ALGEMENE INFORMATIE
84
getoond tot het bandspanningssignaal
is ontvangen. De sensoren in beide
wielen werken onafhankelijk van elkaar.
Daarom kunnen de sensoren automa-
tisch inschakelen en op verschillende
tijdstippen informatie bijwerken.
Op
de
velg
aangebracht om de positie van de band-
spanningssensor aan te geven, vlakbij
het ventiel.
De
TPMS- weergave
mentenpaneel is alleen ingeschakeld
wanneer het systeem is ingebouwd.
12:34
PM
6
6
5
5
4
4
0
3
3
MPH
N
2
2
1
1
0
E
1.
TPMS- waarschuwingslampje
2.
Indicatie bandenspanning achter
3.
Indicatie bandenspanning voor
wordt
een
sticker
op
het
instru-
1
7
7
8
8
9
9
10
10
1 1
1 1
##
-psi-
1 2 1 2
F
BANDENSPANNING
2
Bandenspanning
Het
bandspanningscontrolesysteem
mag
niet
meter worden gebruikt tijdens het
aanpassen van de bandenspanningen.
Om
de
verkrijgen, moet u de bandenspanning
altijd controleren met een nauwkeu-
rige bandspanningsmeter wanneer de
banden koud zijn.
Gebruik van het TPMS- systeem voor
het instellen van de bandenspanning
kan leiden tot een verkeerde banden-
15
°C
spanning en bijgevolg tot verlies van
controle over de motorfiets en een
ongeval.
##
-psi-
Gebruik geen antilekvloeistof of een
ander middel dat vermoedelijk de
3
luchtstroom naar de openingen van
de TPMS- sensor blokkeert. Verstop-
ping van de luchtdrukopening van de
TPMS- sensor leidt tot blokkering van
de sensor en bijgevolg tot onherstel-
bare schade aan de TPMS- sensor.
Schade door gebruik van antilekvloei-
stof of onjuist onderhoud wordt niet
beschouwd als fabricagefout en wordt
niet gedekt door de garantie.
Laat
uw
erkende
en vertel de monteur dat er banden-
spanningssensoren op de wielen zijn
gemonteerd.
Waarschuwing
als
bandenspannings-
juiste
bandenspanning
Voorzichtig
banden
altijd
door
Triumph- dealer
te
uw
monteren