Opmerking: De stuurbekrachtiging zal niet
functioneren, waardoor de besturing wordt
bemoeilijkt (er is meer kracht nodig).
Figuur 33
1. Ogen in frame
Figuur 34
1. Buis van achteras
Een aanhangwagen trekken
De Workman kan aanhangwagens en werktuigen
trekken die zwaarder zijn dan het voertuig zelf.
Er zijn twee typen trekhaken verkrijgbaar voor de
Workman, afhankelijk van de werkzaamheden waarvoor
u het voertuig gebruikt. Neem voor verdere informatie
contact op met een erkende Toro-dealer.
Als uw Workman is uitgerust met een trekhaak
die is gemonteerd op de buis van de achteras, kan
deze aanhangwagens of werktuigen trekken met een
totaalgewicht van maximaal 680 kg. Zorg er altijd voor
dat 60 % van het gewicht van de lading zich in het
voorste deel van de aanhangwagen bevindt. Hierdoor
komt ongeveer 10 % (max. 90 kg) van het totale gewicht
van de aanhangwagen op de trekhaak van het voertuig.
Als u aanhangers trekt met een standaard trekhaak
of met een opleggerkoppeling met een totaalgewicht
van meer dan 680 kg, moet u gebruik maken van een
op het chassis gemonteerde trekhaak (geschikt voor
aanhangwagens tot 1587 kg) of een opleggerkoppeling
met remmen. De aanhangwagen moet voorzien zijn van
remmen, als u een aanhangwagen met een totaalgewicht
van meer dan 680 kg laat trekken door de Workman.
Als u een lading vervoert of een aanhangwagen
(werktuig) trekt, mag u het voertuig of de
2. Koppelplaat
aanhangwagen niet te zwaar beladen. Een te zware
lading kan leiden tot slechte prestaties of beschadiging
van de remmen, as, motor, transaxle, stuurinrichting,
ophanging, carrosserie of banden.
Belangrijk: Om de kans op schade aan de
aandrijflijn te beperken, verdient het aanbeveling
het Laag-bereik te gebruiken.
Als u werktuigen met een opleggerkoppeling trekt,
zoals een Fairway-verluchter, dient u altijd de "wheely
bar" (standaard onderdeel van de opleggerkoppeling)
te monteren om te voorkomen dat de voorwielen van
de grond loskomen als de beweging van het werktuig
plotseling wordt belemmerd.
Hydraulische bediening
De hydraulische bediening levert "live" hydraulisch
vermogen vanuit de voertuigpomp als de motor loopt.
Deze kracht kan worden benut via de snelkoppelingen
aan de achterkant van het voertuig.
Belangrijk: Als meerdere voertuigen hetzelfde
werktuig gebruiken, kan er kruisbesmetting van de
transmissievloeistof plaatsvinden. Ververs daarom
de transmissievloeistof vaker
Standen van de schakelhendel
• UIT—Dit is de normale stand van de bedieningsklep
wanneer deze niet in gebruik is. In deze stand
zijn de doorlaatopeningen van de bedieningsklep
geblokkeerd en een eventuele lading wordt in beide
richtingen tegengehouden door de afsluitkleppen.
• Omhoog (Snelkoppeling "A" stand)—Dit is
de stand om het werktuig aan de achterste
trekhaak op te heffen of om druk uit te oefenen
op snelkoppeling "A". Zo kan ook olie uit
snelkoppeling "B" terugvloeien naar de klep en van
daaruit naar het reservoir. Dit is een tijdelijke stand
en zodra de hendel wordt losgelaten, springt deze
automatisch terug naar de middelste UIT-stand.
• Omlaag (Snelkoppeling "B" stand)—Dit is de stand
om het werktuig aan de achterste trekhaak neer te
laten of om druk uit te oefenen op snelkoppeling
"B". Zo kan ook olie uit snelkoppeling "A"
terugvloeien naar de klep en van daaruit naar het
reservoir. Dit is een tijdelijke stand en zodra de
hendel wordt losgelaten, springt deze automatisch
terug naar de middelste UIT-stand. Wanneer
u de schakelhendel kort in deze stand houdt
en vervolgens weer loslaat, kan er olie stromen
naar snelkoppeling "B", waardoor kracht wordt
overgebracht op de achterste trekhaak. Als u de
36