De opnamegrootte wijzigen
u Let op
• U kunt het formaat van opnamen alleen wijzigen of opnamen
alleen bijsnijden als de opnamen met deze camera zijn
gemaakt.
• Opnamen waarvan het formaat is gewijzigd of opnamen die
al tot de minimale bestandsgrootte zijn uitgesneden, kunnen
niet worden verwerkt.
4
De opnameresolutie wijzigen (Formaat wijzigen)
Wijzigt de opnameresolutie van de geselecteerde opname,
en slaat deze op als een nieuw bestand.
1
Geef in de enkelbeeldweergave de opname weer
die u wilt bewerken.
2
Selecteer d in het weergavepalet.
Het scherm verschijnt waarin de opnameresolutie
kan worden geselecteerd.
3
Gebruik CD om de
opnameresolutie te
selecteren en druk op E.
U kunt een opnamegrootte
kiezen dat kleiner is dan dat
van de originele opname.
Het scherm verschijnt waarin de opslag wordt bevestigd.
4
Selecteer [Opslaan op SD1] of [Opslaan op SD2]
en druk op E.
92
Een deel van de opname uitsnijden (Bijsnijden)
Snijdt alleen het gewenste gebied van de geselecteerde
opname uit, en slaat dit op als een nieuw bestand.
1
2
3
Annul.
Annul.
OK
OK
4
5
Geef in de enkelbeeldweergave de opname weer
die u wilt bewerken.
Selecteer e in het weergavepalet.
Het uitsnijkader wordt weergegeven waarmee u de grootte
en positie bepaalt van het gebied dat u wilt uitsnijden.
Bepaal met behulp van het
uitsnijkader de grootte en
positie van het gebied
dat u wilt uitsnijden.
Beschikbare bedieningshandelingen
R
Wijzigt de grootte van het uitsnijkader.
ABCD
Verplaatst het uitsnijkader.
Wijzigt de verhoudingen of de instelling
G
van de beeldrotatie.
M
Roteert het uitsnijkader (alleen wanneer
mogelijk).
Druk op E.
Het scherm verschijnt waarin de opslag wordt bevestigd.
Selecteer [Opslaan op SD1] of [Opslaan op SD2]
en druk op E.
4224x2816
4224x2816