Rea® Dahlia® 30 / 45
3.5.4 De zitting en rugleuning kantelen
Zowel de zitting als de rugleuning kunnen worden gekanteld.
WAARSCHUWING!
Risico op fatale verwondingen
Verhoogde bloeddruk richting het bovenlichaam.
– Bij het combineren van instellingen (bijvoorbeeld
voor het strekken van de knieën en volledig
omhoog of omlaag kantelen) waarbij de
onderste ledematen hoger dan het hart komen
te liggen, moeten bepaalde medische aspecten
in acht worden genomen. Er kan sprake zijn
van een contra-indicatie voor de positie bij
gebruikers die gevoelig zijn voor een hoge
bloeddruk in het bovenlichaam.
WAARSCHUWING!
Verstikkingsgevaar of ademhalingsproblemen
Wanneer de gebruiker tijdens het eten niet
rechtop zit, kan deze stikken.
– De rugleuning moet daarom vóór het eten of
drinken omhoog worden gezet.
WAARSCHUWING!
Risico op kantelen
Het risico op achterover kantelen neemt toe
wanneer de rolstoel wordt gekanteld of de
rugleuning achterover helt.
Als de rolstoel is gekanteld of de rugleuning
achterover helt, kan de gebruiker ook uit de
rolstoel glijden.
– Gebruik altijd een antikantelvoorziening.
– Laat de gebruiker nooit zonder toezicht achter
in een neergeklapte of achterover hellende
positie.
– Gebruik de bekkengordel.
WAARSCHUWING!
Kans op lichamelijk letsel
De gebruiker moet het hoofd rechtop kunnen
houden wanneer de rugleuning en/of de zitting is
gekanteld.
– De rugleuning moet zijn voorzien van een
hoofdsteun of een neksteun.
LET OP!
Beknellingsgevaar voor vingers
– Wees voorzichtig bij het aanpassen van de
rughoek. Let erop dat de vingers van de
assistent of gebruiker niet tussen de rugleuning
en de armsteunen terechtkomen.
LET OP!
Problemen met drukwonden
Sommige rolstoelgebruikers kunnen de combinatie
van kantelbewegingen als onaangenaam ervaren.
– Wees voorzichtig bij het verstellen van de
kantelhoek; kantel altijd eerst de zitting en
daarna pas de rugleuning.
Zie de paragraaf De rolstoel gebruiken voor instructies
bij het aanpassen van de kantelhoek, hoofdstuk 6.3 De
kantel-/hellingsfunctie gebruiken, pagina 37.
12
Door begeleider bediend kantelbereik
A
1. Gebruik de groene hendel A met het groene symbool
B aan de rechterzijde om de ziteenheid (zitting en
rugleuning) te kantelen.
2. Druk deze hendel omhoog terwijl u de ziteenheid in de
gewenste positie kantelt.
3. Laat de hendel los.
Kantelfunctie voor de gebruiker
De kantelfunctie voor de gebruiker is beschikbaar
bij zowel vaste armsteunen als bij afneembare
armsteunen. De kantelfunctie voor de gebruiker is
alleen beschikbaar voor de Dahlia 30.
WAARSCHUWING!
Drukwonden en ademhalingsproblemen
De gebruiker kan mogelijk niet zelfstandig weer in
een neutrale positie komen
– De kantelfunctie voor de gebruiker moet door
een gekwalificeerde technicus worden getest.
WAARSCHUWING!
Uw vingers kunnen bekneld raken
Vingers kunnen bij het kantelen van de stoel
bekneld raken tussen de zijsteun en het bovenste
gedeelte van de hoekverstelbare beensteun.
– De afstand tussen de zijsteun en beensteun
moet bij het kantelen van de stoel minimaal 25
mm bedragen. Om te voorkomen dat vingers
bekneld raken, moeten de diepte van de
zijsteun en de hoogte van de armsteun worden
aangepast.
LET OP!
Problemen bij het omhoog zetten van de
rugleuning
– Bij kanteling door de gebruiker mag de rolstoel
niet verder dan 10° worden gekanteld. Anders
kan de gebruiker moeilijkheden ondervinden bij
het terugkeren naar een neutrale positie.
1575632-M