Algemeen
• Gebruik als verbinding tussen warmtepomp en binneneenheid alleen
geschikte koelmiddelleidingen.
• Het afvoerwater van het overstortventiel moet door de ASB/ASE-mo-
dule in een vorstvrije afvoer worden getransporteerd.
• Let erop, dat in de ruimte, waarin de ASB/ASE-module moet worden
opgesteld, een bodemafloop bevindt.
3.6
Automatisch ontdooien
In gebieden met een hoge luchtvochtigheid en gevaar
voor ijsvorming (in de buurt van meren, rivieren en de
zee) kan men de schakelaar SW 7-6 op "on" zetten. Daar-
door worden de ontdooicycli korter.
De warmtepomp wordt met het verwarmingsgas ontdooid, aangestuurd
via een 4-wegklep. De 4-wegklep draait met de doorstroomrichting in
het koelmiddelcircuit om.
Het verwarmingsgas smelt het ijs op de lamellen van de verdamper.
Daarbij koelt de cv-installatie iets af. Het ontdooien wordt via de in de
buiteneenheid geïntegreerde voeler gestuurd. De duur van het ontdooi-
en hangt af van de ijsdikte en de actuele buitentemperatuur.
3.7
Voor de installatie te controleren
▶ De warmtepomp moet door een erkend installateur worden geïnstal-
leerd.
▶ Bij de installatie van de warmtepomp moeten de geldende voorschrif-
ten worden aangehouden.
▶ Controleer of alle leidingaansluitingen intact zijn en tijdens transport
niet zijn losgeraakt.
▶ Voordat de warmtepomp in bedrijf wordt genomen: cv-systeem, boi-
ler inclusief de warmtepomp vullen en ontluchten.
▶ Voer alle leidingen zo kort mogelijk uit.
3.8
CAN-BUS
VOORZICHTIG: Storing door inductieve invloeden.
▶ De CAN-BUS-kabel moet zijn afgeschermd en afzon-
derlijk worden geïnstalleerd van de 230 V of 400 V ka-
bels.
VOORZICHTIG: Verwissel de 12V- en de CAN-BUS-aan-
sluitingen niet!
De processoren worden beschadigd, wanneer 12 V op
de CAN-BUS wordt aangesloten.
▶ Let erop, dat de vier kabels op de contacten met de
overeenkomende markering op de printplaten wor-
den aangesloten.
Printplaten in de ASB/ASE-module en evt. toebehoren printplaten wor-
den via de communicatiekabel CAN-BUS aangesloten. CAN (Controller
Area Network) is een systeem voor communicatie tussen microproces-
sorgestuurde modules/printplaten.
Kamertemperatuurvoeler (toebehoren) wordt met CAN-BUS aangeslo-
ten.
Een geschikte kabel voor de externe aansluiting is de kabel LIYCY
(TP) 2x2x0,6 of gelijkwaardig. De kabel moet meeraderig en afge-
schermd zijn. De afscherming mag maar aan één uiteinde en alleen op de
behuizing zijn geaard.
De maximaal toegestane enkelvoudige kabellengte is 30 m.
De CAN-BUS-kabel mag niet samen met de 230 V of 400 V kabels wor-
den geïnstalleerd. Minimale afstand 100 mm. Het installeren samen met
voelerkabels is toegestaan.
6
De verbinding tussen de printplaten wordt via vier aders uitgevoerd, die
ook de 12 V spanning tussen de printplaten verbinden. Op de printplaat
bevindt zich telkens een markering voor de 12V- en de CAN-BUS-aan-
sluiting.
3.9
CAN-BUS-afsluiting
Term
Afb. 4 CAN-BUS-afsluiting
[1]
Afgesloten CAN-BUS
[2]
Niet afgesloten CAN-BUS
Schakelaar S1 markeert het begin en het einde van de CAN-BUS-verbin-
ding. De display printplaat (op het schakelschema met CPU gemar-
keerd) en de toebehoren printplaat (IOB-B) in de ASB/ASE-module
moeten door de schakelaar S1 (positie AAN) worden afgesloten.
Wanneer de op de CAN-BUS aangesloten kamervoeler (TT) wordt ge-
bruikt, dan is deze afgesloten en S1 op de hoofd printplaat (IOB-A) in de
ASB/ASE-module moet in de modus niet afgesloten (positie UIT) wor-
den ingesteld.
Bij gebruik van de multimodule moet de toebehoren printplaat hierin, in
plaats van in de hoofd printplaat in de ASB/ASE-module worden afgeslo-
ten.
Wij adviseren, alle printplaten, die met de CAN-BUS moeten worden ver-
bonden, als eerste te installeren. Tijdens deze deze installatie, moet de
schakelaar S1 zich in de positie Term bevinden. (positie AAN).
3.9.1 Instelling van schakelaar S1
Wanneer de schakelaar S1 in de positie AAN staat, is de verbinding afge-
sloten.
In positie AAN staat S1 in het midden en dekt het gat in de printplaat af.
Wanneer de schakelaar in de positie UIT staat, is de verbinding niet afge-
sloten. In positie UIT bevindt de schakelaar zich in een zijpositie en het
gat in de printplaat is niet afgedekt.
1
2
No Term
6 720 644 816-03.1I
Supraeco A SAS – 6 720 805 043 (2013/03)