Het debiet wordt met de warmtedragervloeistofpomp G2 geregeld, zo-
dat het temperatuurverschil aan de warmtepomp tussen 5 en 10 °C ligt.
Deze instellingen zijn voor warmtepompen optimaal. Er moet op worden
gelet, welk cv-systeem is geïnstalleerd.
Controleer het temperatuurverschil:
▶ Lees voeler T8 (warmtedrager uit) en T9 (warmtedrager aan) in cv-be-
drijf af. De temperatuur van T8 moet hoger zijn dan die van T9.
▶ Bereken het verschil (T8 – T9).
Wanneer de inbedrijfstelling wordt uitgevoerd bij lagere buitentempera-
turen (onder 0 °C), dan moet het temperatuurverschil tussen 5 en 7 °C
liggen.
Wanneer de inbedrijfstelling wordt uitgevoerd bij buitentemperaturen
boven 15 °C, dan moet het temperatuurverschil tussen 8 en 10 °C lig-
gen.
Bij te klein temperatuurverschil:
bijbehorende pomp (G2) op kleiner debiet instellen.
▶ Kies Uitgebreid menu in het installatie- en servicemenu.
▶ Verwarming/koeling kiezen.
▶ Warmtedragervloeistof G2 kiezen
▶ Constant toerental kiezen
Bij te groot temperatuurverschil:
▶ Bijbehorende pomp (G2) op een hoger debiet instellen.
18
Milieubescherming
Milieubescherming is een ondernemingsprincipe van de Bosch-groep.
Kwaliteit van de producten, rendement en milieubescherming zijn voor
ons gelijkwaardige doelstellingen. Wetten en voorschriften op het ge-
bied van de milieubescherming worden strikt aangehouden.
Ter bescherming van het milieu gebruiken wij, rekening houdend met
bedrijfseconomische gezichtspunten, de best mogelijke techniek en ma-
terialen.
Verpakking
Voor wat de verpakking betreft, nemen wij deel aan de nationale verwer-
kingssystemen, die een optimale recyclage waarborgen.
Alle gebruikte verpakkingsmaterialen zijn milieuvriendelijk en kunnen
worden hergebruikt.
Oude apparaten
Oude apparaten bevatten materialen, die hergebruikt kunnen worden.
De modules kunnen gemakkelijk worden gescheiden en de kunststoffen
zijn gemarkeerd. Daardoor kunnen de verschillende componenten wor-
den gesorteerd en voor recyclage worden aangeboden.
Supraeco A SAS – 6 720 805 043 (2013/03)
19
Inspectie
GEVAAR: door elektrocutie!
▶ Aansluitingen voor werkzaamheden aan elektrische
componenten altijd spanningsloos schakelen.
Wij adviseren, de warmtepompen door een erkend installateur in de
vorm van een werkingscontrole periodiek te laten inspecteren.
▶ Gebruik alleen originele reserveonderdelen!
▶ Vraag reserve-onderdelen aan conform de reserveonderdelenlijst.
▶ Vervang gedemonteerde dichtingen en O-ringen door nieuwe exem-
plaren.
Bij een inspectie moeten de hierna beschreven werkzaamheden worden
uitgevoerd.
Actieve alarmen weergeven
▶ Controleer het alarmprotocol.
Functiecontrole
▶ Functiecontrole uitvoeren ( pagina 72).
Installatie elektrische kabel
▶ Elektrische kabel controleren op mechanische beschadigingen. Be-
schadigde kabel vervangen.
19.1 Deeltjesfilter
Het filter voorkomt dat deeltjes en vuil in het binnenste van de conden-
sator/wisselaar terecht komen. In de loop der tijd kan het filter verstop-
pen en moet worden gereinigd.
Het deeltjesfilter wordt in de retourleiding naar de ASB/
ASE-module gemonteerd.
Afb. 97
[1]
Filter
[2]
Borgring
[3]
Afsluitplug
Reinig het filter:
▶ Schakel de warmtepomp uit met de ON/OFF-toets.
▶ Sluit het ventiel en verwijder de afsluitpluggen.
▶ Verwijder de borgring, die het filter in het ventiel vasthoudt. Gebruik
daarvoor de meegeleverde tang.
▶ Verwijder het filter uit het ventiel en spoel het af met water.
▶ Het filter, de borgring en de afsluitplug weer monteren.
▶ Open het ventiel en start de warmtepomp met de ON/OFF-toets.
Milieubescherming
1
3
2
6 720 614 050-34.1D
73