Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Instellingen Voor Tapwater - Bosch Junkers Supraeco A SAS ODU75-ASB Installatiehandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

In bedrijf nemen
13.3.5 Temperatuurinstelling externe bijverwarming
Bij toepassing van een 2e warmtebron (menger met bijverwarming)
moet deze zodanig worden ingesteld, dat de daardoor geleverde tempe-
ratuur, altijd hoger is dan de verwachte maximale temperatuur in het sy-
steem, onafhankelijk van de buitentemperatuur. De ingestelde
temperatuur moet echter altijd min. 65 °C zijn, om een eventuele thermi-
sche desinfectie van de boiler of extra tapwatervoorziening mogelijk te
maken. Afhankelijk van de leverancier van de externe bijverwarming
moet deze evt. met een stooklijn worden ingesteld. In het handboek van
de leverancier van de externe warmtebron vindt u overige instellingen.
13.3.6 Vertraging mengkraan
Afb. 84
Om de gewenste temperatuur te bereiken is een vertraagde opening van
de menger nodig.
Voor instelling van de juiste vertraging mengkraan:
▶ Meet de tijd tussen het activeren van de bijverwarming (bij handbe-
drijf) en uitschakeling van de bijverwarming vanwege te hoge tempe-
ratuur.
▶ Onder Uitgebreid menu
▶ Instellingen bijverwarming kiezen
▶ Mengkraaninstellingen kiezen
▶ Vertraging mengkraan kiezen
▶ Voer de gemeten waarde in als vertraging mengkraan.
▶ Kies opslaan
13.3.7 Startvertraging Elektrische bijverwarming
▶ Voor de bijverwarming geldende startvertraging instellen.
Zodra behoefte aan bijverwarming ontstaat, start een timer met de in-
gestelde tijd. Pas wanneer deze tijd is verlopen start de bijverwar-
ming.
▶ Onder Uitgebreid menu
▶ Instellingen bijverwarming kiezen
▶ Startvertraging kiezen
13.3.8 Maximale buitentemperatuur voor bijverwarming
▶ Stel de hoogste buitentemperatuur in voor het bijverwarmingsbedrijf.
Wanneer de buitentemperatuur langer dan 30 minuten hoger is dan
de ingestelde waarde, in alarmbedrijf, extra tapwater, thermische
desinfectie en bij bedrijf uitsluitend met bijverwarming, wordt de bij-
verwarming ook boven deze temperatuur bijgeschakeld.
Het bijverwarmingsbedrijf wordt opnieuw geactiveerd, wanneer de bui-
tentemperatuur tot onder de ingestelde waarde afneemt.
13.3.9 Warmtepomp bij lage buitentemperatuur blokkeren
Afb. 85
▶ Onder Uitgebreid menu
▶ Beveiligingsfuncties kiezen
▶ Warmtepomp bij lage buitentemperatuur blokkeren kiezen
▶ Kies opslaan
58
Wanneer deze instelling is gedaan, neemt de bijverwarming de cv- en
tapwatervoorziening over, zodra de buitentemperatuur gedurende min.
30 minuten onder de gekozen temperatuur ligt.
13.3.10 Externe ingang 1/Externe ingang 2
Wanneer Externe ingang 1/Externe ingang 2 zijn geactiveerd, neemt
de regelaar de gekozen menupunten over. Wanneer de externe ingang
niet meer actief is, keert de regelaar terug naar normaal bedrijf.
Bij voorconfiguratie van de warmtepomp wordt gekozen, of Externe in-
gang 1en Externe ingang 2 moeten zijn geactiveerd, wanneer de in-
gang is gesloten of geopend ( hoofdstuk 13.1).
Kies het of de menupunten, die moeten worden uitgevoerd, wanneer Ex-
terne ingang 1/Externe ingang 2 is geactiveerd:
▶ Temperatuurverandering, instellen, met hoeveel graden de aan-
▶ Warmteproductie stoppen, stopt de totale warmteproductie, vorst-
6 720 804 377-26.1I
▶ Opwarmen warmwater stoppen: ja kiezen, wanneer de tapwater-
▶ Alleen bijverwarming?, ja kiezen, wanneer het warmtepompbedrijf
▶ Begrenzing van het opgenomen vermogen tot: maximale vermo-
▶ Koeling blokkeren: kies ja, wanneer het koelbedrijf moet worden ge-
▶ Externe blokkering wordt gebruikt, wanneer in het systeem een ven-
▶ Veiligheidsthermostaat, schakelt de warmtepomp uit en zendt een
▶ Bijverwarming warmwater stoppen, wanneer ja wordt gekozen,
▶ Bijverwarming radiator stoppen, wanneer ja wordt gekozen, wordt
13.3.11 Instellingen kamersensor
Kamersensorinvloed
▶ Instellen hoe sterk een met 1 K (°C) afwijkende kamertemperatuur,
Voorbeeld: bij 2 K (°C) afwijking van de ingestelde kamertemperatuur
wordt het setpoint van de aanvoertemperatuur met 4 K (°C) veranderd
(2°K afwijking * factor 2 = 4°K). Een hogere invloed betekent een groter
effect van de kamervoeler, maar kan ook grotere variaties in de tempe-
ratuur betekenen.
Buitentemperatuuraanwijzing in kamersensor ja/nee
Bij ja schakelt de temperatuur in de kamervoeler om tussen de tempera-
tuurweergave in huis en buiten.

13.4 Instellingen voor tapwater

13.4.1 Tapwatertemperatuur
De tapwatervoorziening wordt met voeler T3 (boilervoeler) en T9 gecon-
troleerd (retourvoeler in de binneneenheid).
6 720 804 377-11.1I
De tapwateropwarming begint, wanneer de temperatuur bij voeler T3
onder de ingestelde waarde afneemt, en stopt, wanneer de temperatuur
de ingestelde waarde van T3+0,5K en de ingestelde waarde van T9 over-
schrijdt. Wanneer meer comfort wordt gewenst, dan kan de T9 stoptem-
peratuur tot de gewenste temperatuur worden verhoogd. Dit
veroorzaakt echter een duidelijke vermindering van het rendement van
de warmtepomp.
voertemperatuur moet worden veranderd.
beveiliging nog actief.
voorziening met behulp van de warmtepomp moet worden geblok-
keerd.
moet worden geblokkeerd.
gen kiezen, die de bijverwarming mag hebben. Deze optie wordt bij
een afrekening gebruikt.
blokkeerd.
tilatorconvector is geïnstalleerd, en geeft de status van de ventilator
aan.
alarm.
wordt de elektrische bijverwarming uitgeschakeld.
de 2e warmtebron gestopt, d.w.z. alleen de compressor wordt ge-
bruikt.
het setpoint van de aanvoertemperatuur moet beïnvloeden.
Supraeco A SAS – 6 720 805 043 (2013/03)

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave