8. INBEDRIJFSTELLING
8.1 EINDCONTROLES
1. Controleer of de door de vleugel gegenereerde
krachten binnen de limieten van de regelgeving
vallen. Gebruik een meetinstrument voor de
impactcurve dat voldoet aan de normen EN 12453
en EN 12445. Voor de niet-EU-landen en bij gebrek
aan een specifieke plaatselijke regelgeving, moet
de kracht minder zijn dan 150 N statisch.
2. Controleer of de maximale kracht voor de hand-
matige verplaatsing van de vleugel minder is dan
220 N.
8.2 DE AFDEKKING VAN DE
BESTURINGSKAART EN DE DEUR
MONTEREN
Alvorens de afdekking van de besturingskaart en de
deur te monteren:
- moet de inbedrijfstelling voltooid zijn;
- moet de correcte werking van de geïnstalleerde
voorzieningen gecontroleerd worden.
1. Monteer de afdekking van de houder 2 7.
2. Monteer de deur op de kolom.
8.3 EINDHANDELINGEN
1. Markeer op gepaste wijze de zones waar er,
ondanks alle genomen veiligheidsmaatregelen,
sprake is van restrisico's.
2. Breng op een zichtbare positie op de poort het
bord met de waarschuwing "GEVAAR AUTOMATI-
SCHE BEWEGING" aan.
3. Breng op de poort de CE-markering aan.
4. Stel de EG-conformiteitsverklaring van de machine
en het Apparatuurregister op.
5. Overhandig aan de eigenaar/bediener van het
automatiseringssysteem de CE-conformiteits-
verklaring, het Apparatuurregister met het on-
derhoudsplan en de gebruiksaanwijzing van het
automatiseringssysteem.
C4000I
34
2
27
532100 - Rev.A