10. Wanneer het resultatenscherm verschijnt, beoordeelt u als volgt de nauwkeurigheid van de scan.
Tabel 20.
RESULTAAT
Geslaagd
Niet goed
gescand
Grote blaas
Bedienings- en onderhoudshandleiding: Het apparaat gebruiken
Nauwkeurigheid blaasmeting
INDICATOR(S)
Als de scan is geslaagd en het doelgebied
is gescand, geeft de sonde acht pijlen weer
op het richtdisplay. De blaas verschijnt
op het consoledisplay in het midden van
de kruiscursor.
Als de scan is mislukt, wat wil zeggen dat
het doelgebied niet (goed) is gescand, geeft
de sonde een pijl weer (ononderbroken of
knipperend) die de richting aangeeft waarin u
de sonde moet verplaatsen om het doelgebied
te scannen. Als de pijl ononderbroken
brandt, houdt dat in dat u enigszins naast het
doelgebied zit en dat het wordt aanbevolen
om opnieuw te richten en te scannen. Als de
sonde een knipperende pijl weergeeft, moet
u opnieuw richten en opnieuw scannen. In
beide gevallen is de blaas niet gecentreerd op
de kruiscursor.
Bij een grote blaas vallen meerdere
blaaswanden buiten het veld van de
ultrageluidsweergave. De scanresultaten
kunnen een > symbool tonen, zelfs als de
sonde een geslaagde scan aangeeft. Zie het
gedeelte 'geslaagd' in deze tabel. Wanneer
dit gebeurt, past u een van de volgende
opties toe:
• Oefen minder druk uit met de sonde en
voer de scan opnieuw uit.
• Zorg ervoor dat het doelgebied goed
wordt gescand door opnieuw te richten
en te scannen. Zie het gedeelte 'niet goed
gescand' in deze tabel.
VOORBEELD
51