De AF-modus tijdens Live
weergave instellen
1
Draai aan R terwijl u op
b drukt.
3
e Gezichtsherkenning
f Traceren
60
A1/C1
Gezichtsherkenning
Gezichtsherkenning
2000 F2.8
2000
F2.8
1600
1600
9999
9999
1/
1/
Detecteert en traceert
gezichten van mensen.
Het detectiekader voor het
belangrijkste gezicht voor AF
en AE wordt in geel
weergegeven.
Volgt het onderwerp dat
scherp is gesteld.
De sluiter kan zelfs worden
ontspannen als het
onderwerp niet scherp is.
g Meerdere AF-punten
h Selecteren
i Spot
u Let op
• In de stand R is de AF-modus vast ingesteld op e.
Het scherpstelgebied wordt
ingesteld op het gewenste
gebied.
De sensor is verdeeld in
35 gebieden (7 horizontaal
bij 5 verticaal), en u kunt
kiezen uit een breder of
smaller scherpstelgebied
door gebruik te maken van 1,
9, 15 of 25 van die 35
beschikbare gebieden.
Stelt het scherpstelgebied
in op basis van het aantal
pixels.
Stelt het scherpstelgebied
in op een beperkt gebied
van het midden.