16
De camera programmeren (time-
lapse)
Opm. De beschikbaarheid van deze functie is afhankelijk van het cameramodel.
U kunt de camera programmeren om periodiek beelden op te slaan (time-lapse).
Volg deze procedure:
1. Druk op de navigatietoets om het menusysteem weer te geven.
2. Selecteer
(Instellingen) en druk op de navigatieknop. Het menu Instellingen
wordt weergegeven.
3. Selecteer met de navigatieknop Opnamemodus > Time-lapse.
4. Druk op de navigatietoets. Er verschijnt nu een dialoogvenster waarin u de opslag-
condities kunt instellen:
• Interval opslaan: gebruik de navigatieknop om het tijdsinterval tussen elk opgesla-
gen beeld in te stellen.
• Totaal aantal afbeeldingen: periodiek opslaan stopt wanneer het ingestelde aantal
beelden is opgeslagen.
Opm.
Als u '∞' selecteert, zal de camera afbeeldingen blijven opslaan totdat de
geheugenkaart vol is of totdat u de time-lapse handmatig stopt.
5. Druk op de navigatietoets. Hiermee sluit u het dialoogvenster.
6. Druk enkele keren op de knop Terug
7. Het tijdsinterval wordt boven aan het scherm weergegeven.
8. Om te beginnen met de time-lapse (periodiek opslaan), activeert u de trigger en laat
u deze vervolgens los.
9. Om de time-lapse handmatig te stoppen, activeert u de trigger en laat u deze los.
10. Zodra de time-lapse is voltooid, wordt een informatievenster weergegeven. Druk op
een willekeurige knop of raak het scherm aan om terug te keren naar het live-beeld.
#T810587; r. AC/84376/84376; nl-NL
om het menu Instellingen te sluiten.
80