Tabel 23.
Parameters uitgangsvermogen ultrageluid (IEC-norm)
Waarden in deze tabel zijn de maximale meetwaarden van drie testresultaten.
Maximale indexwaarde
Bijbehorende
akoestische
parameter
Andere
informatie
Voorwaarden
voor controle
bij gebruik
* Cefaal gebruik valt niet onder beoogd gebruik, dus TIC wordt niet berekend.
§ Er worden gegevens voor elke puls weergegeven, gescheiden door een komma.
† Geen gegevens gerapporteerd.
Opmerkingen:
1. Gegevens voor formuleringen van TIS die niet de maximale waarde van TIS voor die modus leveren, hoeven niet te worden verstrekt.
2. Gegevens met betrekking tot TIC voor een transducer die niet is bedoeld voor transcraniaal of neonataal cefaal gebruik, hoeven niet te
worden verstrekt.
3. Informatie over MI en TI moet niet worden verstrekt als de apparatuur voldoet aan beide uitzonderingsclausules in 51.2 aa) en 51.2 dd).
4. Tijdens het scannen: Elk frame van de gehele 3D-scan bestaat uit het scannen van een sector en daarna het sectorvlak te draaien rond
de centrale as van de scan tot een volledige 360°-beeld. De berekende waarden van de maximale intensiteit komen alleen voor in het
midden van de rotatiepunt waar de vlakken elkaar overlappen.
Bedienings- en onderhoudshandleiding: Productspecificaties
INDEXLABEL
p
(MPa)
r.a
P
(mW)
min van [P
(z
),
α
s
(mW)
I
(z
)]
ta, α
s
z
(cm)
s
z
(cm)
bp
z
(cm)
b
z bij max. I
(cm)
pi,α
d
(z
)
(cm)
eq
b
f
(MHz)
awf
X (cm)
Afm. van A
aprt
Y (cm)
t
(μsec)
d
prr
(Hz)
p
bij max. I
(MPa)
r
pi
d
bij max. I
(cm)
eq
pi
I
bij max. MI
(W/cm²)
pa.3
Elk scanpunt op de
scanlijn bestaat uit twee
zendpulsen. De eerste puls
is 1 cyclus bij 2,95 MHz en
de tweede puls is 5 cycli bij
1,74 MHz.
MI
SCANNEN
≤1 cm²
0,460
2,84 E-3
0,607
1,28
1,90
1,74,
1,74
2,57 §
1,12,
1,10 §
1,12,
1,10 §
2,89
400
0,680
8,64
TIS
NON-SCAN
NON-SCAN
A
A
APRT
APRT
>1 cm²
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
TIB
TIC
—
*
—
†
—
—
—
†
—
†
—
†
—
69