22) Kinderen of volwassenen mogen zich niet ophouden in de buurt van het 9) FAAC is niet aansprakelijk voor het niet in acht nemen van de gewoonte- product terwijl dit in werking is. regels voor de technische constructie van het sluitwerk dat gemotoriseerd...
Deze aandrijvingen hebben niet alleen verschillende kenmerken en technische eigenschappen, maar ook de volgende onderdelen verschillen: motor (die van de C721 is groter), transformator (die van de C721 is groter), ontgrendelingshendel (verschillende kleuren). Tenzij anders is vermeld, geldt deze montagehandleiding voor beide modellen.
Fig. 3 » » De afmetingen en elektriciteitsaansluitingen (standaardinstallatie) van aandrijving C720 en aandrijving C721 zijn hetzelfde. 5 INSTALLATIE VAN HET AUTOMATISCHE SYSTEEM 5.1 VOORBEREIDENDE CONTROLES Uit het oogpunt van de veiligheid en om een goede werking van het automatische systeem te garanderen, moet worden ge- controleerd of aan de volgende vereisten wordt voldaan: •...
5.2 INMETSELEN VAN DE FUNDERINGSPLAAT Afmetingen in mm Assembleer de funderingsplaat zoals is aangegeven bij Fig. 4 De funderingsplaat moet worden geplaatst zoals op Fig. 5 (sluiting rechts) of Fig. 6 (sluiting links) om te zorgen dat pignon Fig. 4 Afmetin- gen in Plaatsing van de plaat met...
5.3 MECHANISCHE INSTALLATIE Verwijder de beschermkast door de twee betreffende schroeven aan de zijkant los te draaien en de kast op te heffen (Fig. 8). Plaats de aandrijving op de funderingsplaat met behulp van de bijgeleverde moeren en ringetjes, zoals in Fig. 9. Tijdens deze handeling moeten de kabels door de betreffende gaten in de motorbehuizing worden getrokken (zie Fig.
5.4 MONTAGE VAN DE TANDHEUGEL 5.4.1 STALEN TANDHEUGEL DIE VAST WORDT GELAST (fig.11) 5.4.2 STALEN TANDHEUGEL DIE WORDT VASTGESCHROEFD Monteer de drie pallen met schroefdraad op het element (Fig. 12) van de tandheugel en plaats ze in het bovenste deel van de Breng de vleugel met de hand in de gesloten positie.
Belangrijke informatie voor de installatie 6 INBEDRIJFSTELLING van de tandheugel: 6.1 AANSLUITING VAN DE ELEKTRONISCHE KAART Controleer of er gedurende het verloop van Alvorens werkzaamheden aan de kaart te de poort geen elementen van de tandheugel verrichten (aansluitingen, programmering, buiten de pignon lopen. onderhoud) moet altijd eerst de voeding worden afgesloten.
6.2 POSITIONERING VAN DE EINDAANSLAG Voor een juiste positionering van de eindaanslagmagneten moet de bedieningscentrale op de juiste wijze zijn geïnstalleerd en zijn aangesloten op alle bedieningsinrichtingen en veiligheidsvoorzieningen. De aandrijving is voorzien van een magneetsensor voor de eindaanslag die direct in de elektronische besturingskaart is geïnte- greerd.
Om de motorvertraging te vergrendelen, dient u als volgt te werk 9 ONDERHOUD te gaan: Het is raadzaam om maandelijks de werking van het systeem te Duw de ontgrendelingshendel helemaal omhoog tot aan controleren, waarbij bijzondere aandacht moet worden besteed de mechanische aanslag, Fig.
HERSTEL VAN DE NORMALE WERKING BESCHRIJVING Om de motorvertraging te vergrendelen, dient u als volgt te werk te De automatische systemen C720 en C721 zijn ideaal voor gaan: voertuigtoegangscontrole met een gemiddelde doorgangsfrequentie. Duw de ontgrendelingshendel helemaal omhoog tot aan de De automatische systemen C720 en C721 voor schuifpoorten zijn mechanische aanslag, Fig.
