De geselecteerde opnamestand
wordt getoond op de monitor
(Hulpdisplay).
y Instellingen hulpdisplay
(p.27)
6
Kijk door de zoeker voor een beeld van het
onderwerp.
Als u een zoomobjectief gebruikt, draait u de zoomring naar
rechts of links om de beeldhoek te wijzigen.
7
Zorg ervoor dat
het onderwerp binnen
het AF-kader is en druk
0 half in.
De scherpstelindicatie (P)
verschijnt en u hoort een
geluidssignaal wanneer het
onderwerp scherp wordt.
y Instellingen geluidseffecten (p.32)
8
Druk 0 volledig in.
De gemaakte opname wordt weergegeven op de monitor
(Momentcontrole).
Beschikbare bedieningshandelingen tijdens
Momentcontrole
Verwijdert de opname.
L
R naar rechts
Vergroot de opname.
Slaat de RAW-gegevens op
H
(alleen wanneer een JPEG-
opname was gemaakt en de
gegevens in de buffer blijven).
Auto analyseren scène
Auto analyseren scène
Opnamen maken met Live weergave
2 5 0
2 5 0
5.6
5.6
1/
1/
F F
1 6 0 0
1 6 0 0
1
2
Scherpstelindicatie
Druk op K bij stap 6 op
"Opnamen maken met de
zoeker" (p.45).
De Live weergave wordt
op de monitor getoond.
Zorg ervoor dat het
onderwerp binnen het AF-
kader op de monitor is en
druk 0 half in.
Wanneer op het onderwerp
is scherp gesteld, wordt het AF-
kader groen en klinkt er een
geluidssignaal.
Beschikbare handelingen tijdens Live Weergave
Vergroot de opname.
E
Gebruik R om de vergroting te wijzigen
(tot 16×).
Gebruik ABCD om het weer te geven
gebied te wijzigen.
Druk op M om het weergavegebied naar
het midden terug te zetten.
Druk op E om terug te keren naar
de enkelbeeldweergave.
Verlaat het maken van opnamen met
K
Live weergave.
De volgende stappen zijn hetzelfde als bij opnamen maken
met de zoeker.
2
2000 F2.8
2000
F2.8
1600
1600
9999
9999
1/
1/
AF-kader
45