.3 STORINGZOEKSCHEMA SYMPTOOM MOGELIJKE OORZAAK OPLOSSING De zendontvanger Geen gelijkspanning naar de a. Controleer de aansluitingen van de 12VDC kan niet aangezet zendontvanger of de zekering batterij en de zekering. worden. is doorgeslagen. b. De toets moet ingedrukt worden gehouden om de marifoon in te schakelen.
  • Pagina 133: Kanaaltoewijzingen

    24 KANAALTOEWIJZINGEN KANAALGEBRUIK LAAG Alle landen TX (MHz) RX (MHz) SIMPLEX/DUPLEX VERM. Duitsland (behalve Duitsland) 156.050 160.650 DUPLEX – TELEPHONE NAUTIK 156.100 160.700 DUPLEX – TELEPHONE NAUTIK 156.150 160.750 DUPLEX – TELEPHONE NAUTIK 156.200 160.800 DUPLEX – INTL NAUTIK 156.250 160.850 DUPLEX –...
  • Pagina 134 KANAALGEBRUIK LAAG TX (MHz) RX (MHz) SIMPLEX/DUPLEX Alle landen VERM. Duitsland (behalve Duitsland) 157.075 161.675 DUPLEX – INTL NAUTIK 157.125 161.725 DUPLEX – INTL TELEPHONE 157.175 161.775 DUPLEX – INTL TELEPHONE 157.225 161.825 DUPLEX – TELEPHONE 157.275 161.875 DUPLEX – TELEPHONE 157.325 161.925...
  • Pagina 135: Specificaties

    25 SPECIFICATIES De prestatiespecificaties zijn nominaal, tenzij anders aangegeven en kunnen zonder voorafgaande kennisgeving gewijzigd worden. Gemeten in overeenstemming met TIA/ EIA-603. z ALGEMEEN Kanalen ..........Alle Internationale, Amerikaanse en Canadese* *(Afhankelijk van de regio-instelling) Normale ingangsspanning ................13,8 V DC Bereik bedrijfsvoltage ................
  • Pagina 136 z ONTVANGER (voor spraak en DSC) Frequentiebereik ............. 156.050 MHz tot 163.275 MHz Gevoeligheid 20 dB stoorimpulsonderdrukking ..............0,35 µV 12 dB SINAD ....................0,30 µV Squelch-gevoeligheid (drempelwaarde) ............0,13 µV Modulatieontvangstbandbreedte ................ ±7.5 kHz Selectiviteit (karakteristiek) Nevensignaal- en spiegelonderdrukking ..80 dB voor spraak (75 dB voor DSC) Intermodulatie en onderdrukking ....
  • Pagina 137: Afmetingen

    25.1 AFMETINGEN 6.3” (159mm) 6.2” (156mm) 1.7” (44mm) 4.8” (121.8mm) 7.1” (180mm) 1.2” (30.8mm) 3.8” (97.4mm) 7.1” (180mm) 1.5” (36.9mm) 7.8” (197.4mm) 6.3” (159mm) 6.2” (156mm) 7.1” (180mm) 1.7” (44mm) 4.8” (121.8mm) 1.2” (30.8mm) 3.8” (97.4mm) 7.1” (180mm) 1.5” (36.9mm) 6.8”...
  • Pagina 138: Beperkte Garantie Van Standard Horizon

    Een beperkte garantie is uitsluitend geldig in het land/de regio waar dit product oorspronkelijk werd gekocht. Online registratie van de garantie: Hartelijk dank voor de aanschaf van producten van STANDARD HORIZON! We hebben er alle vertrouwen in dat uw nieuwe marifoon vele jaren naar uw volle tevredenheid zal functioneren! Registreer uw product op www.standardhorizon.com - Owner’s Corner...
  • Pagina 139: Sjabloon Voor De Gx2400

    65 mm...
  • Pagina 141: Eu-Conformiteitsverklaring

    EU-conformiteitsverklaring Wij, Yaesu Musen Co. Ltd gevestigd in Tokio, Japan, verklaren hierbij dat deze radioapparatuur GX2400GPS/E volledig in overeenstemming is met de EU-richtlijn betreffende radioapparatuur 2014/53/EU. De volledige tekst van de conformiteitsverklaring voor dit product is in te zien op http://www.yaesu.com/jp/red/ Verwijdering van elektrische en elektronische apparatuur Producten met dit symbool (doorgekruiste verrijdbare afvalbak) mogen niet bij het...
  • Pagina 142 Copyright 2020 YAESU MUSEN CO., LTD. Alle rechten voorbehouden. Geen deel van deze handleiding mag gekopieerd worden zonder de toestemming van YAESU MUSEN CO., LTD. YAESU MUSEN CO., LTD. Tennozu Parkside Building 2-5-8 Higashi-Shinagawa, Shinagawa-ku, Tokyo 140-0002 Japan 2005M-BC YAESU USA Gedrukt in China 6125 Phyllis Drive, Cypress, CA 90630, VS YAESU UK...

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Gx2400gps/e

Inhoudsopgave