Pagina 13
Les descriptions et les illustrations du présent manuel sont fournies à titre indicatif. FAAC se réserve le droit d’apporter à tout moment les modifications qu’elle jugera utiles sur ce produit tout en conservant les caractéristiques essentielles, sans devoir pour autant mettre à...
Pagina 14
E720 E720 < BUS 2EASY < OPEN A < GND < OPEN B / CLOSE RADIO XF < STOP < FSW OP SETUP < GND < FSW CL < +24...
Pagina 15
2006/95/EG Laagspanningsrichtlijn 2004/108/EG Richtlijn Elektromagnetische compatibiliteit Extra opmerking: Dit product is getest in een standaard, homogene configuratie (gelijk voor alle producten van FAAC S.p.A.). Bologna, 01-07-2009 De President-directeur A.Marcellan WAARSCHUWINGEN • Let op! Het is belangrijk voor de veiligheid dat deze hele instructie zorgvuldig wordt opgevolgd.
E720 1 WAARSCHUWINGEN Alvorens werkzaamheden aan de elektronische apparatuur te verrichten (aansluitingen, onderhoud) moet altijd eerst de elektrische voeding worden weggenomen. Breng bovenstrooms van het systeem een thermomagnetische differentieelschakelaar aan met een juiste inschakellimiet. Sluit de aardleiding op de betreffende klem aan. Houd de voedingskabels altijd gescheiden van de bedienings- en veiligheidskabels (drukknop, ont- vanger, fotocellen enz.).
4 ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN Voor de aansluiting van de fotocellen en de veiligheidsvoorzieningen, zie paragraaf 4.2 CONTACT MOTORONTGRENDELING (Blokkeert de motor wanneer de hendel van de motorontgrendeling wordt bewogen) Fig. 2 Fotocellen voor interventie tijdens SLUITING Fotocellen voor interventie tijdens OPENING Fotocellen voor interventie tijdens OPENING en SLUITING Fig.
Volg de aanwijzingen in de volgende tabel om te contro- 4.1 BUS-2EASY-FOTOCELLEN leren of de BUS-2EASY-aansluiting goed is uitgevoerd. Deze kaart is voorzien van een BUS-2EASY-circuit waarmee gemakkelijk een groot aantal BUS-2EASY-veiligheidsin- Tab. 2 - Beschrijving BUS-2EASY-led richtingen kunnen worden aangesloten (bijv. tot 16 paar Normale activiteit (led brandt, ook als er fotocellen) die op de juiste wijze zijn geprogrammeerd, Brandt...
Pagina 20
Aansluiting van één paar fotocellen bij opening Aansluiting van één paar fotocellen bij sluiting en één paar bij opening/sluiting Overige beveiligingen Fig. 6 Aansluiting van één paar fotocellen bij sluiting en één paar bij opening Fig. 9 Aansluiting van één paar fotocellen bij sluiting, één paar bij opening en één paar bij opening/sluiting Fig.
De gewijzigde programmeringsparameters 5 PROGRAMMERING treden in werking, terwijl de definitieve opslag Om de werking van het automatische systeem te program- in het geheugen pas plaatsvindt wanneer de meren, moet u naar "PROGRAMMERING" gaan. programmering wordt afgesloten en terugge- keerd wordt naar de statusweergave van de De programmering bestaat uit twee delen: NIVEAU 1, ingangen.
Pagina 22
Display Functie Default MOTORVERMOGEN: Regelt de hoogte van het motorvermogen. = minimaal vermogen = maximaal vermogen Wanneer de waarde van het vermogen wordt gewijzigd, is het raadzaam een nieuwe SETUP uit te voeren (zie par. 7.3) SNELHEID OPENING: Regelt de openingssnelheid van de motor op 10 niveaus. = minimumsnelheid = maximumsnelheid Wanneer de waarde van de snelheid wordt gewijzigd, is het raadzaam een...
