Rea® Dahlia® 30 / 45
Dit achterwiel kan ofwel links of rechts worden
gemonteerd.
De hoepels kunnen zodanig worden geplaatst
dat de kleinere hoepel ofwel aan de binnenkant
(binnenpositie) of aan de buitenkant (buitenpositie)
van de grotere hoepel komt te zitten. Controleer of
de 3 schroeven B op hun plekken zijn vergrendeld.
LET OP!
Kans op lichamelijk letsel
– Indien nodig is het raadzaam om het wijzigen
van de aandrijfkant en de stand van de kleine
hoepel door een gekwalificeerde technicus te
laten uitvoeren.
3.10.2 Het achterwiel met eenhandige
aandrijving verwijderen
WAARSCHUWING!
Kans op lichamelijk letsel
– Verwijder altijd eerst de telescopische schacht
van het achterwiel C voordat u de achterwielen
verwijdert.
WAARSCHUWING!
Kans op lichamelijk letsel
U kunt de wielen eraf halen
– Controleer of het achterwiel stevig op zijn plaats
zit! U moet de wielen niet kunnen verwijderen
wanneer de knop van de afneembare as A is
vergrendeld. Dit kunt u testen door een poging
te doen het wiel eraf te trekken.
LET OP!
Kans op lichamelijk letsel
Lichte kneuzingen, pijn
– Pas op dat uw vingers niet bekneld raken
tussen de spaken van het achterwiel en de drie
beugels van de buitenste hoepel.
De schacht van het achterwiel ontkoppelen en
vastzetten
Om de rolstoel in te klappen, moet de telescopische schacht
van het achterwiel C worden ontkoppeld.
20
1. Ontkoppel de telescopische schacht C door het ene
deel in het andere te schuiven.
2. Verplaats om deze handeling te vergemakkelijken de
kleine hoepel naar voren en naar achteren.
3. Voer de bovenstaande handelingen in omgekeerde
volgorde uit om de telescopische schacht van het
achterwiel vast te zetten.
LET OP!
Kans op ongelukken
– De telescopische schacht van het achterwiel
C is een integraal onderdeel van de rolstoel
en zonder deze schacht kan de gebruiker de
rolstoel niet voortbewegen.
De achterwielen verwijderen en terugplaatsen
De verwijderbare en onderling verwisselbare achterwielen
maken transport en wisselen van aandrijfkant gemakkelijk.
1. Verwijder de telescopische schacht van het achterwiel C.
2. Druk op knop van de afneembare as A. Houd de knop
ingedrukt en trek het wiel naar de buitenkant.
3. Verwijder het achterwiel.
4. Herhaal de bovenstaande stappen aan de andere kant.
5. Voer de bovenstaande stappen in omgekeerde volgorde
uit om de achterwielen terug te plaatsen.
3.11 Antitip
3.11.1 De hoogte van de antikantelsteun
aanpassen
A
1. Voor hoogteaanpassing van de antikantelsteun drukt u
op de terugveerknop A.
2. Stel de antikantelsteun B op de gewenste hoogte af.
3. Controleer of de terugveerknop A na het afstellen weer
correct naar buiten springt in de nieuwe positie.
B
1575632-M