4
Selecteer de
bedieningsstand.
3
5
Druk op E.
Het scherm van stap 1 verschijnt opnieuw.
6
Stel het aantal opnamen en de bracketwaarde in.
Beschikbare bedieningshandelingen
Stelt het aantal opnamen in.
Q
Wijzigt de bracketwaarde
R
(tot maximaal ±3 LW).
Wijzigt de belichtingscorrectiewaarde.
J→R
M
Hiermee wordt de correctiewaarde
teruggezet naar de standaardinstelling.
7
Druk op E.
De camera keert terug naar de standby-stand.
8
Maak de opnamen.
Nadat opnamen zijn gemaakt, keert de camera terug naar
de standby-stand.
t Memo
• De bracketwaarde kan worden ingesteld in stappen
van 1/3 LW of 1/2 LW volgens de instelling die is gekozen
bij [1 LW-stappen] in menu E1.
66
• De volgende instellingen voor Bracketing kunnen worden
Bracketing
Bracketing
Zelfontspanner
Zelfontspanner
Annul.
Annul.
OK
OK
• De bracketwaarde kan ook worden gewijzigd met de Smart-
Bracketing
Bracketing
Afstandsbediening
Afstandsbediening
Annul.
Annul.
OK
OK
ingesteld in menu E2.
Wijzigt de opnamevolgorde van
11 Volgorde bracketing
opnamen.
Maakt alle opnamen door de
12 Bracketing-in-één
sluiter éénmaal te ontspannen.
functie. (p.20)