De diafragmaring gebruiken
De sluiter kan zelfs worden ontspannen wanneer de
diafragmaring van het D FA-, FA-, F- of A-objectief niet op
positie 9 staat of wanneer een objectief zonder positie 9
aangesloten is.
Selecteer [Activeren] bij
[26 Diafragmaring gebruiken]
in menu E4.
De volgende beperkingen zijn afhankelijk van het gebruikte
objectief van toepassing.
Objectief
D FA, FA, F, A, M (alleen
objectief of met accessoires
7
met automatisch diafragma
zoals tussenringenset K)
D FA, FA, F, A, M, S
(met accessoires met
automatisch diafragma
zoals tussenringenset K)
Handmatig
diafragmaobjectief zoals
een reflexobjectief
(alleen objectief)
FA SOFT 28 mm/ FA SOFT
85 mm/ F SOFT 85 mm
(alleen objectief)
t Memo
• Als de diafragmaring op een andere positie dan 9 wordt
ingesteld, dan werkt de camera in de stand J, ongeacht de
instelling van het moduswiel, behalve wanneer de stand L,
M of N wordt geselecteerd.
122
E4
26
26
Diafragmaring gebruiken
Diafragmaring gebruiken
1
1
Deactiveren
Deactiveren
2 2
Activeren
Activeren
Opname maken mogelijk
Opname maken mogelijk
bij andere stand dan "A"
bij andere stand dan "A"
voor diafragmaring
voor diafragmaring
Annul.
Annul.
25 25
1 1
Beperking
Het diafragma blijft open.
De sluitersnelheid wijzigt in
relatie met het open diafragma
maar een afwijking van de
belichting is mogelijk.
Er kunnen opnamen worden
gemaakt met de ingestelde
diafragmawaarde maar een
afwijking in de belichting
is mogelijk.
In het handmatige
diafragmabereik kunnen
opnamen worden gemaakt met
de ingestelde diafragmawaarde.
• [F--] verschijnt voor de diafragma-indicator in het
statusscherm, het Live weergave-scherm, de zoeker
en op het LCD-display.
Hoe de juiste belichting wordt bereikt als de diafragmaring
niet op 9 is ingesteld
De juiste belichting kan worden bereikt met de volgende
procedures wanneer de diafragmaring niet op 9 is ingesteld.
1 Zet het moduswiel op L.
2 Stel de diafragmaring in op het gewenste diafragma.
3 Druk op M.
De juiste sluitertijd wordt ingesteld.
OK
OK
4 Pas de ISO-gevoeligheid aan indien de juiste belichting
niet kan worden bereikt.
Opnamen maken met Catch-in Focus
opnamen
U kunt opnamen maken met Catch-In Focus met behulp
van een handmatig scherpstelobjectief. De sluiter wordt
automatisch ontspannen als de camera scherp stelt op
het onderwerp.
1
Sluit een handmatig scherpstelobjectief aan op
deze camera.
2
Stel [24 Catch-in focus] in op [Aan] in menu E4.
3
Stel de AF-modus in op v en stel [AF-modus]
in op x.
4
Plaats de camera op een vaste steun zoals
een statief.
5
Stel scherp op de positie waar het onderwerp
kan passeren en druk 0 volledig in.
De sluiter wordt automatisch ontspannen wanneer het
onderwerp op de gespecificeerde positie door de camera
scherp is gesteld.
E4