20
Wi-Fi configureren
Afhankelijk van de configuratie van uw camera kunt u de camera op een wireless local
area network (WLAN) aansluiten via Wi-Fi of andere apparaten via de camera toegang
tot Wi-Fi bieden.
U kunt de camera op twee verschillende manieren aansluiten:
• De camera instellen als een draadloos toegangspunt. Deze methode wordt hoofdza-
kelijk gebruikt in combinatie met andere apparaten, zoals een iPhone of iPad.
• De camera verbinden met een Wi-Fi-netwerk.
De Wi-Fi-functionaliteit wordt beheerd vanuit het menu Instellingen. U kunt ook Wi-Fi in-
schakelen/uitschakelen in het swipe-downmenu. Raadpleeg paragraaf 6.4.4 Swipe-
downmenu voor meer informatie.
20.1 Een draadloos toegangspunt instellen
1. Druk op de navigatietoets om het menusysteem weer te geven.
2. Selecteer
(Instellingen) en druk op de navigatieknop. Het menu Instellingen
wordt weergegeven.
3. Selecteer met de navigatieknop Verbindingen > Wi-Fi.
4. Selecteer Deel en druk op de navigatieknop.
5. (Optionele stap.) Om de parameters weer te geven en te wijzigen, selecteert u Instel-
lingen voor delen en drukt u op de navigatieknop.
• Als u de SSID wilt wijzigen, selecteert u Netwerknaam (SSID) en drukt u op de
navigatieknop.
• Om het WPA2-wachtwoord te wijzigen, selecteert u Wachtwoord en drukt u op de
navigatieknop.
Opm. Deze parameters zijn ingesteld voor het netwerk van uw camera. Ze worden
door het externe apparaat gebruikt om dat apparaat op het netwerk aan te sluiten.
• Schakel de schakelaar in of uit om de firewall in of uit te schakelen voor het net-
werk dat door de camera wordt gedeeld.
Opm. Als u de firewall van de camera wilt in- of uitschakelen, selecteert u Verbin-
dingen > Geavanceerd > Wereldwijde firewall.
20.2 De camera verbinden met Wi-Fi
1. Druk op de navigatietoets om het menusysteem weer te geven.
2. Selecteer
(Instellingen) en druk op de navigatieknop. Het menu Instellingen
wordt weergegeven.
3. Selecteer met de navigatieknop Verbindingen > Wi-Fi.
4. Selecteer Maak verbinding met het netwerk en druk op de navigatieknop.
5. Om een lijst van de beschikbare netwerken weer te geven, selecteert u Beschikbare
netwerken en drukt u op de navigatieknop.
6. Selecteer een van de beschikbare netwerken en druk op de navigatieknop.
Opm. Met een wachtwoord beveiligde netwerken zijn gemarkeerd met een hang-
slotpictogram. Hiervoor zult u de eerste keer dat u verbinding maakt met het netwerk
een wachtwoord moeten invoeren. In het vervolg maakt de camera dan automatisch
verbinding met het netwerk. Als u de automatische verbinding wilt deactiveren, selec-
teert u Netwerk vergeten.
Opm. Sommige netwerken maken hun bestaan niet bekend. Deze verschijnen in de
lijst als Naamloos. Als u verbinding wilt maken met een dergelijk netwerk, wordt u ge-
vraagd om aanvullende parameters in te voeren.
#T810587; r. AC/84376/84376; nl-NL
93