Inhoudsopgave
Advertenties
ALGEMENE INFORMATIE
78
Het controlelampje van de dodehoek-
radar
op
branden om aan te geven dat er een
voertuig wordt gedetecteerd in het
linker dodehoekgebied. Het controle-
lampje van de dodehoekradar op de
rechterzijspiegel gaat branden om aan
te geven dat er een voertuig wordt
gedetecteerd in het rechter dodehoek-
gebied.
Zowel de linker als de rechter controle-
lampjes van de dodehoekradar gaan
tegelijkertijd branden als er een storing
is. Er verschijnt een waarschuwings-
bericht op het instrumentendisplay en
het statuslampje van de dodehoekradar
gaat oranje branden.
Er zijn twee activeringsfasen voor de
controlelampjes van de dodehoekradar:
Stap 1
Het controlelampje van de dodehoek-
radar brandt continu als een voertuig
wordt gedetecteerd in of het nadert de
dode hoek en de relevante richtingaan-
wijzer niet wordt gebruikt.
Stap 2
Het controlelampje van de dodehoek-
radar knippert als het voertuig wordt
gedetecteerd in de door de dodehoe-
kradarsensor bewaakte dode hoek en
de relevante richtingaanwijzer wordt
gebruikt.
Dit is een secundaire waarschuwing om
aan te geven dat er zich nog een voer-
tuig of object in de dode hoek bevindt.
Uitschakelen
De controlelampjes van de dodehoek-
radar stoppen met branden wanneer de
sensor geen voertuig meer in de dode
hoek detecteert.
de
linkerzijspiegel
Voorwaarden en beperkingen
gaat
De dodehoekradar is alleen ontworpen
voor gebruik op de weg.
Bij het rijden in de rijmodi OFF ROAD
of OFF ROAD PRO moet de dodehoek-
radar worden uitgeschakeld.
ABS en tractiecontrole moeten altijd
zijn ingeschakeld bij gebruik van de
dodehoekradar.
Als
de
tieve
manier
dodehoekradarindicatie
ABS en tractiecontrole actief zijn, kan
dit leiden tot een probleem met het
weggedrag en de stabiliteit, en kan dit
leiden tot verlies van controle over de
motorfiets en een ongeval.
Als de motorfiets bij een ongeval
betrokken is geweest, kan de werking
van de dodehoekradar zijn aangetast.
Het wordt aangeraden de motorfiets
naar een erkende Triumph- dealer te
brengen om de dodehoekradar te laten
controleren.
Het vermogen van de dodehoekradar
om een voertuig in de dode hoek
van de motorfiets te detecteren, kan
worden beïnvloed en onjuiste indi-
caties geven. Dit kan leiden tot een
motorongeluk.
Waarschuwing
rijder
op
een
reageert
op
zonder
Waarschuwing
nega-
een
dat
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
