RIJDEN OP DE MOTORFIETS
108
De motor stopzetten
0
MPH
N
1
RPM X 1000
0
12
1.
Controlelampje neutrale stand
2.
Motorstopschakelaar - stand Power ON/
OFF
3.
Motorstopschakelaar - stand STOP
4.
Hoofdschakelaar - stand OFF (UIT) (indien
gemonteerd)
De motor uitschakelen:
▼ Sluit de gasklep volledig.
▼ Selecteer neutraal.
▼ Zet de motorstopschakelaar in de
stand STOP.
▼ Draai de hoofdschakelaar in de
stand OFF (UIT) (indien gemonteerd).
▼ Selecteer de eerste versnelling.
▼ Zet de motorfiets op de zijstandaard
op een stevige, vlakke ondergrond.
▼ Schakel het stuurslot in. Om de
motorfiets volledig uit te schakelen,
zet u de motorstopschakelaar in de
ON/OFF- stand.
▼ Als u de motorfiets voor een langere
tijd niet gebruikt, zorg er dan voor
dat de Smart Key is uitgeschakeld.
Laat het contact niet ingeschakeld als
de motor is uitgeschakeld. Hierdoor
ontstaat schade aan het elektrisch
systeem.
4
2
3
Voorzichtig
De motor starten
Waarschuwing
Nooit de motor starten of laten
draaien in een afgesloten ruimte.
Uitlaatgassen zijn giftig en kunnen
binnen korte tijd bewusteloosheid en
de dood tot gevolg hebben.
Gebruik de motorfiets altijd in de open
lucht of op een plaats met voldoende
ventilatie.
Voorzichtig
Druk de startknop niet langer dan
vijf seconden onafgebroken in, omdat
dit oververhitting van de startmotor
en ontlading van de accu tot gevolg
heeft.
Wacht 15 seconden alvorens de start-
knop opnieuw in te drukken, zodat
de startmotor kan afkoelen en de
accuspanning zich kan herstellen.
Laat de motor niet langdurig stationair
draaien, omdat dit oververhitting en
motorschade kan veroorzaken.