Fig. 8
Easytrack® Vijfdewielstuursysteem
(optioneel)
Wanneer de pedalen in de STUUR-positie staan, kan
het centrale vijfde wiel niet draaien. In dat geval kan
de Lifeguard-brancard in elke gewenste richting in
een rechte lijn worden verreden en wordt er gestuurd
met het vijfde wiel.
Hoogte- en kantelinstelling model
LG50
De hoogte en de kanteling van het ligvlak kunnen
worden aangepast met behulp van vijf voetpedalen
aan weerszijden van de Lifeguard-brancard. De drie
onderste pedalen, die zijn aangeduid met een zwarte
dienen om het ligvlak omhoog te brengen. De twee
bovenste pedalen, die zijn aangeduid met een rode
dienen om het ligvlak omlaag te brengen. (Zie Fig. 8)
Kanteling aanpassen (Zie Fig. 8)
Een van de uiteinden van het ligvlak omhoog
brengen
• Bedien het pedaal voor 'omhoog' (zwarte
zich het dichtst bij het betreffende uiteinde van de
Lifeguard-brancard bevindt, met een pompende
beweging.
Een van de uiteinden van het ligvlak omlaag
brengen
• Houd het pedaal voor 'omlaag' (rode
het dichtst bij het betreffende uiteinde van de
Lifeguard-brancard bevindt, ingedrukt.
OPMERKING
De Lifeguard-brancard beschikt over een extra
pedaal voor 'omlaag' (rode
mogelijk is het hoofdeinde omlaag te kantelen.
Hoogte aanpassen
Het ligvlak omhoog brengen
• Bedien het middelste pedaal voor 'omhoog'
(zwarte
) met een pompende beweging.
Het ligvlak omlaag brengen
• Houd beide pedalen voor 'omlaag' (rode
ingedrukt.
Indien het ligvlak in gekantelde positie omhoog
of omlaag wordt gebracht, blijft de kanteling
onveranderd tot het hoogste of laagste uiteinde zijn
limiet bereikt heeft. Vervolgens neemt het ligvlak
een horizontale positie aan.
8
,
,
) dat
) dat zich
) waarmee het
)