In geval van pech
► Sluit de stekker van de compressor aan op
de 12 V-aansluiting in de auto.
► Bevestig de sticker met de
snelheidslimiet.
De sticker met de snelheidslimiet moet in
het interieur, in het gezichtsveld van de
bestuurder, worden geplakt om hem/haar te
herinneren aan het feit dat de band tijdelijk is
gerepareerd.
Op deze sticker staat de
bandenspanning aangegeven.
► Zet het contact aan.
► Schakel de compressor in door de schakelaar
in de stand I te zetten, totdat de bandenspanning
2 bar bedraagt. Het afdichtmiddel wordt onder
druk in de band gespoten; maak de slang
gedurende deze handeling niet los van de
aansluiting (kans op spatten).
126
Als de bandenspanning van 2 bar na
ongeveer 7 minuten nog niet is bereikt,
kan de band niet met de bandenreparatieset
worden gerepareerd; neem contact op met
een CITROËN-dealer of een gekwalificeerde
werkplaats om u verder te helpen.
► Zet de schakelaar in de stand "O".
► Haal de stekker van de compressor uit de 12
V-aansluiting in de auto.
► Vervang de dop op het ventiel.
► Verwijder de set.
► Verwijder de flacon met afdichtmiddel en berg
deze op.
Het afdichtmiddel is schadelijk bij inname
en irriterend voor de ogen.
Houd het middel buiten het bereik van
kinderen.
De uiterste gebruiksdatum van het middel
staat op de flacon vermeld.
Gooi de flacon na gebruik niet weg, maar
lever deze in bij een CITROËN-dealer of een
officieel inzamelpunt.
Vergeet niet om een nieuwe flacon met
afdichtmiddel bij een CITROËN-dealer of een
gekwalificeerde werkplaats te kopen.
► Rijd direct ongeveer 5 kilometer met matige
snelheid (tussen 20 en 60 km/h), zodat het
afdichtmiddel het lek kan dichten.
► Zet de auto stil en controleer de reparatie
en de bandenspanning met de set.
Rijd niet sneller dan 80 km/h met een
band die met dit type kit is gerepareerd
en rijd niet meer dan 200 km.
CITROËNNeem contact op met een dealer of
een gekwalificeerde werkplaats om de band
te laten verwisselen.
Controleren / aanpassen
bandenspanning
De compressor kan worden gebruikt, zonder
afdichtmiddel in de band te spuiten, om de
bandenspanning te controleren en zo nodig
te corrigeren.
► Verwijder het dopje van het ventiel van de
band en bewaar het op een schone plaats.
► Rol de slang uit die onder de compressor is
opgeborgen.