5.2 PROGRAMMERING NIVEAU 2 Om toegang te krijgen tot de PROGRAMMERING NIVEAU 2 moet op de knop F worden gedrukt en, terwijl deze ingedrukt blijft, op de knop +: • door ook de knop F los te laten, verschijnt de waarde van de functie op het scherm; deze kan worden gewijzigd met de toetsen + en -.
Display Functie Default GEDEELTELIJKE OPENING: Het is mogelijk de omvang van de gedeeltelijke opening van de vleugel in te stellen als per- centage van het totale loopvlak van de poort. Instelbaar van 0 tot 99 %. in stappen van 1%. = geen gedeeltelijke opening = minimale gedeeltelijke opening = maximale gedeeltelijke opening...
Display Functie Default VERZOEK OM ASSISTENTIE - CYCLUSTELLER (in combinatie met de twee volgende functies): = wanneer het aantal cycli is bereikt die instelbaar zijn met de volgende functies wordt er gedurende 8 sec. voorgeknipperd (naast de eventuele tijd die al is ingesteld met de functie ) vóór elke beweging.
Om radiobesturingen met dezelfde code te kunnen 6.3 GEHEUGENOPSLAG VAN DE gebruiken, moet dezelfde combinatie ON - OFF wor- LC/RC-RADIOBESTURINGEN den gekopieerd naar de andere radiobesturingen, (ALLEEN BESCHIKBAAR VOOR SOMMIGE LANDEN) zonder dat er iets op de besturingskaart hoeft te wor- den gewijzigd.
7 INBEDRIJFSTELLING 7.1 CONTROLE VAN DE LEDDEN Controleer, nadat alle aansluitingen zijn uitgevoerd en de voeding van de kaart is ingeschakeld, aan de hand van de onderstaande tabel de status van de ledden ten opzichte van de status van de ingangen (in fig. 6 bevindt het automatische systeem zich in de gesloten rustpositie).
7.2 POSITIONERING VAN DE EINDAANSLAG Voor een juiste positionering van de eindaanslagmagneten moet de bedieningscentrale op de juiste wijze zijn geïnstalleerd en zijn aangesloten op alle bedieningsinrichtingen en veiligheidsvoor- zieningen. De aandrijving is voorzien van een magneetsensor voor de eindaanslag die direct in de elektronische besturingskaart is geïntegreerd.
7.3 SETUP 9 SIGNALERING VAN ALARMMELDINGEN EN FOUTEN Als de voeding naar de kaart wordt inge- schakeld terwijl er nog nooit een SETUP is Indien zich alarmmeldingen (omstandigheden die geen uitgevoerd, of indien de kaart dit vereist, afbreuk doen aan de werking van de poort) of fouten knippert op het display de afkorting (omstandigheden die de werking van de poort verhinde- samen met de SETUP-led om aan te geven...
10 BEDRIJFSLOGICA'S Het commando CLOSE kan worden geacti- Tussen haakjes de effecten op de andere veerd op de ingang OPEN B vanuit de program- ingangen met een actieve impuls. mering niveau 2. LOGICA “E” IMPULSEN STATUS AUTOMATISCH OPEN A OPEN B CLOSE STOP FSW OP...
Pagina 31
LOGICA “AP” IMPULSEN STATUS AUTOMATISCH OPEN A OPEN B CLOSE STOP FSW OP FSW CL FSW CL/OP SYSTEEM opent en sl u i t weer na de opent de poort gedeel t el i j k geen effect geen effect geen effect DICHT geen effect...
Pagina 32
LOGICA “SA” IMPULSEN STATUS AUTOMATISCH OPEN A OPEN B CLOSE STOP FSW OP FSW CL FSW CL/OP SYSTEEM opent en sl u i t weer na de Opent de poort gedeel t e- geen effect geen effect geen effect DICHT geen effect geen effect pauzeti j d...
Pagina 33
Les descriptions et les illustrations du présent manuel sont fournies à titre indicatif. FAAC se réserve le droit d’apporter à tout moment les modifications qu’elle jugera utiles sur ce produit tout en conservant les caractéristiques essentielles, sans devoir pour autant mettre à...