13
Werken met meethulpmiddelen
13.1 Algemeen
Voor het meten van een temperatuur gebruikt u een of meerdere meethulpmiddelen,
zoals een spotmeter of een vak.
13.2 Meethulpmiddelen toevoegen/verwijderen
Volg deze procedure:
1. Druk op de navigatietoets om het menusysteem weer te geven.
2. Selecteer
(Meting) en druk op de navigatieknop. Hierna verschijnt een submenu.
3. Gebruik het navigatietoetsenblok om een van de volgende opties te selecteren:
• Selecteer
(Geen metingen) om alle hulpmiddelen te verwijderen.
• Selecteer
(Middelpunt) om een middelpunt toe te voegen.
• Selecteer
(Hotspot) om een hotspot-detectie binnen een vakgedeelte toe te
voegen.
• Selecteer
(Coldspot) om een coldspot-detectie binnen een vakgedeelte toe te
voegen.
• Selecteer (afhankelijk van het cameramodel)
bruikersinstelling 1 toe te voegen of
• Selecteer (afhankelijk van het cameramodel)
bruikersinstelling 2 toe te voegen of
punt toe te voegen en het temperatuurverschil weer te geven.
4. Druk op de navigatieknop om dit te bevestigen en de menumodus te verlaten.
13.3 Gebruikersinstellingen bewerken
Opm. De beschikbaarheid van deze functie is afhankelijk van het cameramodel.
Een gebruikersinstelling is een meethulpmiddel of een groep meethulpmiddelen met
voorgedefinieerde kenmerken.
#T810587; r. AC/84376/84376; nl-NL
(Gebruikersinstelling 1) om ge-
(3 punten) om drie punten toe te voegen.
(Gebruikersinstelling 2) om ge-
(Hotspot - Spot) om een hotspot en een
63