Basisbediening
1.
Zet de rode veerbelaste kap met het opschrift [DISTRESS]
omhoog en houd dan de toets [DISTRESS] 3 seconden
lang ingedrukt. Het marifoondisplay gaat dan aftellen
(3-2-1) en vervolgens het noodbericht verzenden. De
achtergrondverlichting van het display en toetsenblok knippert
terwijl het display van de marifoon aan het aftellen is.
2.
Nadat het noodsignaal is uitgezonden, wacht de zendontvanger
op een transmissie op CH70 (kanaal 70) totdat er een
bevestigingssignaal (bevestiging van noodoproep) wordt
ontvangen.
3.
Wordt er geen bevestiging ontvangen, dan wordt het
noodbericht met tussenpozen van 4 minuten herhaald totdat
er een bevestiging wordt ontvangen.
4.
Wanneer er een bevestiging van een noodoproep wordt
ontvangen, gaat er een noodalarm af en wordt kanaal 16
automatisch geselecteerd. Op het display wordt de MMSI
weergegeven van het schip dat uw noodoproep beantwoordt.
Druk op de PTT-schakelaar op de microfoon en vertel uw naam, de naam van uw
5.
schip, het aantal personen aan boord en de noodsituatie, en zeg dan "over" en wacht
op een antwoord van het andere schip.
6.
Om het noodalarm UIT te zetten voordat de marifoon het noodbericht opnieuw verzendt,
moet u op de [16/S]-toets of de schermtoets [QUIT] drukken.
Een noodbericht met de aard van de noodsituatie verzenden
De marifoon kan een noodbericht met de volgende categorieën "Aard van noodsituatie"
verzenden:
Niet gespecificeerd, Brand/Explosie, Overstroming, Aanvaring, Aan de grond
gelopen, Kapseizen, Schipbreuk, Op drift, Verlaten schip, Piraterij, MOB.
[
] à "DSC CALL" à "DIST ALERT MSG"
1.
2.
Druk op schermtoets [NATURE]. Het menu "NATURE OF"
verschijnt nu op het display.
Draai aan de knop DIAL/ENT om de gewenste categorie 'aard van de noodsituatie'
3.
te selecteren en druk vervolgens op de schermtoets [SELECT].
4.
Houd de toets DISTRESS ingedrukt totdat er een noodbericht wordt uitgezonden.
47