Rea® Dahlia® 30 / 45
4.9.1 Diepteaanpassing
1.
Ontgrendel de diepteaanpassing A.
2.
Verstel de tafelsteunen B naar voor of naar achter en
stel ze af op de gewenste diepte.
3.
Sluit de tafelvergrendeling A af, zodat de tafel op die
diepte wordt vergrendeld.
LET OP!
Risico op ongemakkelijk/onveilig gevoel
De tafel heeft meerdere standen.
– Zorg ervoor dat de tafel na het aanpassen van
de diepte terug is vergrendeld.
LET OP!
Risico op ongemak
– Zorg ervoor dat de tafel tijdens het aanpassen
van de diepte niet tegen de buik van de
gebruiker drukt.
4.9.2 Het tafelblad vergrendelen
WAARSCHUWING!
Risico op lichamelijk letsel
De gebruiker kan niet uit de rolstoel komen
zonder de tafel te ontgrendelen.
– De tafelvergrendeling mag alleen op voorschrift
van een bevoegde deskundige worden gebruikt.
26
A
A
A
1. Steek de vergrendelingspin A in de tafelbevestiging.
2. Duw de vergrendelingspin A naar binnen om de tafel
B te ontgrendelen.
Houd de vergrendelingspin naar binnen gedrukt
om te zorgen dat de tafel niet wordt vergrendeld.
3. Laat de vergrendelingspin A los om de tafel in die stand
C te vergrendelen.
4.9.3 Wegklaptafel
WAARSCHUWING!
Kans op letsel/blauwe plekken
– Pas op dat u de gebruiker niet raakt terwijl u
de tafel wegklapt.
WAARSCHUWING!
Risico op voorover kantelen van de tafel
– Zet de tafel niet te ver naar voren vanwege het
risico op kantelen van de tafel als er gewicht
op rust.
LET OP!
Risico op ongemak/lichte kneuzingen
– Zorg ervoor dat de gebruiker genoeg ruimte
heeft voor de benen. De stang van de tafel
mag niet op de benen van de gebruiker rusten.
C
B
1575632-M