• Als de flitser wordt gebruikt in de stand J, dan verandert
de sluitersnelheid automatisch binnen een bereik vanaf
1/200 seconde tot een lange sluitersnelheid, afhankelijk van
het gebruikte objectief. De sluitersnelheid wordt vastgezet op
1/200 seconde als een ander objectief dan D FA, DA, DA L,
FA, FA J of F wordt gebruikt.
• Als de flitser wordt gebruikt in de stand I, K of L, dan
kan iedere gewenste sluitersnelheid van 1/200 seconden of
langzamer worden ingesteld.
3
• Wanneer [Flitsstand] is toegewezen aan X of Y, dan kunt
u bij stap 2 het scherm van de flitsstand eenvoudig met de
betreffende knop weergeven. (p.109)
74
De afwerking van de opname
instellen
Aangepaste opname
1
Druk op D in de standby-stand.
Het instelscherm voor aangepaste opname verschijnt.
2
Selecteer een afwerking
voor de opname.
Autoselect
Helder
Natuurlijk
Portret
Landschap
Levendig
Schitterende kleur
Beschikbare handelingen bij het maken van opnamen met
de zoeker
Hoofdschakelaar
Maakt gebruik van Digitaal
op U
voorbeeld om het
achtergrondbeeld met de
toegepaste instelling vooraf
te bekijken.
Slaat de voorbeeldopname
H
op (alleen als de opname
kan worden opgeslagen).
Ga verder naar stap 6 als u geen parameters wilt wijzigen.
Helder
Helder
±0 ±0 ±0 ±0 ±0
±0
+1 +1 +1
+1
Aanp. parameter
Aanp. parameter
Annul.
Annul.
Voorbeeld
Voorbeeld
OK
OK
Gedempt
Vlak
Bleach Bypass
Diapositieffilm
Monochroom
Cross-processing