Camera-instellingen
De functies van de e-knoppen en
andere knoppen aanpassen
De werking van de knoppen instellen
U kunt de functies instellen voor wanneer X, Y (B) of I
wordt ingedrukt, of wanneer de hoofdschakelaar op U staat.
In de stand C kunt u alleen de functie instellen voor wanneer
I wordt ingedrukt.
1
Selecteer [Knoppen aanpassen] in menu A5 of
C2 en druk op D.
Het scherm [Knoppen aanpassen] verschijnt.
2
Selecteer het gewenste item
en druk op D.
Het scherm verschijnt waarin de
functie aan het geselecteerde
item kan worden toegewezen.
3
A5/C2
Knoppen aanpassen
Knoppen aanpassen
Fx1-knop
Fx1-knop
Fx2-knop
Fx2-knop
AF-knop
AF-knop
Voorbeeld-wiel
Voorbeeld-wiel
Instelling e-knoppen
Instelling e-knoppen
Druk op D en gebruik AB om de functies te
selecteren die u aan elke knop wilt toewijzen.
De volgende functies kunnen worden toegewezen aan elke
knop.
Instelling
1x voor
bestandsform.
Beeldinstelling
buiten
Flitsstand
Pixelverschuiv.
resolutie
Fx1-knop
Fx2-knop
Shake
Reduction
Horizon-
correctie
Elektr.
waterpas
Functie
Pagina
Wijzigt tijdelijk de
p.110
bestandsindeling.
Stelt de helderheid
van de monitor in
p.12
voor het maken van
buitenopnamen.
Stelt de flitsstand in.
p.73
Wijzigt de instelling
van de functie Pixel-
p.79
verschuivingsresolu-
tie.
Schakelt de functie
Shake Reduction en
p.78
Movie SR in of uit.
Schakelt de functie
Horizoncorrectie
–
in of uit.
Schakelt het display
van Elektronische
waterpas voor de
p.19
zoeker en Live
weergave in of uit.
6
109