RIJDEN OP DE MOTORFIETS
120
Het hellingremsysteemsysteem wordt
uitgeschakeld wanneer de motorfiets
op de zijstandaard wordt gezet, het
contact wordt uitgezet en de motor-
stopschakelaar in de stand STOP
wordt gezet of als de motor om een
andere reden wordt gestopt.
Het hellingremsysteemsysteem wordt
ook uitgeschakeld als er een storing
optreedt waardoor het storingslampje
voor het motormanagementsysteem
(MIL) gaat branden.
In deze omstandigheden moet de
voorrem
handmatig
tiveerd om te voorkomen dat de
motorfiets gaat rollen.
Als niet wordt voorkomen dat de
motorfiets gaat rollen, kan dat leiden
tot verlies van controle over de motor-
fiets en een ongeval.
Het hellingremsysteemsysteem is niet
ontworpen om te worden gebruikt als
parkeerrem.
Houd
het
langer dan 10 minuten aaneen inge-
schakeld.
Als het hellingremsysteem langer dan
10 minuten aaneen ingeschakeld blijft,
kan
het
raken.
Waarschuwing
worden
Voorzichtig
hellingremsysteem
ABS- systeem
beschadigd
Inschakelen
Er moet aan de volgende voorwaarden
zijn voldaan voordat de hellingrem-
systeem kan worden geactiveerd:
▼ De motor moet draaien.
▼ De zijstandaard moet omhoog staan.
▼ De motorfiets moet stilstaan.
Het hellingremsysteemsysteem werkt
niet als er een storing is in het ABS
of motormanagementsysteem en het
ABS- waarschuwingslampje
storingslampje voor het motormanage-
mentsysteem brandt.
Wanneer
voorwaarden is voldaan, doe dan het
geac-
volgende:
▼ Druk de voorremhendel stevig en
snel in en laat hem dan los.
▼ Bij het loslaten van de hendel wordt
het waarschuwingslampje Hill Hold
groen weergegeven. Het hellingrem-
systeemsysteem is nu ingeschakeld
en de achterrem wordt automatisch
geactiveerd.
▼ Het waarschuwingslampje Hill Hold
blijft groen totdat Hill Hold wordt
uitgeschakeld.
▼ De achterrem blijft ingeschakeld
niet
totdat het systeem detecteert dat
de berijder probeert weg te rijden,
of de hellingremsysteem handmatig
door de rijder wordt uitgeschakeld.
en/of
aan
alle
bovenstaande
het