Inhoudsopgave
Advertenties
Bediening
Fig. 3
Fig. 4
Vrij
Rem
Veiligheid
Richtlijnen voor het behoud van de apparatuur
en voor de veiligheid van de zorgvrager en degene
die de wagen bedient:
• Gebruik altijd het juiste type matras met de correcte
afmetingen voor deze Lifeguard-wagen.
• Gebruik de apparatuur, met name de matras,
niet in de nabijheid van open vuur, sigaretten e.d.
• Alvorens de Lifeguard-wagen te bedienen, moet
u ervoor zorgen dat de zorgvrager goed zit of ligt.
Dit om beknelling of een gebrek aan balans
te voorkomen.
• Zorg er bij het bedienen van de Lifeguard-wagen
voor dat er geen obstakels in de weg zitten.
• Zorg dat deze handleiding ter referentie binnen
handbereik ligt.
Matras
De matras is aan het ligvlak bevestigd met klittenband
aan de onderkant van de matras en de gelamineerde
bovenkant.
Handgrepen
De hoogte van de handgrepen aanpassen
(2 stappen) (Zie Fig. 3)
1. Druk op de veerbelaste ontgrendelingsknop
(A) en breng de handgreep zo nodig omhoog
of omlaag (B).
2. Wanneer u de knop loslaat, wordt de handgreep
in de hogere of lagere positie vergrendeld.
Remmen en sturen (Zie Fig. 4)
Aan weerszijden van de Lifeguard-wagen bevinden
zich twee gekoppelde rempedalen. Als de pedalen
omlaag staan, staan alle zwenkwielen op de rem.
Als de pedalen horizontaal staan, kunnen de
Sturen
zwenkwielen draaien en zwenken.
Optioneel kan gebruik worden gemaakt van een vijfde
zwenkwiel. De pedalen dienen dan helemaal omhoog
te staan. In dat geval kan de Lifeguard-wagen in elke
gewenste richting in een rechte lijn worden verreden
en wordt er gestuurd met het vijfde wiel. Wanneer geen
gebruik wordt gemaakt van een vijfde wiel, bevindt
het zwenkwiel zich aan het voeteneinde. De Lifeguard-
wagen moet dan bij het hoofdeinde worden geduwd.
7
Advertenties
Inhoudsopgave
