Rea® Dahlia® 30 / 45
Kantelen/hellen vanuit een rechtopstaande stand
Neutrale positie
Stap 2
1. Kantel de stoel.
•
Zo kan de gebruiker naar achteren glijden en een
neutrale bekkenstand ondersteunen A.
2. De rugleuning achterover laten hellen
•
Het gewicht wordt nu naar achteren verschoven
voor een goede houding, aangezien het achterwerk
helemaal naar achteren is geschoven B.
3. Verstel de hoek van de beensteunen.
LET OP!
Ongemak voor de gebruiker
Het bekken is gespannen en de gebruiker kan
in de stoel naar beneden glijden.
– Zorg dat de achterkant van de bovenbenen
(hamstrings) zich in een ontspannen en
neutrale stand bevinden wanneer u de
hoek van de beensteunen verstelt.
Omhoog komen vanuit een gekantelde/hellende
stand
Stap 1
Stap 3
38
Stap 1
Stap 3
Stap 2
Neutrale positie
1. Klap de beensteunen omlaag.
2. Zet de rugleuning uit de achteroverhellende stand
rechtop.
•
Als u de rugleuning omhoog brengt voordat u deze
kantelt, behoudt u een neutrale stand van het
bekken A.
3. Zet de stoel vanuit de gekantelde stand rechtop.
6.4 Overstappen naar of van de rolstoel
WAARSCHUWING!
Risico op kantelen
Er bestaat een hoog risico op kantelen tijdens het
overstappen.
– Ga alleen zitten en sta alleen op zonder
begeleiding als u daar fysiek toe in staat bent.
– Ga bij het overstappen zo ver mogelijk naar
achteren op de zitting van de rolstoel zitten.
Dat voorkomt schade aan de bekleding en de
kans dat de rolstoel voorover kantelt.
– Zorg ervoor dat beide zwenkwielen recht naar
voren staan.
WAARSCHUWING!
Risico op kantelen
De rolstoel kan voorover kantelen als u op de
voetsteun gaat staan.
– Ga nooit op de voetsteun staan als u gaat zitten
of opstaat.
LET OP!
Als u de remmen ontkoppelt of beschadigt, kan
de rolstoel stuurloos worden.
– Gebruik de remmen niet als steun om te gaan
zitten of op te staan.
KENNISGEVING!
De spatborden en armsteunen kunnen beschadigd
raken.
– Ga nooit op de spatborden of armsteunen
zitten als u gaat zitten of opstaat.
1. Rijd de rolstoel tot zo dicht mogelijk bij de stoel
waarnaar u wilt overstappen.
2. Zet de handremmen vast.
3. Verwijder de armsteunen of duw ze omhoog en uit de
weg.
4. Maak de beensteunen los of draai ze naar buiten.
5. Zet uw voeten op de grond.
6. Houd de rolstoel vast en, indien nodig, ook een
verankerd voorwerp in de buurt.
7. Verplaats de stoel langzaam.
1575632-M