9. ACCESSOIRES
9.1 FLITSLICHT 24 V
Het flitslicht geeft aan dat de automatisering in
beweging is.
1. Installeer het flitslicht op een zichtbare plek.
2. Sluit het flitslicht aan op klem J9 (15 W max)
( 28).
3. Indien gewenst, het voorknipperen (
geavanceerde Programmering) instellen.
4. Controleer de correcte werking van de voorziening.
9.2 NOODBATTERIJ XBAT 24
XBAT 24 zorgt voor de noodvoeding van de auto-
matisering in geval van geen netvoeding.
aantal cycli die de batterij kan dragen hangt van de
automatiseringsomstandigheden (laadstand van
de batterij, tijd verstreken vanaf de stroomstoring,
omgevingstemperatuur, structuur van de poort, enz.).
!
Laad de batterij op alvorens de installatie in bedrijf te
zetten. De oplaadtijd voor een complete lading van
de batterij XBAT 24 is 72 uur.
1. Demonteer de besturingskaart ( 2 9-1).
2. Bevestig de koppeling van de noodbatterij met de
basis van de houder ( 2 9-2).
3. Plaats de batterij in de basis.
4. Draai de koppeling van de batterij verticaal om de
batterij te vergrendelen op de steun.
5. Sluit de connector van de XBAT 24 aan op con-
nector J2 van de besturingskaart.
Koppel de noodbatterij los wanneer de automatise-
ring wordt ontmanteld.
9.3 RADIOMODULE XF
E4000I is voorzien van een geïntegreerde 2-kanaal
decoder OMNIDEC die via het radiomodule XF, af-
standsbedieningen FAAC van de volgende types kan
registreren: SLH/SLH LR, LC/RC, DS.
De drie coderingstypen kunnen samenleven.
Het maximale aantal codes dat kan worden opgesla-
gen is gelijk aan 256.
De opgeslagen codes dienen als besturingsopdrachten
OPEN A of OPEN B/CLOSE.
De afstandsbedieningen en het radiomodule XF
moeten dezelfde frequentie hebben.
De registratie geschiedt via de afstandsbediening,
op een afstand van ca. een meter vanaf het radio-
module XF.
1. Plaats het radiomodule XF in connector J3; let op
de insteekrichting ( 30).
2. Registreer de afstandsbedieningen.
C4000I
"
PF
en
Het
24 V
15 W max
tP
1
2
35
LAMP
LAMP
28
29
30
532100 - Rev.A