Scenario 2 - Een voertuig passeren/
inhalen
Motorfiets inhalend voertuig met het
dodehoekradargebied
Bij het inhalen van een voertuig bepaalt
het verschil in snelheid tussen de
motorfiets en het voertuig dat wordt
ingehaald of de dodehoekradar wordt
geactiveerd of niet.
Als de snelheid waarmee de motorfiets
rijdt slechts iets hoger is dan het
voertuig dat hij inhaalt, worden de
dodehoekradarindicatoren
Als de snelheid waarmee de motor-
fiets rijdt aanzienlijk hoger is dan het
voertuig dat hij inhaalt, worden de
dodehoekradarindicatoren niet geacti-
veerd.
ALGEMENE INFORMATIE
Scenario 3 - Voertuig dat van rijstrook
wisselt
Als een voertuig in dezelfde richting
rijdt als de motorfiets en de dode
hoek binnenkomt vanaf de linker- of
rechterkant,
het voertuig detecteren. Het relevante
linker- of rechtercontrolelampje van de
dodehoekradar gaat dan branden.
geactiveerd.
Voertuig dat van rijstrook wisselt
kan
de
81
dodehoekradar