Programmalijn
Bij [Programmalijn] in menu A1 kunt u opgeven hoe
de belichting wordt geregeld.
A AUTO
B Normaal
3
C Hogesnelheidvoork.
D Scherptediepte groot
E Scherptediepte klein
F MTF-voorkeuze
De instelling van Programmalijn wordt ingeschakeld in de
volgende situaties.
• In de stand G of H
• Wanneer bij [Instelling e-knoppen] van [Knoppen aanpassen]
in menu A5 de optie GLINE is ingesteld voor de M-werking
van K of L
52
A1
Bepaalt de juiste instellingen.
Selecteert de automatische
belichting van het
basisprogramma
(allround-stand).
Geeft prioriteit aan hoge
sluitertijden.
Sluit het diafragma voor een
diepere scherptediepte.
Opent het diafragma voor een
minder diepe scherptediepte.
Stelt het scherpste diafragma in
van het aangesloten objectief
bij gebruik van een D FA-, DA-,
DA L-, FA- of FA J-objectief.
Belichtingscorrectie
De correctiewaarde kan worden ingesteld tussen -5 en +5 LW
(-2 en +2 LW in de stand C).
1
Druk op J en draai
vervolgens aan R.
e en de correctiewaarde worden
tijdens instelling weergegeven
op het statusscherm, het LCD-
display, het Live weergave-
scherm en in de zoeker.
Beschikbare bedieningshandelingen
Start/beëindigt de wijziging van
J
de correctiewaarde.
M
Stelt de instelwaarde terug naar
de standaardinstelling.
t Memo
• De correctiewaarde kan ook worden gewijzigd met de Smart-
functie. (p.20)
ISO
Wi-Fi