c Schakelaar scherpstelstand
Hiermee wordt de scherpstelstand gewijzigd. (p.57)
d Autom. lichtmeting/Verwijderen-knop (2/L)
Druk op deze knop om de meetmethode te wijzigen. (p.56)
Druk in de weergavestand op deze knop om opnamen
te verwijderen. (p.47)
e Live weergave-knop (K)
Hiermee wordt de Live weergave getoond. (p.45)
f Groene knop (M)
Voert een reset uit van de waarde die wordt gewijzigd.
Schakelt naar ISO AUTO tijdens het aanpassen van
de gevoeligheid.
g INFO-knop (G)
Wijzigt de weergavestijl op de monitor. (p.11, p.15)
h GPS-knop (4)
Schakelt de GPS-functie in of uit. (p.81)
i Functiewiel
Selecteert de functie waarvan de instellingen worden
gewijzigd met het instelwiel. (Smart-functie, p.20)
j Keuzeschakelaar opnamestand
Wisselt tussen de stand A (foto) en C (video). (p.44)
k Instelwiel
Wijzigt de instellingen voor de functie die is geselecteerd
met het functiewiel.
l AF-knop (I)
Beschikbaar voor scherpstelling, in plaats van 0
half in te drukken. (p.57)
m Belichtingsgeheugenknop (H)
Vergrendelt de belichtingswaarde voor het maken van
de opname.
In de weergavestand kunt u de laatst gemaakte JPEG-
opname ook opslaan in RAW-indeling. (p.48)
n E-knop achterzijde (R)
Wijzigt de waarden voor camera-instellingen zoals
de belichting. (p.51)
U kunt andere menutabs kiezen wanneer een menuscherm
wordt getoond. (p.22)
U kunt de camera-instellingen wijzigen wanneer
het bedieningspaneel wordt getoond. (p.21)
Gebruik in de weergavestand deze knop om een opname
te vergroten of meerdere opnamen tegelijkertijd weer
te geven. (p.47, p.87)
o Weergaveknop (3)
Schakelt over naar de weergavestand. (p.47) Druk de knop
opnieuw in om over te gaan naar de opnamestand.
p Knop wijziging AF-punt/kaartsleuf (c/d)
Maakt wijziging van het scherpstelgebied mogelijk. (p.58)
Druk in de weergavestand deze knop in om te wisselen
tussen de geheugenkaarten die zijn geplaatst in sleuf SD1
en sleuf SD2. (p.47)
q Vierwegbesturing (ABCD)
Toont het instelmenu van de Transportstand, Witbalans
of Aangepaste opname. (p.19)
Als een menu of het bedieningspaneel wordt weergegeven,
verplaatst u hiermee de cursor of wijzigt u hiermee het item
dat u instelt.
U kunt een functie toewijzen aan B en deze gebruiken als
de Fx2-knop (Y). (p.109)
Druk op B in de enkelbeeldweergave van de weergavestand
om het weergavepalet weer te geven. (p.86)
r OK-knop (E)
Druk tijdens weergave van het bedieningspaneel of
een menu op deze knop om het geselecteerde item
te bevestigen.
s MENU-knop (F)
Toont een menu. Druk, terwijl het menu wordt getoond, op
deze knop om terug te keren naar het vorige scherm. (p.22)
Over de vierwegbesturing
In deze handleiding wordt elke knop
van de vierwegbesturing aangeduid
zoals wordt getoond in de afbeelding
aan de rechterzijde.
1
9