Beschikbare bedieningshandelingen
Selecteert een andere opname
Q
(indien in de enkelbeeldweergave).
ABCD
Selecteert een instellingsitem.
R
Wijzigt de waarde.
Evalueert de opname.
G
Verricht gedetailleerde instellingen.
E
7
Gebruik ABCD om [JPEGu] of [TIFFu]
te selecteren.
Draai aan R om de bestandsindeling te wijzigen.
8
Druk op E.
Het scherm verschijnt waarin de opslag wordt bevestigd.
9
Selecteer [Opslaan op SD1] of [Opslaan op SD2]
en druk op E.
Wanneer [Eén opname selecteren] is geselecteerd,
selecteer dan [Doorgaan] of [Einde] en druk op E.
u Let op
• U kunt alleen RAW-opnamen ontwikkelen die met deze
camera werden gemaakt.
• De functies van de objectiefcorrectie kunnen niet worden
toegepast op RAW-opnamen die zijn gemaakt met een
transportstand die was ingesteld op [Meerdere opnamen]
of [Intervalcompositie].
t Memo
• Als bij stap 2 [Meerdere opnamen selecteren] of [Een map
select.] is geselecteerd, dan wordt een map met een nieuw
nummer aangemaakt, en worden de JPEG- of TIFF-
opnamen hierin opgeslagen.
• Voor [HDR-opname] en [Pixelverschuiv.resolutie] geldt
dat het instellingsitem waarvan parameters kunnen worden
gewijzigd, afhangt van het item dat tijdens het maken van
opnamen werd gebruikt.
• Met de bijgeleverde software "Digital Camera Utility 5" kunt u
RAW-bestanden ontwikkelen op een computer.
4
97