hendel loslaat, houdt deze de tegendruk op de
trekhaak.
Belangrijk: Als u de schakelhendel in de
OMLAAG-stand houdt bij het gebruik van
een hydraulische cilinder, zal de olie langs
de ontlastklep stromen, waardoor schade kan
ontstaan aan het hydraulische systeem.
Figuur 35
1. Snelkoppeling "A" stand
• AAN—Deze stand is vergelijkbaar met OMLAAG
(snelkoppeling "B" stand). Bovendien kan bij deze
stand olie naar snelkoppeling "B" stromen, met
het verschil dat de hendel in deze positie wordt
vastgezet in een uitsparing in het bedieningspaneel.
Op deze manier kan er voortdurend olie stromen
naar werktuigen die gebruikmaken van een
hydraulische motor. Gebruik deze stand uitsluitend
bij werktuigen met een hydraulische motor.
Belangrijk: Als de AAN-stand wordt gebruikt
met een hydraulische cilinder of geen werktuig
is aangekoppeld, zal de olie langs de ontlastklep
stromen, hetgeen schade kan veroorzaken aan
het hydraulische systeem. Gebruik deze stand
alleen kortstondig of wanneer er een motor is
gemonteerd.
Belangrijk: Controleer het peil van de
hydraulische olie nadat u het werktuig heeft
gemonteerd. Controleer de werking van het
werktuig door alle standen meerdere keren
te doorlopen om de lucht uit het systeem te
verwijderen en vervolgens het peil van de
hydraulische olie opnieuw te controleren.
De cilinder van het werktuig zal het oliepeil
van de transaxle enigszins beïnvloeden.
Als u het voertuig gebruikt bij een te laag
oliepeil, kan dat schade veroorzaken aan de
2. Snelkoppeling "B" stand
pomp, de hydraulische afstandsbediening, de
stuurbekrachtiging en de transaxle.
Hydraulische vloeistof die onder druk ontsnapt,
kan voldoende kracht hebben om door de huid
heen te dringen, en letsel veroorzaken. Ga
voorzichtig te werk als u de snelkoppelingen van
het hydraulische systeem aansluit of losmaakt.
Schakel de motor uit, stel de parkeerrem in
werking, laat het werktuig neer en zet de op
afstand bedienbare hydraulische klep in de
FLOAT-vergrendelstand om de druk in het
hydraulische systeem op te heffen, voordat u de
snelkoppelingen aansluit of losmaakt.
Bediening snelkoppeling
• Aansluiting
Belangrijk: Maak de snelkoppelingen
schoon alvorens ze aan te sluiten. Vuile
snelkoppelingen kunnen het hydraulische
systeem verontreinigen.
Trek de borgring op de koppeling naar achteren.
Steek de nippel van de slang in de snelkoppeling
totdat deze vastklikt.
• Losmaken
Opmerking: Zet de motoren van beide
voertuigen uit en beweeg de hefhendel naar voren
en naar achteren om de druk in het systeem op te
heffen en de snelkoppelingen gemakkelijker los te
maken.
Trek de borgring op de koppeling naar achteren.
Trek de slang krachtig uit de snelkoppeling.
Belangrijk: Reinig de stofplug en de stofkap
en plaats deze op de openingen van de
snelkoppelingen wanneer deze niet in gebruik
zijn.
Opmerking: Als u de op afstand bedienbare
hydraulische werktuigen aansluit op de
snelkoppelingen, bepaal dan welke kant onder druk
moet komen te staan, en sluit die slang dan aan
op snelkoppeling "B". Hierop komt druk te staan
als de schakelhendel naar voren wordt geduwd of
wordt vergrendeld in de AAN-stand.
37