Om de accu te installeren:
▼ Plaats de accu in de accubak.
▼ Plaats het deksel van de batterijlade
terug in de oorspronkelijke positie
en zorg ervoor dat de kabels niet
worden uitgerekt, getrokken of vast
komen te zitten.
▼ Maak de accuklemband los van de
haak op de ABS- slanghouder en
bevestig deze aan de haak op het
deksel van de batterijlade.
▼ Merk op dat de solenoïdekabel van
de startmotor is aangesloten op de
pluskabel van de accu.
▼ Sluit de accu weer aan, de positieve
(rode) kabel op het bovenoppervlak
van de positieve pool. Zet de klem
vast met 4,5 Nm.
▼ Smeer een dunne laag vet op de
pool om roestvorming te voorkomen.
▼ Bedek
de
beschermkap.
▼ Sluit de accu weer aan, de negatieve
(zwarte) kabel op het bovenopper-
vlak van de negatieve pool. Draai de
bevestiging vast met 4,5 Nm.
▼ Smeer een dunne laag vet op de
pool om roestvorming te voorkomen.
▼ Zorg ervoor dat de zekeringhouder
van 40 ampère aan het deksel van
de acculade is bevestigd.
▼ Sluit de kabel van de achterwielop-
hanging weer aan.
▼ Plaats het bestuurderszadel terug,
zie pagina 95.
▼ Monteer het passagierszadel, zie
pagina 94.
pluspool
met
de
Zekeringdozen
Waarschuwing
Vervang
doorgebrande
altijd door nieuwe zekeringen met de
juiste waarde (zoals aangegeven op
het deksel van de zekeringdoos).
Vervang
een
gesprongen
nooit door een zekering met een
andere waarde.
Het gebruik van een onjuiste zekering
kan leiden tot een elektrisch probleem,
wat tot schade aan de motorfiets,
verlies van controle over de motorfiets
en een ongeval kan leiden.
Een doorgebrande zekering is herken-
baar aan het uitvallen van alle systemen
die door de betreffende zekering worden
beveiligd. Gebruik bij het controleren op
doorgebrande zekeringen de tabellen
om vast te stellen welke zekering is
doorgebrand. De identificatienummers
van de zekeringen die in de tabellen
worden genoemd, komen overeen met
de nummers die op het deksel van de
zekeringdoos staan afgedrukt.
ONDERHOUD
zekeringen
zekering
169