Onderhoud riemen
Riemen afstellen
Onderhoudsinterval: Na de eerste 8 bedrijfsuren
Om de 200 bedrijfsuren
Riem van wisselstroomdynamo
1. Haal de laadbak op (indien aanwezig) en plaats de
laadbakbeveiliging op de uitgetrokken hefcilinder om
de bak omhoog te houden.
2. Controleer de spanning door de riem midden tussen
de poelies van de krukas en de wisselstroomdynamo
in te drukken met een kracht van ongeveer 10 kg.
Een nieuwe riem moet een speling van 7,6–12,7 cm
hebben. Een gebruikte riem moet een speling van
10,2–14 cm hebben. Als de speling niet correct is,
gaat u verder met de volgende stap. Indien de speling
correct is, gaat u verder met uw werkzaamheden.
3. Om de riemspanning af te stellen, gaat u als volgt
te werk:
• Draai de (2) montagebouten van de
wisselstroomdynamo los.
Figuur 64
1. Riem van
wisselstroomdynamo
• Draai met een staaf de wisselstroomdynamo
totdat de riem de correcte spanning heeft; zet de
montagebouten daarna vast.
Ventilatorriem
Controleer de riem op slijtage, scheurtjes of verkeerde
spanning.
Belangrijk: Een verkeerde riemspanning kan ertoe
leiden dat het meer moeite kost om het voertuig
te besturen.
2. Beugel van
wisselstroomdynamo
1. Controleer de spanning door de riem midden tussen
de poelies van de ventilator en de aandrijfas in te
drukken met een kracht van ongeveer 10 kg. Een
nieuwe riem moet een speling van 12–15 cm hebben.
Een gebruikte riem moet een speling van 14–16,5 cm
hebben. Als de speling niet correct is, gaat u verder
met de volgende stap. Indien de speling correct is,
gaat u verder met uw werkzaamheden.
2. Om de riemspanning af te stellen, gaat u als volgt
te werk:
Maak de montagemoer van de spanpoelie los,
verplaatst de poelie om de spanning te vergroten, en
draai de moer weer vast.
1. Ventilatorriem
53
Figuur 65
2. Spanpoelie