Installatie
6.9.2 Bivalente boiler voor gebruik van zonne-energie
Een bivalente boiler voor zonne-energie is als toebehoren leverbaar.
Handleidingen voor de installatie en het gebruik worden met de boiler
meegeleverd.
6.10 3-wegklep (toebehoren)
Systeemoplossing met boiler ( hoofdstuk 8.4) vereist een 3-wegklep
(E21.Q21).
Afb. 26 Doorstroomrichting 3-wegklep
[A]
Naar boiler
[B]
Naar cv-systeem (bufferboiler)
[AB] Van ASB/ASE-module
Bij de tapwatervoorziening is het contact gesloten en poort A is geopend
( afb. 27)
Afb. 27
In geval van verwarmen is het contact geopend en poort B geopend. (
afb. 28)
Afb. 28
De 3-wegomschakelklep heeft een Molex-steekverbinder. Op de Molex-
connector zijn alleen de klemmen 2, 6 en 3 bezet. ( afb. 29)
18
6 720 617 643-06.1I
6 720 641 553-06.1I
6 720 641 553-07.1I
N
Y
L
Afb. 29
6.11 Isolatie
Alle warmtetransporterende leidingen moeten van een geschikte warm-
te-isolatie conform de geldende voorschriften worden voorzien.
Bij koelbedrijf moeten alle aansluitingen en leidingen conform de gel-
dende voorschriften van een voor koeling geschikte isolatie worden
voorzien.
6.12 Montage van de temperatuurvoeler (sensor)
6.12.1 Aanvoervoeler T1
De voeler wordt samen met de ASB/ASE-module geleverd.
▶ Sluit de aanvoertemperatuurvoeler E11.T1 op de klem T1 op de print-
plaat IOB-A van de schakelkast aan. De temperatuurvoeler wordt op
de bufferboiler aangebracht. ( afb. 54)
6.12.2 Buitentemperatuurvoeler T2
Wanneer de kabel naar de buitentemperatuurvoeler lan-
ger is dan 15 m, dan moet een afgeschermde kabel wor-
den gebruikt. De afgeschermde kabel moet in de
binneneenheid worden geaard. De maximale lengte voor
een afgeschermde kabel is 50 m.
De kabel naar de buitentemperatuurvoeler moet aan de volgende mini-
male eisen voldoen:
Kabeldiameter: 0,5 mm2
Weerstand: max 50 ohm/km
Aantal aders: 2
▶ Voeler aan de koudste zijde van het huis monteren (normaal gespro-
ken de noordzijde). voeler beschermen tegen direct zonlicht, tocht
enz. Voeler niet direct onder het dak monteren.
6.12.3 Kamertemperatuurvoeler T5
Slechts één kamertemperatuurvoeler kan de tempera-
tuurregeling voor het betreffende cv-circuit beïnvloe-
den.
Wanneer de kamertemperatuurvoeler is aangesloten en met het sy-
steem verbonden, dan wordt deze bij de voorconfiguratie automatisch
bevestigd.
Eisen aan de montageplaats:
• Zo mogelijk een binnenmuur zonder tocht of warmtestraling.
• Houd het gearceerde oppervlak vrij ( afb. 30) zodat de kamerlucht
onder de kamertemperatuurvoeler T5 ongehinderd kan circuleren.
2
6
3
6 720 617 643-10.2I
Supraeco A SAS – 6 720 805 043 (2013/03)