6.2 AANSLUITINGEN
F
Onderbreek altijd de elektrische voeding alvorens
ingrepen op de aansluitingen uit te voeren.
In configuratie Master-Slave, zie de specifieke
paragraaf.
KABEL BESTURINGSKAART-VOEDINGSEENHEID
De kabel is af fabriek aangesloten tussen de connector
J19 van de besturingskaart en J4 van de voedingseenheid.
MOTOR
1. Laat de kabel van de motor door één van de kabel-
doorgangen van de basis van de houder lopen.
2. Sluit de kabel aan op klem J4 van de besturingskaart
met inachtneming van de kleur van de kabels (22).
ENCODER
Sluit de kabel van de encoder aan op de connectoren
J14 en J15 van de besturingskaart ( 2 3). Gebruik de
meegeleverde kabeldoorgang.
Voor de werking van de automatisering moet de encoder
altijd aangesloten zijn.
BUSDEELEMERS
Bij geen gebruik van deelnemers BUS 2easy, dient de klem
BUS 2easy te worden vrij gelaten.
Voor de aansluiting en adrestoewijzing, zie 38.
BEDIENINGSVOORZIENINGEN
1. Laat de kabel van de bedieningsvoorzieningen door
één van de kabeldoorgangen van de basis van de
houder lopen. Gebruik, indien nodig, één van de
kabeldoorgangen op de afdekking van de houder.
2. Sluit de voorzieningen aan op het klemmenbord J6
van de kaart (2 4).
Meerdere NO-contacten op dezelfde ingang moeten parallel
worden aangesloten. Meerdere NC-contacten op dezelfde
ingang moeten in serie worden aangesloten.
KLEMMENBORD J6:
NO-contact, verbindt een drukknop of een andere impuls-
1
OPEN A
gever die, met het sluiten van een contact, de VOLLEDIGE
OPENING van het automatiseringssysteem commandeert
NO-contact, verbindt een drukknop of een andere
impulsgever die, met het sluiten van een contact, de
GEDEELTELIJKE OPENINGvan het automatiserings-
systeem commandeert
2
OPEN B
Indien ingeschakeld, commandeert de
functie Hr (geavanceerde functies) de
GEFORCEERDE OPENING van het auto-
matiseringssysteem met aangehouden
commando.
C4000I
MOT1
MOT1
J14
J15
1
2 3 4 5 6 7 8 9
27
blauw
bruin
M
22
23
24V
1A max
24
532100 - Rev.A